Koninklijk besluit betreffende de pleziervaart, de 28 juin 2019

HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. Beneden-Zeeschelde: het gedeelte van de Schelde tussen de Royerssluis en de grens met Nederland inclusief de havens die daarmee in open gemeenschap zijn;

  2. de administratie: het Directoraat-generaal Scheepvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;

  3. de scheepvaartcontrole: de personeelsleden van de administratie aangeduid door de Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Scheepvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;

  4. wet: de wet van 5 juli 2018 betreffende de pleziervaart;

  5. op de markt aanbieden: het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een product met het oog op distributie, consumptie of gebruik op de markt van de Europese Unie;

  6. in de handel brengen: het voor het eerst in de Europese Unie op de markt aanbieden van een product;

  7. in bedrijf stellen: het eerste gebruik in de Europese Unie door de eindgebruiker ervan;

  8. fabrikant: een natuurlijke of rechtspersoon die een product vervaardigt of een product laat ontwerpen of vervaardigen en het onder zijn naam of merknaam verhandelt;

  9. gemachtigde: een in de Europese Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door de fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen;

  10. importeur: een in de Europese Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een product uit een derde land in de Europese Unie in de handel brengt;

  11. particuliere importeur: een in de Europese Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van een niet-handelsactiviteit een product uit een derde land in de Europese Unie invoert met het oogmerk dit voor eigen gebruik in bedrijf te stellen;

  12. distributeur: een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, anders dan de fabrikant of de importeur, die een product op de markt aanbiedt;

  13. marktdeelnemers: de fabrikant, de gemachtigde, de importeur en de distributeur;

  14. gemachtigde organisatie: een organisatie bedoeld in artikel 8, § 4 van de wet;

  15. pleziervaartorganisatie: een organisatie bedoeld in artikel 4.10;

  16. ICC: het internationaal certificaat voor de bestuurder van een pleziervaartuig in uitvoering van Resolutie 40 aangenomen door de Werkgroep vervoer scheepvaartwegen van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties op 16 oktober 1998 voor de bestuurders van pleziervaartuigen die zich begeven in de wateren van de landen die uitvoering geven aan die Resolutie;

  17. ingrijpende verbouwing van een pleziervaartuig: een verbouwing van het pleziervaartuig waarbij de wijze van voortstuwing van het pleziervaartuig wordt veranderd, de motor ingrijpend wordt gewijzigd of het pleziervaartuig zodanig wordt gewijzigd dat mogelijkerwijs niet meer wordt voldaan aan de toepasselijke essentiële veiligheids- en milieueisen van dit besluit;

  18. overlegplatform: het Federaal Overlegplatform voor de Pleziervaart zoals bedoeld in artikel 8.9;

  19. brandingsporten: elke sportactiviteit beoefend met tuigen voor brandingsporten die zee kiezen vanaf het strand;

  20. groepsactiviteiten: wedstrijden of sport- en ontspanningsactiviteiten in groepsverband;

  21. "Commissie Pleziervaart": de Commissie voor de Pleziervaart zoals bedoeld in artikel 12 van de wet van 5 juli 2018 betreffende de pleziervaart;

  22. romplengte: de lengte van de romp gemeten volgens de geharmoniseerde norm;

  23. geharmoniseerde norm: een geharmoniseerde norm zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1025/2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad;

  24. zeeverslag: een rapport over een incident dat van belang is voor een veilige navigatie en de veiligheid van bemanning, lading, pleziervaartuig en het mariene milieu;

  25. binnenwateren: zones 0, 1, 2 en 3;

  26. scholing: lessen met als doel te leren varen met een pleziervaartuig, georganiseerd door een Gemeenschap of door een door een Gemeenschap erkende sportfederatie of de bij haar aangesloten sportclubs;

  27. scholingsbrevet: een bewijs dat de houder een door een Gemeenschap georganiseerde of erkende opleiding met goed gevolg heeft volbracht en hierdoor een kwalificatie in het geven van scholing verwerft.

    Art. 1.2. Indien de romplengte van het pleziervaartuig niet bekend is, wordt de lengte over alles als norm gebruikt voor de toepassing van dit besluit.

    Voor de toepassing van dit besluit wordt een beperkte, overdekte bergruimte niet beschouwd als een kajuit.

    Art. 1.3. Voor de toepassing van dit besluit worden de Belgische wateren, de EEZ en de vreemde wateren onderverdeeld in de volgende zones:

  28. zone 0: de niet met de zee verbonden afgesloten wateren die door de Minister nominatief worden aangeduid;

  29. zone 1: alle met de zee verbonden binnenwateren met uitzondering van de Beneden-Zeeschelde;

  30. zone 2: de Beneden-Zeeschelde;

  31. zone 3: de havens van de kust;

  32. zone 4: de zone vanaf het strand tot 6 zeemijl;

  33. zone 5: de zone vanaf 6 zeemijl tot 60 zeemijl;

  34. zone 6: de zone vanaf 60 zeemijl tot 200 zeemijl;

  35. zone 7: de zone voorbij 200 zeemijl.

    De afstanden bedoeld in het eerste lid worden berekend vanaf de laagwaterlijn of vanaf de permanente havenwerken welke buiten de laagwaterlijn uitsteken zoals deze op de op grote schaal uitgevoerde officiële zeekaarten zijn aangegeven.

    Art. 1.4. Pleziervaartuigen die een bijzondere reis ondernemen, kunnen een toelating tot afvaart krijgen die wordt verstrekt voor de duur en onder de voorwaarden bepaald door de scheepvaartcontrole waarbij kan afgeweken worden van de bepalingen van dit besluit.

    De toelating tot afvaart wordt alleen verstrekt als de bijzondere reis geen gevaar oplevert voor de veiligheid van de bemanning, de passagiers, de lading of het marien milieu.

    Art. 1.5. Om een degelijk handhavingsbeleid te kunnen voeren is het noodzakelijk dat alle vaartuigen geregistreerd zijn met het oog op de identificatie van de eigenaar. De registratie is ook noodzakelijk om de eigenaars van de vaartuigen te kennen met het oog op hun fiscale verplichtingen.

    Om dezelfde redenen is het noodzakelijk dat de vaarbevoegdheidsbewijzen en het radarbrevet geregistreerd zijn zodat de geldigheid en de echtheid van de vaartbevoegdheidsbewijzen en het radarbrevet kunnen worden gecontroleerd.

    Art. 1.6. Rekening houdend met het doel opgenomen in artikel 1.5., eerste lid, bedraagt de bewaringstermijn, voor de persoonsgegevens vereist voor registratie, 5 jaar vanaf de laatste dag waarvoor de betrokkene over een geldige registratiebrief beschikte. Bij het verlopen van deze termijn worden de persoonsgegevens gewist.

    Rekening houdend met het doel opgenomen in artikel 1.5., tweede lid, en aangezien de vaarbevoegdheidsbewijzen en het radarbrevet onbeperkt zijn in tijd worden de persoonsgegevens met betrekking tot de vaarbevoegdheidbewijzen en het radarbrevet bewaart tot het overlijden van de betrokken persoon. Bij overlijden en bij melding van het overlijden door de nabestaanden worden alle persoonsgegevens gewist.

    HOOFDSTUK 2. - REGISTRATIE

    Afdeling 1. - De aanvraag tot registratie

    Art. 2.1. § 1. De eigenaar van een pleziervaartuig dat overeenkomstig artikel 5, § 1, 1°, van de wet in België geregistreerd kan worden, kan hiertoe een aanvraag indienen bij de administratie. De eigenaar kan ook een derde machtigen om de aanvraag in te dienen bij de administratie. Deze machtiging wordt uitdrukkelijk vermeld bij de aanvraag.

    Eén aanvraag volstaat als meerdere eigenaars het pleziervaartuig willen laten registreren. De aanvragende eigenaar dient hiervoor een getekende machtiging van de andere eigenaars te verkrijgen.

    § 2. Een marktdeelnemer of de eindgebruiker van een pleziervaartuig dat overeenkomstig artikel 5, § 1, 2°, van de wet in België geregistreerd kan worden, kan hiertoe een aanvraag indienen bij de administratie.

    Art. 2.2. Een aanvraag tot registratie wordt ingediend op elektronische wijze bepaald door de administratie.

    De volgende gegevens worden meegedeeld:

  36. voor wat een natuurlijk persoon betreft: het rijksregisternummer;

  37. voor wat een rechtspersoon betreft: het ondernemingsnummer;

  38. eigendomsbewijs;

  39. de naam en thuishaven van het pleziervaartuig;

  40. de kenmerken van het pleziervaartuig, zijn voornaamste afmetingen en gegevens, het bouwjaar, de bouwplaats, de bouwwerf en het bouwnummer;

  41. in voorkomend geval: het aantal, het bouwjaar, de fabrikant, het fabrieksnummer, de aard en het vermogen in kilowatt van de voortstuwingsmachines;

  42. voor pleziervaartuigen met een romplengte van 2,5 meter tot 24 meter en waterscooters, het bewijs dat het pleziervaartuig overeenkomstig onderafdeling 1 van afdeling 1 van hoofdstuk 3 conform in de handel is gebracht;

  43. voor pleziervaartuigen met een romplengte van meer dan 24 meter een technisch dossier conform de vereisten van de administratie dat bewijst dat het pleziervaartuig voldoet aan alle voorwaarden;

  44. de aanduiding of het pleziervaartuig exclusief zal gebruikt worden in de zones 0 of exclusief in de zones 0, 1, 2 en 3;

  45. een e-mailadres dat gekoppeld is aan de persoon bedoeld in 1° of 2° ;

  46. de aanduiding of het pleziervaartuig zal gebruikt worden voor bedrijfs- of beroepsmatig gebruik;

  47. indien het pleziervaartuig andere eigenaars heeft dan de natuurlijke of rechtspersoon die het pleziervaartuig registreert, moeten de gegevens onder 1° en 2° worden meegedeeld. Indien het een natuurlijke of rechtspersoon wonende of met maatschappelijke zetel in het buitenland betreft, kunnen volgende identificatiegegevens gevraagd worden door de administratie:

    a) voor natuurlijke personen niet ingeschreven in het Belgische rijksregister:

    i) naam;

    ii) voornaam;

    iii)...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT