Koninklijk besluit houdende de basisbankdienst voor ondernemingen, de 16 décembre 2022

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. wet van 18 september 2017: de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten;

  2. lidstaat: een lidstaat van de Europese Unie of in zoverre het akkoord over de Europese Economische Ruimte het voorziet, een Staat die dit akkoord heeft ondertekend;

  3. derde land: een Staat die geen partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

  4. verordening (EG) nr. 2368/2002: Verordening (EG) nr. 2368/2002 van de Raad van 20 december 2002 tot uitvoering van het Kimberleyprocescertificering voor de internationale handel in ruwe diamant;

  5. uiteindelijk begunstigden: de personen vermeld in artikel 4, eerste lid, 27°, a) en c), van de wet van 18 september 2017;

  6. koninklijk besluit van 7 oktober 2013: het koninklijk besluit van 7 oktober 2013 tot goedkeuring van het reglement genomen in uitvoering van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme voor de handelaren in diamant geregistreerd onder toepassing van artikel 169, § 3, van de programmawet van 2 augustus 2002;

  7. diamanthandelaar: de handelaren in diamant bedoeld in artikel 169, § 3, van de programmawet van 2 augustus 2002.

    HOOFDSTUK 2. - De basisbankdienst-kamer

    Afdeling 1. - De bevoegdheden

    Art. 2. § 1. Overeenkomstig artikel VII.59/4, § 3, zevende lid, van het Wetboek van economisch recht wordt een basisbankdienst-kamer opgericht die belast is met het aanwijzen van een basisbankdienst-aanbieder voor ondernemingen.

    § 2. De basisbankdienst-kamer oordeelt over de ontvankelijkheid en de volledigheid van een aanvraag tot het verkrijgen van de basisbankdienst.

    Een aanvraag is ontvankelijk wanneer zij volgende elementen bevat:

  8. een verklaring op eer dat de onderneming of diplomatieke zending niet reeds beschikt over een basisbankdienst of een betaalrekening waarmee zij gebruik kan maken van de in artikel VII.59/4, § 2, bedoelde diensten, noch bij een kredietinstelling naar Belgisch recht, noch bij een kredietinstelling gevestigd in een andere lidstaat;

  9. een bevestiging, gestaafd met de nodige bewijsstukken, van het feit dat de onderneming of diplomatieke zending ten minste driemaal een aanvraag tot betalingsdiensten zoals bepaald in artikel VII.59/4, § 1, van het Wetboek van economisch recht, is geweigerd en, in voorkomend geval, dat zij ervan in kennis werd gesteld dat haar rekeningen zullen worden opgezegd;

  10. een volledig aanvraagformulier, bedoeld in artikel 16, dat werd bezorgd aan de basisbankdienst-kamer.

    § 3. De basisbankdienst-kamer controleert of alle vereiste documenten, zoals vermeld in het aanvraagformulier bedoeld in artikel 16, aanwezig zijn.

    § 4. Overeenkomstig artikel VII.59/4, § 3, vierde lid, van het Wetboek van economisch recht, wint de basisbankdienst-kamer een vertrouwelijk advies in bij de Cel voor financiële informatieverwerking, ingesteld bij de wet van 18 september 2017, over de onderneming of diplomatieke zending.

    § 5. Een dossier wordt als volledig beschouwd wanneer het advies van de Cel voor financiële informatieverwerking is verkregen of wanneer dit advies uitblijft na zestig kalenderdagen.

    § 6. Eens de aanvraag tot het verkrijgen van de basisbankdienst als ontvankelijk en volledig wordt beoordeeld beslist de basisbankdienst-kamer over de aanwijzing van een basisbankdienst-aanbieder.

    De beslissing van de basisbankdienst-kamer wordt per aangetekende zending ter kennis gebracht aan de aanvragende onderneming of diplomatieke zending en, in voorkomend geval, aan de basisbankdienst-aanbieder.

    § 7. De basisbankdienst-kamer vraagt aan de ondernemingen bedoeld in artikel 10, § 1, de bijkomende informatie op als bedoeld in artikel 10, §§ 2, 3, en 7, 1° en 3°, en, in voorkomend geval, artikel 11, §§ 2, 3, en 4.

    De basisbankdienst-kamer vraagt aan de ondernemingen die gebruik maken van de betalingsdiensten bedoeld in artikel I.9, 1°, a), b) en c), van het Wetboek van economisch recht de informatie op als bedoeld in artikel 12 en, in voorkomend geval, artikel 14.

    De aanvragende onderneming verstrekt deze informatie binnen de termijn als vastgelegd in het verzoek.

    De basisbankdienst-kamer voert geen inhoudelijke controle uit op de in het eerste, tweede en derde lid bedoelde informatie.

    De basisbankdienst-kamer geeft de in het eerste, tweede en derde lid, bedoelde informatie door aan de basisbankdienst-aanbieder die controleert of de aanvragende onderneming voldoet aan de voorwaarden als bedoeld in het eerste, tweede en derde lid.

    Indien de onderneming niet voldoet aan de voorwaarden als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid, motiveert de basisbankdienst-aanbieder op schriftelijke wijze de weigering.

    De basisbankdienst-kamer kan bijkomende informatie opvragen in het kader van de naleving van de maatregelen als bedoeld in de artikelen 10, 11, 12 en 14.

    § 8. Onverminderd de verplichtingen van de basisbankdienst-aanbieder in het kader van de wet van 18 september 2017, in het bijzonder met betrekking tot identificatie en identiteitsverificatie, en in voorkomend geval de controle in het kader van de voorwaarden bedoeld in paragraaf 7, eerste, tweede en derde lid, biedt de basisbankdienst-aanbieder binnen tien werkdagen na kennisgeving van de beslissing van de basisbankdienst-kamer de basisbankdienst aan de aanvragende onderneming of diplomatieke zending aan.

    Indien de basisbankdienst-aanbieder de basisbankdienst niet kan verlenen binnen de termijn van tien werkdagen omwille van de verplichtingen in het kader van de wet van 18 september 2017, in het bijzonder met betrekking tot identificatie en identiteitsverificatie, en in voorkomend geval de controle in het kader van de voorwaarden bedoeld in paragraaf 7, eerste, tweede en derde lid, brengt de basisbankdienst-aanbieder de onderneming of de diplomatieke zending en de basisbankdienst-kamer schriftelijk op de hoogte.

    Indien de basisbankdienst-aanbieder de basisbankdienst niet verleent, brengt de basisbankdienst-aanbieder de onderneming of de diplomatieke zending en de basisbankdienst-kamer schriftelijk op de hoogte van deze beslissing.

    Afdeling 2. - De wijze van spreiding

    Art. 3. De systeemrelevante kredietinstellingen als bedoeld in artikel VII.59/4, § 3, vijfde lid, van het Wetboek van economisch recht komen in aanmerking als basisbankdienst-aanbieder.

    De wijze van spreiding voor de aanwijzing gebeurt volgens een proportionele verdeling op basis van volgende criteria:

  11. het marktaandeel van betaalrekeningen, als bedoeld in artikel I.9, 8°, van het Wetboek van economisch recht, van het totale aantal ondernemingen binnen de kredietinstelling;

  12. de aangevraagde betalingsdiensten;

  13. de betalingsdiensten aangeboden door de kredietinstelling;

  14. een proportionele verdeling van ondernemingen handelend in het kader van hun beroepsactiviteiten als bedoeld in artikel 5, § 1, van de wet van 18 september 2017 per kredietinstelling.

    De systeemrelevante kredietinstellingen als bedoeld in het eerste lid verlenen de basisbankdienst-kamer de nodige medewerking voor het vervullen van haar opdracht, met inbegrip van het aanleveren van juiste en volledige informatie.

    Afdeling 3. - De leden

    Art. 4. De basisbankdienst-kamer is samengesteld uit:

  15. twee ambtenaren aangewezen door de minister bevoegd voor Economie voor een termijn van zes jaar;

  16. maximum vier leden die geen ambtenaren zijn en die beschikken over specifieke kennis van betalingsdiensten van ondernemingen en/of voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en/of diplomatieke aangelegenheden, aangewezen door de minister bevoegd voor Economie voor een termijn van zes jaar.

    Het mandaat van de leden is hernieuwbaar.

    In het geval van vervanging van een lid beëindigt het nieuw aangewezen lid het mandaat van diegene die hij vervangt. De voorzitter wordt gekozen onder de leden. In het geval van vervanging van de voorzitter beëindigt de nieuwbenoemde voorzitter het mandaat van de diegene die hij vervangt.

    Het secretariaat van de basisbankdienst-kamer wordt waargenomen door ambtenaren daartoe aangewezen door de minister bevoegd voor Economie.

    Art. 5. § 1. De basisbankdienst-kamer beraadslaagt geldig indien ten minste de meerderheid van de leden, waaronder de voorzitter, aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

    § 2. Elk lid beschikt over één stem.

    De beslissingen worden genomen volgens gewone meerderheid. Bij een gelijk aantal stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

    Art. 6. De voorzitter en de leden van de basisbankdienst-kamer zijn gehouden tot een discretieplicht.

    Art. 7. Er wordt aan de leden van de basisbankdienst-kamer als bedoeld in artikel 4, eerste lid, 2°, een presentiegeld toegekend, waarvan het bedrag is vastgesteld op 350 euro per vergadering waar het lid aanwezig is geweest.

    De leden als bedoeld in artikel 4, eerste lid, 2°, hebben recht op de terugbetaling van het bedrag van hun werkelijke reiskosten mits voorlegging van bewijskrachtige bescheiden.

    De presentiegelden zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand die voorafgaat aan de inwerkingtreding van deze bepaling.

    Afdeling 4. - De werking

    Art. 8. De basisbankdienst-kamer bepaalt haar huishoudelijk reglement en legt het ter goedkeuring voor aan de minister bevoegd voor Economie.

    Art. 9. De kosten van het secretariaat van de basisbankdienst-kamer worden gedragen door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O, Middenstand en Energie.

    HOOFDSTUK 3. - Specifieke bijkomende risicobeperkende maatregelen

    Art. 10. § 1. Volgende specifieke bijkomende risicobeperkende maatregelen zijn van toepassing op de ondernemingen handelend in het kader van hun gereglementeerde beroepsactiviteiten als bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, van de wet van 18 september 2017 die een basisbankdienst-aanbieder werden toegewezen door de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT