Koninklijk besluit betreffende de toegang tot het beroep van bedrijfsrevisor, de 17 août 2018

HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1. Dit koninklijk besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad.

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. wet : de wet van 7 december 2016 tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren;

  2. richtlijn 2006/43/EG : de richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad;

  3. Hoge Raad : de Hoge Raad voor de economische beroepen, opgericht bij artikel 54 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen;

  4. Instituut : het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, bedoeld in artikel 64 van de wet;

  5. Raad : de Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren;

  6. algemene vergadering : de algemene vergadering van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, bepaald in artikel 66 van de wet;

  7. stagiair : een natuurlijk persoon die beantwoordt aan de voorwaarden opgesomd in artikel 75, § 1, van de wet en die ingeschreven is op de lijst van stagiairs;

  8. stagemeester : een bedrijfsrevisor-natuurlijk persoon die een stageovereenkomst heeft afgesloten goedgekeurd door de Stagecommissie overeenkomstig artikel 7, 1° ;

  9. voorzitter : de voorzitter van de Stagecommissie bedoeld in artikel 75 van de wet.

    HOOFDSTUK 2. - Stagecommissie

    Afdeling 1. - Samenstelling en werking

    Art. 3. § 1. Er wordt in de schoot van het Instituut een commissie opgericht die belast is met de organisatie van de toegang tot het beroep van bedrijfsrevisor. Deze commissie, overeenkomstig artikel 75 van de wet, wordt de Stagecommissie genoemd.

    § 2. De Stagecommissie telt tien leden bedrijfsrevisoren-natuurlijke personen, die niet de hoedanigheid hebben van "tijdelijk verhinderd bedrijfsrevisor" en waaronder minstens twee leden van de Raad zijn.

    § 3. De leden van de Stagecommissie worden benoemd door de Raad voor een hernieuwbaar mandaat van drie jaar uiterlijk op de eerste vergadering die volgt op de jaarlijkse algemene vergadering van het Instituut. De voorzitter en de ondervoorzitter van de Stagecommissie worden door de Raad aangeduid onder de leden van de Stagecommissie die in de Raad zetelen.

    § 4. De Stagecommissie is zodanig samengesteld dat zij de aanvragen van de kandidaten kan behandelen in de officiële taal van hun keuze.

    § 5. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt de vergadering voorgezeten door de ondervoorzitter. Bij afwezigheid van de voorzitter en de ondervoorzitter wordt de vergadering voorgezeten door het aanwezige lid met de meeste anciënniteit in het openbaar register.

    Art. 4. § 1. De Stagecommissie vergadert op uitnodiging van de voorzitter telkens het belang van het Instituut het vereist en ten minste achtmaal per jaar. De uitnodiging vermeldt de agenda van de vergadering. Behoudens in geval van hoogdringendheid wordt de uitnodiging minstens vijf dagen voorafgaand aan de vergadering verstuurd, desgevallend langs elektronische weg.

    § 2. In geval van hoogdringendheid kan de voorzitter de Stagecommissie bijeenroepen voor een vergadering die, in voorkomend geval, kan plaatsvinden door middel van een telefoon- of videoconferentie.

    In dit geval wordt de uitnodiging minstens 24 uur voor de vergadering verstuurd, desgevallend langs elektronische weg.

    § 3. Op verzoek van de Raad vergadert de Stagecommissie binnen vijftien dagen nadat de Raad haar daarom heeft verzocht.

    Art. 5. De Stagecommissie kan slechts geldig beraadslagen wanneer ten minste vijf leden aanwezig zijn.

    De beslissingen van de Stagecommissie worden bij eenvoudige meerderheid van stemmen genomen.

    Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter of het lid dat de vergadering voorzit, doorslaggevend.

    Art. 6. De beraadslagingen van de Stagecommissie worden opgenomen in notulen die door de Stagecommissie goedgekeurd worden, ondertekend worden door de voorzitter van de Stagecommissie en minstens één lid die de vergadering heeft bijgewoond. Deze notulen worden op de zetel van het Instituut bewaard en een afschrift ervan wordt aan de leden van de Stagecommissie verstrekt, alsook bij uittreksel aan de belanghebbende die er om verzoekt.

    Afdeling 2. - Opdrachten

    Art. 7. De Stagecommissie organiseert en beheert het verloop van de stage, met name :

  10. zij keurt de stageovereenkomsten en de toelating tot de stage goed;

  11. zij stelt de lijst op van de stagiairs, actualiseert deze op regelmatige basis en maakt deze lijst bekend op de website van het Instituut;

  12. zij houdt toezicht op het goede verloop van de stage zowel wat de stagiair als de stagemeester betreft en kan desgevallend de nodige maatregelen treffen ten aanzien van één of beide partijen;

  13. zij evalueert de opleiding, alsook de diversiteit van de revisorale opdrachten gegeven door de stagemeester en geeft de nodige richtlijnen indien zij de verstrekte opleiding onvoldoende vindt of de aan de stagiair gegeven revisorale opdrachten niet genoeg gediversifieerd zijn;

  14. zij treedt bemiddelend op in geschillen tussen stagemeesters en stagiairs;

  15. zij beslist in de gevallen bepaald in dit besluit, over de verlenging of de verkorting van de stageduur, de opschorting van de stage, de herneming van de stage, de verandering van stagemeester en de stage in het buitenland;

  16. zij beoordeelt de stagedagboeken in functie van een voldoende diversiteit aan revisorale opdrachten tijdens de stage;

  17. zij organiseert stageseminaries in de vakgebieden waarin de stagiair geacht wordt zich te bekwamen alsook in aanverwante domeinen;

  18. zij organiseert de stage-examens bedoeld in artikel 27 alsook het bekwaamheidsexamen, bedoeld in artikel 40;

  19. zij beslist over de vrijstellingen voor de theoretische stage-examens bedoeld in artikel 28, § 1;

  20. zij waakt over de opstelling en verbetering van de praktische stage-examens bedoeld in artikel 28, § 2, en delibereert deze examens;

  21. zij kan de stagiairs bijkomende taken opleggen ter vervolmaking van hun opleiding;

  22. zij beslist over de toelating tot het bekwaamheidsexamen volgens de voorwaarden voorzien in artikel 38, § 2;

  23. zij dient de Raad, ambtshalve of op diens vraag, van advies over alle kwesties betreffende de stage;

  24. zij kan aan de Raad alle inlichtingen met betrekking tot een (kandidaat-)stagemeester of een stagiair vragen of meedelen voor zover zij deze nuttig acht in het kader van haar werkzaamheden;

  25. zij stelt aan de Raad de toelating tot de eed voor overeenkomstig de regelen voorzien in artikel 43, § 1;

  26. zij stelt de administratieve doorhaling vast van de stagiairs van de lijst van de stagiairs ingevolge de toepassing van de artikelen 21, 23, § 5, en 41, § 2.

    Art. 8. § 1. In de uitoefening van haar opdrachten opgesomd in artikel 7 kan de Stagecommissie alle nuttige inlichtingen opvragen bij de (kandidaat-)stagemeester of de (kandidaat-)stagiair teneinde zich ervan te vergewissen dat de stage beantwoordt aan de voorschriften die voortvloeien uit dit besluit. Zij kan eveneens aan de (kandidaat-)stagemeesters en de (kandidaat-)stagiairs verzoeken om voor haar te verschijnen. Voornoemde bevoegdheden kunnen door de Stagecommissie worden opgedragen aan één of meerdere van haar leden.

    § 2. De stagemeester die het voorwerp uitmaakt van één of meerdere maatregelen zoals voorzien in artikel 59, § 1, van de wet, is ertoe gehouden de Stagecommissie hiervan in kennis te stellen van zodra deze beslissing definitief is geworden.

    Art. 9. De Stagecommissie brengt jaarlijks verslag uit aan de Raad over haar werkzaamheden. Zij formuleert de opmerkingen en voorstellen die zij nuttig acht.

    De Stagecommissie overhandigt jaarlijks dit verslag, alsook een verslag over de vormingsactiviteiten van de stagiairs georganiseerd door het Instituut, aan de Hoge raad.

    Afdeling 3. - Examencommissie

    Art. 10. § 1. Er wordt een Examencommissie opgericht, samengesteld uit personen die de vakgebieden bedoeld in artikel 28, § 1, doceren aan een universiteit of aan een instelling van het hoger onderwijs van het lange type. Onder deze personen mag de meerderheid niet beschikken over de hoedanigheid van bedrijfsrevisor.

    De Examencommissie is samengesteld uit minstens tien leden, die zijn benoemd door de Stagecommissie. De Examencommissie bepaalt haar huishoudelijk reglement dat door de Stagecommissie wordt goedgekeurd.

    § 2. De Examencommissie is belast met het opstellen van de vragen, de verbetering van de theoretische stage-examens bedoeld in artikel 28, § 1, evenals met de deliberatie van deze examens.

    De Stagecommissie bepaalt de kalender van de Examencommissie.

    HOOFDSTUK 3. - Toegang tot de stage

    Afdeling 1. - Diploma

    Art. 11. Onverminderd de bepalingen bedoeld in artikel 75, § 1, van de wet, dienen de kandidaten om tot de stage te worden toegelaten, houder te zijn van een masterdiploma overeenkomstig de Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013 of het decreet van de Franse Gemeenschap van 7 november 2013 tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies.

    Afdeling 2. - Stagemeester

    Art. 12. § 1. De stage wordt verricht onder het toezicht van de Stagecommissie bij een stagemeester, bedrijfsrevisor-natuurlijk persoon die op het ogenblik van de aanvang van de stage, overeenkomstig artikel 75, § 1, 4°, van de wet, minstens vijf jaar in het openbaar register is ingeschreven en beantwoordt aan de door de Stagecommissie gestelde voorwaarden.

    § 2. De stagemeester zorgt, overeenkomstig de voorschriften van de Stagecommissie, voor de goede deontologische vorming en beroepsopleiding van de stagiair. Hij vertrouwt de stagiair werk toe...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT