Koninklijk besluit houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2024, de 21 mars 2024

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

- het centrum: het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;

- de gebruiker: de persoon die gebruik maakt van gelijk welke vorm van openbare dienstverlening behorend tot de opdrachten van het centrum.

Art. 2. § 1. Een toelage wordt toegekend aan de centra om de participatie en sociale activering van hun gebruikers te bevorderen.

De toelage kan aangewend worden voor :

  1. de volledige of gedeeltelijke financiering van de deelname door de gebruikers aan sociale, sportieve of culturele activiteiten;

  2. de volledige of gedeeltelijke financiering van de deelname door de gebruikers aan sociale, culturele of sportieve verenigingen met inbegrip van het lidgeld en de voor de deelname noodzakelijke benodigdheden en uitrustingen;

  3. de ondersteuning en de financiering van initiatieven op sociaal, cultureel of sportief vlak, ingericht door of voor de doelgroep;

  4. de ondersteuning en de financiering van initiatieven die de toegang en de participatie van de doelgroep tot de informatie- en communicatietechnologieën bevorderen;

    § 2. Deze toelage kan ook aangewend worden voor de financiering van het organiseren van collectieve modules ter ondersteuning van de sociale begeleiding van de OCMW-gebruikers volgens een trajectmatige aanpak (al dan niet in het kader van een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie).

    § 3. Deze toelage kan ook aangewend worden voor de financiering van activiteiten en tussenkomsten in het kader van de strijd tegen kinderarmoede.

    De toelage kan aangewend worden voor :

  5. de volledige of gedeeltelijke financiering van activiteiten en sociale programma's ter bevordering van de maatschappelijke participatie en integratie van kinderen van OCMW-gebruikers. Worden inzonderheid bedoeld:

    - de maatschappelijke dienstverlening in het kader van de deelname aan sociale programma's;

    - de maatschappelijke dienstverlening in het kader van onderwijsondersteuning;

    - de maatschappelijke dienstverlening in het kader van psychologische ondersteuning voor het kind of voor de ouders in het kader van de raadpleging van een persoon, gespecialiseerd op dat vlak;

    - de maatschappelijke dienstverlening in het kader van paramedische ondersteuning;

    - de maatschappelijke dienstverlening in het kader van pedagogische ondersteuning.

  6. de volledige of gedeeltelijke financiering van initiatieven met of voor kinderen van gebruikers om hun maatschappelijke deelname en integratie te bevorderen.

    Art. 3. § 1. Voor de verwezenlijking van de doelstellingen beoogd in artikel 2 wordt een toelage van 15.587.993,00 (vijftien miljoen vijfhonderdzevenentachtigduizend negenhonderd drieennegentig) euro aan de centra toegekend.

    Deze toelage wordt aangerekend op het krediet ingeschreven op de algemene uitgavenbegroting voor het jaar 2024, sectie 44, organisatieafdeling 55/1, basisallocatie 44.55.11.43.52.01.

    § 2. De toelage bedoeld in § 1 wordt onder de centra verdeeld overeenkomstig de volgende verdeelsleutel:

    - 75 % op basis van het aantal gerechtigden op een leefloon als bedoeld door de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie of op een financiële maatschappelijke hulp terugbetaald door de Staat in het kader van artikel 5 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, in de gemeente op datum van 1 januari 2023;

    - 25 % op basis van het aantal rechthebbenden op een verhoogde verzekeringstegemoet-koming als bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, in de gemeente op 1 januari 2023.

    De verdeling per centrum wordt als bijlage bij dit besluit gevoegd.

    Art. 4. § 1. Een voorschot van 50% van het op basis van artikel 3, § 2, berekende bedrag, wordt aan het centrum overgemaakt bij de vastlegging van het bedrag.

    § 2. Een saldo van ten hoogste 50% van het op basis van artikel 3, § 2, berekende bedrag, wordt uitgekeerd aan het centrum na goedkeuring van een eindverslag ingediend zoals bepaald in artikel 7.

    Art. 5. In toepassing van artikel 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn kan het centrum samenwerkingsverbanden afsluiten met organisaties met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van onderhavige toelage. Zij kunnen de verwezenlijking van een deel of het geheel van de doelstellingen bedoeld in artikel 2 toevertrouwen aan deze partner, die voor de gemaakte kosten wordt vergoed.

    Beheerskosten kunnen hoogstens 10% van deze vergoeding uitmaken.

    In voorkomend geval is de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen van toepassing.

    Art. 6. § 1. Voor de activiteiten bepaald in artikel 2, § 2 (organisatie van collectieve modules) mogen de personeels- en/of werkingskosten voor hoogstens 50% van het totale bedrag van de toegekende toelage aangerekend worden.

    Voor de activiteiten bepaald in artikel 2, § 1, 1° tot 4° (bevorderen van maatschappelijke participatie) mogen de personeels- en/of werkingskosten voor hoogstens 10% van het voor dit luik verantwoorde bedrag aangerekend worden.

    Voor de activiteiten bepaald in artikel 2, § 3 (bestrijden van kinderarmoede) mogen de personeels- en/of werkingskosten voor hoogstens 10% van het voor dit luik verantwoorde bedrag aangerekend worden.

    § 2. De vergoedingen voor de personen die niet als personeelslid van het centrum zijn ingeschakeld bij de verwezenlijking van de doelstellingen worden beschouwd als werkingskosten en zijn als dusdanig aanvaardbaar om op deze toelage te worden aangerekend.

    § 3. Een eventuele deelname in de kosten door de gebruikers of andere deelnemers dient in mindering te worden gebracht van de verantwoorde kosten.

    § 4. De vereffening van de kosten gedekt door dit besluit dient plaats te vinden tijdens de looptijd van dit besluit.

    Art. 7. § 1. Om het gebruik van de toelage te verantwoorden dient het centrum vóór 28 februari 2025 een elektronisch verslag in, bestaande uit de gegevens betreffende de activiteiten en een financieel overzicht. Dit verslag dient via de webtoepassing "Uniek Jaarverslag" te worden overgemaakt.

    De oorspronkelijke bewijsstukken blijven ter beschikking met het oog op de controle op het gebruik van de toelage.

    § 2. De niet-gebruikte of niet-verantwoorde bedragen zullen ten laatste op 1 november 2025 aan de Staat worden terugbetaald.

    Art. 8. De toelageperiode van dit besluit loopt van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024.

    Art. 9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.

    Art. 10. De minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.

    BIJLAGE.

    Art. N.

    Bijlage bij het koninklijk besluit van 21 maart 2024 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2024

    OCMW/NIS CPAS NAAM OCMW/NOM CPAS BEDRAG IN EUR/
    MONTANT EN EUR
    11001 AARTSELAAR 5.327,00 €
    11002 ANTWERPEN 797.341,00 €
    11004 BOECHOUT 10.189,00 €
    11005 BOOM 15.985,00 €
    11007 BORSBEEK 13.611,00 €
    11008 BRASSCHAAT 22.641,00 €
    11009 BRECHT 10.438,00 €
    11013 EDEGEM 12.446,00 €
    11016 ESSEN 9.715,00 €
    11018 HEMIKSEM 7.390,00 €
    11021 HOVE 3.620,00 €
    11022 KALMTHOUT 10.540,00 €
    11023 KAPELLEN 11.171,00 €
    11024 KONTICH 12.563,00 €
    11025 LINT 2.652,00 €
    11029 MORTSEL 21.012,00 €
    11030 NIEL 4.768,00 €
    11035 RANST 7.385,00 €
    11037 RUMST 5.289,00 €
    11038 SCHELLE 3.880,00 €
    11039 SCHILDE 6.314,00 €
    11040 SCHOTEN 17.370,00 €
    11044 STABROEK 7.853,00 €
    11050 WIJNEGEM 6.275,00 €
    11052 WOMMELGEM 6.762,00 €
    11053 WUUSTWEZEL 12.839,00 €
    11054 ZANDHOVEN 6.106,00 €
    11055 ZOERSEL 10.583,00 €
    11056 ZWIJNDRECHT 14.890,00 €
    11057 MALLE 9.174,00 €
    12002 BERLAAR 7.471,00 €
    12005 BONHEIDEN 7.530,00 €
    12007 BORNEM 13.025,00 €
    12009 DUFFEL 9.529,00 €
    12014 HEIST-OP-DEN-BERG 26.518,00 €
    12021 LIER 46.336,00 €
    12025 MECHELEN 144.808,00 €
    12026 NIJLEN 11.079,00 €
    12029 PUTTE 8.493,00 €
    12035 SINT-KATELIJNE-WAVER 11.217,00 €
    12040 WILLEBROEK 30.568,00 €
    12041 PUURS-SINT-AMANDS 9.524,00 €
    13001 ARENDONK 5.483,00 €
    13002 BAARLE-HERTOG 1.515,00 €
    13003 BALEN 12.102,00 €
    13004 BEERSE 6.181,00 €
    13006 DESSEL 6.067,00 €
    13008 GEEL 33.727,00 €
    13010 GROBBENDONK 5.294,00 €
    13011 HERENTALS 17.436,00 €
    13012 HERENTHOUT 5.019,00 €
    13013 HERSELT 8.403,00 €
    13014 HOOGSTRATEN 9.565,00 €
    13016 HULSHOUT 4.929,00 €
    13017 KASTERLEE 9.517,00 €
    13019 LILLE 8.677,00 €
    13021 MEERHOUT 6.131,00 €
    13023 MERKSPLAS 3.577,00 €
    13025 MOL 29.508,00 €
    13029 OLEN 5.863,00 €
    13031 OUD-TURNHOUT 4.542,00 €
    13035 RAVELS 6.307,00 €
    13036 RETIE 5.888,00 €
    13037 RIJKEVORSEL 5.625,00 €
    13040 TURNHOUT 64.611,00 €
    13044 VORSELAAR 3.827,00 €
    13046 VOSSELAAR 5.048,00 €
    13049 WESTERLO 10.239,00 €
    13053 LAAKDAL 6.240,00 €
    21001 ANDERLECHT 528.677,00 €
    21002 AUDERGHEM/OUDERGHEM 54.688,00 €
    21003 BERCHEM-SAINTE-AGATHE/SINT-AGATHA-BERCHEM 46.392,00 €
    21004 BRUXELLES/BRUSSEL 615.554,00 €
    21005 ETTERBEEK 142.999,00 €
    21006 EVERE 144.401,00 €
    21007 FOREST/VORST 184.184,00 €
    21008 GANSHOREN 45.882,00 €
    21009 IXELLES/ELSENE 213.580,00 €
    21010 JETTE 135.291,00 €
    21011 KOEKELBERG 70.251,00 €
    21012 MOLENBEEK-SAINT-JEAN/SINT-JANS-MOLENBEEK 514.419,00 €
    21013 SAINT-GILLES/SINT-GILLIS 187.086,00 €
    21014 SAINT-JOSSE-TEN-NOODE/SINT-JOOST-TEN-NODE 130.575,00 €
    21015 SCHAERBEEK/SCHAARBEEK 572.202,00 €
    21016 UCCLE/UKKEL 139.098,00 €
    21017 WATERMAEL
    ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT