Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een toelage voor een veiligheids- en samenlevingscontract voor gemeenten die vroeger een veiligheids- en samenlevingscontract hadden in het kader van de implementatie van een lokaal beleid voor veiligheid en preventie voor het jaar 2015, de 20 octobre 2015

Titel 1. - Financiële modaliteiten inzake de toekenning van de financiële toelage

Artikel 1. § 1 Voor 2015 wordt een financiële hulp toegekend van 14.898.000 euro aan de 29 gemeenten die een veiligheids- en samenlevingscontract hadden afgesloten met toepassing van het koninklijk besluit van 27 mei 2002 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de gemeenten moeten voldoen om een financiële toelage van de Staat te genieten in het kader van een overeenkomst betreffende de criminaliteitspreventie, teneinde de kosten te dekken die gepaard gaan met de oprichting van een lokaal veiligheids- en preventiebeleid.

§ 2 Een bijkomende financiële hulp van 600.000 euro wordt toegekend voor de financiering van projecten in het kader van de preventie van gewelddadige radicalisering in de steden Anderlecht, Antwerpen, Brussel, Luik, Maaseik, Mechelen, Schaarbeek, Sint-Jans-Molenbeek, Verviers en Vilvoorde. In dat kader wordt een financiële steun van 60.000 euro toegekend aan elk van de gemeenten betrokken bij de financiering van projecten ter preventie van gewelddadige radicalisering.

Art. 2. Deze uitgave wordt aangerekend op het begrotingsartikel 56 82 432202 van de sectie 13, van de algemene uitgavenbegroting voor het jaar 2015.

Art. 3. De aanwending van de financiële toelage beoogt eveneens een maximale synergie met het zonaal veiligheidsplan en het strategisch veiligheids- en preventieplan te waarborgen, en viseert de 3 volgende activiteitssectoren :

  1. Activiteitssector 1 : Bijdrage aan de werking van de politiezones;

  2. Activiteitssector 2 : Bestrijding van de criminaliteit, de overlast en het onveiligheidsgevoel;

  3. Activiteitssector 3 : Gewelddadige radicalisering.

    Titel 2. - Financiële modaliteiten inzake de aanwending van de toelage

    Hoofdstuk 1. . - Bestemming van de toelage

    Art. 4. De aanwending van de toelage is onderworpen aan het annualiteitsbeginsel van de uitgaven. Alleen de tussen 1 januari en 31 december van het betreffende jaar vastgelegde uitgaven zullen in overweging genomen worden bij de financiële afrekening opgesteld door de Algemene Directie Veiligheid en Preventie.

    Art. 5. Kunnen in aanmerking genomen worden voor de financiële toelage, enkel de uitgaven die betrekking hebben op het lokale veiligheids- en preventiebeleid. Dit betekent dat de verrichte uitgaven verband houden met één of meerdere schakels van de veiligheidsketen, m.a.w. met preventie, reactie/repressie en nazorg van de daders en de slachtoffers, en dit in het kader van de bevoegdheden van de Minister van Binnenlandse Zaken. De uitgaven hebben betrekking op de domeinen van criminaliteitsbestrijding, overlast en over het algemeen het onveiligheidsgevoel. Deze uitgaven kunnen specifiek worden geboekt op de 3 activiteitssectoren .

    De lijst met de in aanmerking komende uitgaven per activiteitssector bevindt zich in bijlage 2 bij dit besluit.

    Hoofdstuk 2. - Betalingsmodaliteiten

    Art. 6. § 1. De vastlegging en de vereffening van deze toelagen gebeurt onder voorbehoud van de beschikbare kredieten.

    § 2. De vereffening van de verschuldigde toelagen gebeurt volgens een voorschot/saldosysteem.

    Een voorschot van 60% van het totaal van de toegekende toelage zal worden gestort aan de gemeente. De betaling van dit voorschot gebeurt per schijf.

    Het saldo zal worden gestort na grondige controle van de door de gemeente ingediende uitgaven.

    Art. 7. De onverschuldigde bedragen, die na grondige controle van de uitgaven worden vastgesteld, worden van rechtswege teruggevorderd door de Algemene Directie Veiligheid en Preventie.

    Titel 3. - Controlewerkwijze voor de financiële toelage

    Art. 8. § 1 De gemeenten mailen tegen uiterlijk 30/06/2016 het financieel dossier door aan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie via het online ICT-platform, als bewijs voor de aanwending van de toelage.

    Het financieel dossier is samengesteld uit de volgende documenten :

    - gemeenteverklaring tot goedkeuring van het financieel dossier;

    - bewijsdocumenten en betalingsbewijzen waarin verklaard wordt dat elke uitgave werd aangewend en betaald;

    - het elektronisch overzicht van de uitgaven dat ter beschikking gesteld wordt bij de Algemene Directie Veiligheid en Preventie.

    § 2. Onder "bewijsdocumenten" verstaat men : de facturen die uitgaan van externe leveranciers, de bestelbons die van de steden of gemeenten uitgaan, gedetailleerde schuldvorderingen en interne facturen. De volledige en leesbare documenten kunnen :

    - de originele exemplaren zijn;

    - ofwel de voor eensluidend verklaarde afschriften;

    - ofwel de kopieën gepaard gaande van de verklaring op erewoord van de gemeenteontvanger waarin de gedetailleerde en volledige lijst van de ingezonden kopieën is opgenomen en waarin geattesteerd wordt dat zij met de originele documenten overeenstemmen.

    Onder "betalingsbewijs" verstaat men : de kopieën van rekeninguittreksels of ieder door de begunstigde van een kwijting voorziene document of, bij gebreke daaraan, een verklaring op erewoord van de gemeenteontvanger waarin de gedetailleerde en volledige lijst van de gedane uitgaven is opgenomen en waarin verklaard wordt dat zij wel degelijk betaald werden. Kopieën van een betalingsopdracht of bevel hebben geen enkele bewijswaarde.

    Art. 9. De Algemene Directie Veiligheid en Preventie voert een grondige controle uit van de bestanddelen van het financieel dossier dat door de steden en gemeenten wordt ingediend. De controle heeft betrekking op :

  4. de ontvankelijkheid van de ingediende bewijsdocumenten. Een document wordt als ontvankelijk beschouwd zodra de in onderhavig besluit vermelde voorwaarden worden nageleefd.

  5. het in aanmerking komen van de uitgaven die door de stad of gemeente worden ingediend en gerechtvaardigd.

    Art. 10. De Algemene Directie Veiligheid en Preventie kan bijkomende informatie of bewijsdocumenten opvragen. Het niet bezorgen van de opgevraagde aanvullingen leidt tot de afwijzing van de betrokken uitgaven.

    Art. 11. Na afloop van de controle ontvangt elke stad of gemeente een voorlopige afrekening en beschikt ze over maximum twintig werkdagen om haar akkoord te geven of, in geval van niet-akkoord over de toegekende bedragen, haar argumenten voor te leggen. Deze termijn begint te lopen vanaf de datum waarop de stad of gemeente de afrekening ontvangen heeft.

    Na die termijn, of in geval van akkoord over de bedragen van de afrekening, stelt de Algemene Directie Veiligheid en Preventie de definitieve afrekening op.

    Titel 4. - Eindbepalingen

    Art. 12. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2015.

    Art. 13. Onze Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

    BIJLAGEN.

    Art. N1. Bijlage 1. - BEDRAGEN VAN DE TOELAGE PER STAD EN GEMEENTE

    Post Nr Gemeente Bedrag
    9300 Aalst € 279.803,07
    1070 Anderlecht € 582.677,35
    2000 Antwerpen € 1.554.175,58
    8000 Brugge € 126.409,15
    1000 Brussel € 2.012.938,22
    6000 Charleroi € 377.803,79
    1050 Elsene € 697.377,28
    1040 Etterbeek € 230.092,00
    3600 Genk € 516.995,22
    9000 Gent € 1.036.832,06
    3500 Hasselt € 500.263,80
    1081 Koekelberg € 173.278,56
    8500 Kortrijk € 214.042,49
    7100 La Louvière € 272.701,82
    3000 Leuven € 312.469,99
    4020 Liège € 1.565.538,72
    2800 Mechelen € 336.162,12
    7000 Mons € 142.031,91
    5000 Namur € 144.589,03
    8400 Oostende € 345.138,02
    4100 Seraing € 717.827,57
    1030 Schaarbeek € 589.778,60
    1060 Sint-Gillis € 737.145,46
    1080 Sint-Jans-Molenbeek € 473.312,33
    1210 Sint-Joost-Ten-Node € 204.525,22
    9100 Sint-Niklaas € 285.484,06
    7500 Tournai € 183.220,34
    4800 Verviers € 282.478,20
    1190 Vorst € 482.908,04
    1800 Vilvoorde € 60.000,00
    3680 Maaseik € 60.000,00
    TOTAAL € 15.498.000

    Art. N2. Bijlage 2. - LIJST DER IN AANMERKING KOMENDE UITGAVEN

    ACTIVITEITSSECTOR 1

    1. ALGEMEEN

      Kan worden aangerekend op de vergoeding :

      - storting van een deel van of de hele toelage aan de politiezone;

      - storting van een deel of van de hele toelage aan de politiezone die in mindering wordt gebracht van het verschuldigde bedrag door de gemeente voor de werking van de politiezone.

    2. BIJZONDERHEDEN

      2.1. Tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken in het kader van specifieke projecten

      De kosten ten laste genomen door de toelage dekken de personeels-, werkings- en investeringskosten die de politiezone nodig heeft voor de uitvoering van specifieke opdrachten en/of de implementatie van specifieke projecten voor rekening van de gemeente, en dit behoudens de algemene kosten die voortvloeien uit de algemene/gewone werking van de zone.

      In dit geval zullen de gerechtvaardigde kosten moeten beantwoorden aan de financiële beperkingen en richtlijnen die zijn voorzien in het kader van de activiteitssector 2 en meer in het bijzonder aan de vereisten die worden gesteld in het kader van de overdracht van kredieten naar een instelling die een afzonderlijke juridische entiteit heeft.

      2.2. Tussenkomst van de Minister van Binnenlandse Zaken in mindering wordt gebracht van het verschuldigde bedrag door de gemeente voor de werking van de politiezone

      De kosten ten laste genomen door de toelage dekken zowel de gewone kosten die voortvloeien uit de werking van de politiezone als de personeels-, opleidings- en investeringskosten die nodig zijn voor de uitvoering van de opdrachten van de zone voor rekening van de gemeente.

      In het kader van een meergemeentezone zullen dus alleen de kosten die gepaard gaan met het aandeel van de begunstigde gemeente van de toelage worden gedekt.

      LIJST DER IN AANMERKING KOMENDE UITGAVEN

      ACTIVITEITSSECTOR 2 ET 3

      PERSONEELSKOSTEN

    3. ALGEMEEN

      De personeelskosten verwijzen naar de loonkosten of elke andere kost die door de werkgever worden gedragen voor de indienststelling aangeworven personeel. Hierin zijn begrepen : de premies en de sociale bijdragen en dat rekening houdend met het toegekende forfaitair bedrag.

      1.1. Aanvaarde uitgaven :

      - Verloning;

      - Werkgeversbijdragen;

      - Vakantiegeld;

      - Eindejaarspremie;

      - Tweetaligheidspremie;

      - vergoeding voor onregelmatige prestaties;

      -...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT