Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een uitzonderlijk bedrag aan de bloedinstellingen voor het jaar 2023, de 21 juillet 2023
Artikel 1. De in dit besluit bedoelde betalingen dekken de financiering van de bijkomende kosten veroorzaakt door de realisatie van de NAT-tests HIV1 en HCV voor de periode 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.
Art. 2. Het totale budget (TB) toegekend aan alle bloedinstellingen in 2023 is beperkt tot 9.901.249 EUR.
Art. 3. § 1. Per bloedinstelling wordt een uitzonderlijk bedrag toegekend dat berekend wordt door het bedrag van 913.984 EUR te verdelen pro rata de provisies bedoeld in artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 6 december 2022 betreffende de toekenning van een subsidie aan bloedinstellingen voor het jaar 2022.
§ 2. Aan de volgende instellingen wordt vóór de laatste dag van de tweede maand die volgt op de bekendmaking van dit besluit het hierna vermelde uitzonderlijk bedrag uitgekeerd:
-
539.700,26 EUR aan "het Rode Kruis Vlaanderen" te Mechelen door storting op het rekeningnummer BE85 0013 7606 2006 van Rode Kruis - Vlaanderen, Dienst voor het Bloed, Motstraat, 40 - 2800 Mechelen;
-
314.528,36 EUR aan "la Croix Rouge de Belgique" te Ukkel door storting op het rekeningnummer BE68 0014 1611 6134 van Croix Rouge de Belgique, Service du Sang, Stallestraat, 96 - 1180 Brussel;
-
42.706,39 EUR aan de vzw "La Transfusion du Sang" te Charleroi door storting op het rekeningnummer BE17 0910 1107 6621 van La Transfusion du Sang, Boulevard Joseph II, 11B, 6000 Charleroi;
-
17.048,99 EUR aan de vzw "CHU UCL Namur" te Yvoir door storting op het rekeningnummer BE30 0015 4082 6711 van CHU UCL Namur asbl, Avenue Docteur G. Thérasse, 1, 5530 Yvoir.
Art. 4. De bedragen van het voorschot en het saldo voor het jaar 2023, als bedoeld in artikel 7bis, tweede lid, van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong, zullen bij afzonderlijk koninklijk besluit worden bepaald.
Bij de berekening van het in het eerste lid bedoelde saldo zal rekening worden gehouden met het uitzonderlijk bedrag bedoeld in artikel 3.
De toegekende subsidies, met inbegrip van het uitzonderlijk bedrag bedoeld in artikel 3, mogen de werkelijk gedane kosten in geen geval overschrijden.
Art. 5. De minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, wordt belast met de uitvoering van dit...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI