Koninklijk besluit houdende bepaalde begeleidingsmaatregelen toepasselijk op de personeelsleden die behoren tot een directie of een dienst van de federale politie waarvan de gewone plaats van het werk verplaatst wordt naar een ander gerechtelijk arrondissement, de 13 novembre 2023

Artikel 1. Dit koninklijk besluit is van toepassing op de personeelsleden die behoren tot een directie of een dienst van de federale politie waarvan de gewone plaats van het werk wordt verplaatst naar een ander gerechtelijk arrondissement.

Art. 2. Het personeelslid bedoeld in artikel 1 kan, in onderling akkoord met de bevoegde overheid bedoeld in artikel VIII.I.1, 1°, van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol), het jaarlijks vakantieverlof bedoeld in de artikelen VIII.III.1 en VIII.III.1bis, RPPol, de twee reglementaire feestdagen bedoeld in artikel I.I.1, 19°, RPPol vastgelegd door de bevoegde overheid en de vervangende verlofdagen verkregen overeenkomstig de artikelen VIII.III.13, § 1, eerste lid en VIII.III.14 RPPol, waarop het recht heeft vanaf de datum van de verplaatsing van de gewone plaats van het werk, in uren opnemen.

Het personeelslid bedoeld in artikel 1 kan vragen om de in het eerste lid bedoelde mogelijkheid te genieten gedurende een periode van twee jaar, eventueel verlengbaar in onderling akkoord met de in het eerste lid bedoelde bevoegde overheid. Deze periode van twee jaar vangt aan op de datum waarop de verplaatsing van de gewone plaats van het werk daadwerkelijk plaats heeft.

Art. 3. Indien het niet opteert voor de tussenkomst van de werkgever bedoeld in artikel XI.V.1 RPPol, geniet het personeelslid bedoeld in artikel 1 een kilometervergoeding.

Deze kilometervergoeding is verschuldigd als aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan :

  1. voor het gedeelte van de met zijn persoonlijk voertuig afgelegde trajecten tussen de woonplaats of verblijfplaats en de nieuwe gewone plaats van het werk dat het traject tussen de woonplaats of verblijfplaats en de oude gewone plaats van het werk overschrijdt en waarbij dit overschrijdende gedeelte meer dan vijf kilometer bedraagt;

  2. gedurende een periode die aanvangt op de datum waarop de verplaatsing van de gewone plaats van het werk daadwerkelijk heeft plaats gevonden en die eindigt, naargelang het geval, bij het verstrijken van een termijn van een jaar of op het moment dat het personeelslid een mobiliteit maakt, indien deze mobiliteit plaatsvindt voor het verstrijken van deze termijn van een jaar.

Het bedrag van deze kilometervergoeding is gelijk aan dat bedoeld in artikel XI.IV.106 RPPol.

Art. 4. In afwijking van artikel XI.III.28, eerste lid, RPPol, blijft het personeelslid bedoeld in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT