Koninklijk besluit betreffende te nemen maatregelen voor de militairen in het kader van de gezondheidscrisis ten gevolge van het coronavirus COVID-19, de 1 juillet 2020

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. "de wet van 20 mei 1994": de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen;

  2. "de wet van 28 februari 2007": de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de Krijgsmacht;

  3. "het koninklijk besluit van 6 december 2001": het koninklijk besluit van 6 december 2001 betreffende het verlenen van geldelijke voordelen aan sommige militairen die een paramedische functie uitoefenen;

  4. "het koninklijk besluit van 26 september 2002": het koninklijk besluit van 26 september 2002 betreffende de organisatie van de Koninklijke Militaire School;

  5. "het koninklijk besluit van 3 mei 2007": het koninklijk besluit van 3 mei 2007 betreffende de ten laste neming van de kosten inzake openbaar vervoer in woonwerkverkeer van de federale personeelsleden door de staat en sommige federale openbare instellingen;

  6. "het koninklijk besluit van 26 december 2013": het koninklijk besluit van 26 december 2013 betreffende de vervolmakingscursussen van de beroepsmilitairen van het actief kader van de Krijgsmacht, het examen voor overgang naar de graad van eerste sergeant-majoor, het kwalificatie-examen voor de graad van adjudant-chef en de beroepsproeven voor de bevordering tot de graad van majoor;

  7. "de DGHR": de directeur-generaal human resources.

    Art. 2. Voor de kandidaat-militairen voor wie de aanstelling of de benoeming in een graad afhangt van het slagen van een taalproef die niet plaats heeft kunnen vinden en die naar een latere datum werd uitgesteld vanwege de afzonderingsmaatregelen in verband met het coronavirus COVID-19, vanaf 18 maart 2020, wordt voor de toepassing van de administratieve en de geldelijke rechten het daaropvolgende slagen in deze proef van kracht op dezelfde datum als dewelke oorspronkelijk was voorzien.

    Art. 3. Voor de beroepsmilitairen, militairen van het hulpkader of militairen met een loopbaan van beperkte duur, kandidaten voor een promotie op diploma, voor een sociale promotie of voor een overgang in 2020, die moesten voldoen aan taalvereisten of psychotechnische proeven waarvoor deze examens, testen of proeven moesten worden uitgesteld of niet konden worden georganiseerd voor het einde van dit jaar wegens gezondheidsmaatregelen in verband met het coronavirus COVID-19, zal het selectiecomité voor de rangschikking van de kandidaten die zich batig hebben gerangschikt, dat aanvankelijk was gepland in de laatste trimester van 2020, uiterlijk eind april 2021 worden gehouden. De datum van de aanvaarding van deze kandidaten wordt echter van kracht op de oorspronkelijk geplande datum in 2020.

    Art. 4. Wegens de gezondheidscrisis ten gevolge van het coronavirus COVID-19 en zijn praktische gevolgen op de organisatie van de lopende vormingen, voor het programma van het academiejaar 2019-2020, bepaald in de bijlage A van het koninklijk besluit van 26 september 2002, wordt de loopproef 10 km van de bijkomende proeven bedoeld in de tabellen "fysieke hoedanigheden - mannen alle promoties" en "fysieke hoedanigheden - vrouwen alle promoties" voor het eerste jaar bachelor van de polytechnische en sociale en militaire wetenschappen faculteiten, geschrapt.

    De gewichten van de coëfficiënten voor de fysieke vorming, respectievelijk 20 en 60 voor de basisproeven en voor de bijkomende proeven blijft onveranderd. De uitslag van de bijkomende proeven wordt evenwel samengesteld uit de behaalde punten voor het zwemmen 400 m op 20 punten en voor de krachtproeven op 20 punten, teruggebracht op 60.

    Art. 5. Wegens de gezondheidscrisis ten gevolge van het coronavirus COVID-19 en zijn praktische gevolgen op de organisatie van de testen en examens van de tweede semester van het academiejaar 2019-2020, wordt er voor de cursussen hernomen in de bijlage 1 aan dit besluit afgeweken van de gewichten van de examens en het dagelijks werk bepaald in de bijlage A van het koninklijk besluit van 26 september 2002.

    Het aantal testen en examens en het type van evaluatie voor de cursussen van het tweede semester van het academiejaar 2019-2020 worden bepaald door de minister van Defensie.

    Art. 6. Wegens de gezondheidscrisis ten gevolge van het coronavirus COVID-19 en zijn praktische gevolgen op de organisatie van de lopende vormingen, overeenkomstig het artikel 110, § 1, vijfde lid, van de wet van 28 februari 2007, is de DGHR bevoegd om, in voorkomend geval, modules en deelmodules van de voortgezette vormingen bedoeld in de artikelen 18, 24, 38, 43, 49 en 58, van het koninklijk besluit van 26 december 2013, aan te passen of te schrappen.

    De bevoegdheid bedoeld in het eerste lid is beperkt tot de voor 18 maart 2020 aangevatte vormingen.

    Art. 7. Wegens de gezondheidscrisis ten gevolge van het coronavirus COVID-19 en zijn praktische gevolgen op de organisatie van de lopende vormingen, in afwijking van het artikel 49, tweede lid, van het koninklijk besluit van 26 december 2013, kunnen de twee cursusgedeelten die de vorming voor kandidaat keuronderofficier 2019-2020 omvatten, in voorkomend geval, over de vormingsjaren 2019-2020 en 2020-2021 gespreid worden.

    Indien de in het eerste lid bedoelde vorming over de twee vormingsjaren 2019-2020 en 2020-2021 wordt uitgespreid, wordt de stagiair die aan de voorwaarden bedoeld in artikel 51 van het koninklijk besluit van 26 december 2013, voldaan heeft, geacht de vorming met succes gevolgd te hebben in het vormingsjaar 2019-2020.

    Art. 8. Wegens de gezondheidscrisis ten gevolge van het coronavirus COVID-19 en zijn praktische gevolgen op de organisatie van de lopende vormingen, in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT