Koninklijk besluit betreffende de nadere regels voor de rechtstreekse bevraging van de Algemene Nationale Gegevensbank bedoeld in artikel 44/7 van de wet op het politieambt ten behoeve van de Federale Overheidsdienst Justitie met het oogmerk bij te dragen tot de unieke identificatie van gedetineerden, de 11 mars 2019

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder:

  1. " de wet op het politieambt ": de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt;

  2. " de wet bescherming persoonsgegevens ": de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;

  3. " de rechtstreekse bevraging van de A.N.G. ": het mechanisme bedoeld in artikel 44/11/4, § 3, van de wet op het politieambt;

  4. " de A.N.G. ": de Algemene Nationale Gegevensbank bedoeld in artikel 44/7 van de wet op het politieambt;

  5. " de inrichting ":

    1. de gevangenis bedoeld in artikel 2, 15°, van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden;

    2. de door de federale overheid georganiseerde inrichting of afdeling tot bescherming van de maatschappij bedoeld in artikel 3, 4°, b), van de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering;

  6. " de gedetineerde ": de persoon bedoeld in artikel 2, 4° van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden;

  7. " de directie die de toegangen tot de A.N.G. beheert ": de directie bedoeld in artikel 44/11, § 1, van de wet op het politieambt;

  8. " de penitentiaire administratie ": de administratie bedoeld in artikel 2, 11°, van de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden;

  9. " de dactyloscopische gegevens ": het gedigitaliseerde beeld van de vingerafdrukken van een individu;

  10. " de unieke dactyloscopische referentie ": het unieke nummer waarmee een in de A.N.G. geregistreerde persoon kan worden geïdentificeerd aan de hand van zijn vingerafdrukken;

  11. " de logbestanden ": de bestanden bedoeld in artikel 56 van de wet bescherming persoonsgegevens.

    Art. 2. Teneinde bij te dragen tot de unieke identificatie van gedetineerden wordt voor elke gedetineerde een rechtstreekse bevraging van de A.N.G. uitgevoerd op basis van de dactyloscopische gegevens die worden afgenomen bij elke nieuwe inschrijving van een gedetineerde op de rol van een inrichting.

    De dactyloscopische gegevens van de gedetineerden gaan vergezeld van de volgende categorieën van persoonsgegevens:

  12. de naam en voornaam van de gedetineerde;

  13. het geslacht van de gedetineerde;

  14. in voorkomend geval, de geboortedatum en nationaliteit;

  15. het unieke administratieve referentienummer dat gekoppeld is aan het toestel waarmee de dactyloscopische gegevens werden afgenomen.

    Art. 3. De rechtstreekse bevraging van de A.N.G. heeft betrekking op:

  16. het bestaan van een overeenstemming tussen de dactyloscopische gegevens die zijn afgenomen van de gedetineerden en deze van de personen bedoeld in artikel 44/5, § 3, 1° tot 5° van de wet op het politieambt die zijn geregistreerd in de A.N.G.;

  17. de gegevens die noodzakelijk zijn om meer informatie te bekomen vanwege de bevoegde overheid:

    1. de referentie van de processen-verbaal in het kader waarvan de gedetineerde reeds werd gedactyloscopeerd;

    2. de in de A.N.G. geregistreerde identiteiten voor die dactyloscopische gegevens;

    3. de unieke dactyloscopische referentie.

    Art. 4. § 1. In geval van een overeenstemming tussen de dactyloscopische gegevens die zijn overgezonden door de penitentiaire administratie en de dactyloscopische gegevens die geregistreerd zijn in de A.N.G., en indien er voldoende overeenstemming bestaat tussen de identiteit waaronder de gedetineerde gekend is bij Federale Overheidsdienst Justitie en de identiteit die in de A.N.G. is geregistreerd, worden de gegevens afkomstig uit de rechtstreekse bevraging bewaard gedurende de tijd die strikt noodzakelijk is voor het vaststellen van die voldoende overeenstemming en maximaal gedurende 15 dagen te rekenen vanaf de ontvangst van het antwoord, met uitzondering van de unieke dactyloscopische referentie, die wordt toegevoegd aan de identificatiegegevens verwerkt door de Federale Overheidsdienst Justitie in het kader van zijn opdrachten betreffende de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen en het beheer van de inrichtingen.

    § 2. In geval van een overeenstemming tussen de dactyloscopische gegevens die zijn overgezonden door de penitentiaire administratie en de dactyloscopische gegevens die geregistreerd zijn in de A.N.G., en indien er onvoldoende overeenstemming bestaat tussen de identiteit waaronder de gedetineerde gekend is bij de Federale Overheidsdienst Justitie en de identiteit die in de A.N.G. is geregistreerd, wordt een administratief onderzoek gevoerd om te bepalen of de gedetineerde reeds werd opgesloten onder de een of andere identiteit die geregistreerd is in de A.N.G.

    Na afloop van dat onderzoek en uiterlijk drie maanden na de rechtstreekse bevraging, wordt enkel de unieke dactyloscopische referentie toegevoegd aan de identificatiegegevens verwerkt door de Federale Overheidsdienst Justitie in het kader van zijn opdrachten betreffende de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen en het beheer van de inrichtingen.

    § 3. Wanneer de door de penitentiaire administratie overgezonden dactyloscopische gegevens niet bestaan in de A.N.G., bevat het antwoord van de A.N.G. de unieke dactyloscopische referentie die door de A.N.G. is toegekend ingevolge deze rechtstreekse bevraging.

    Deze wordt toegevoegd aan de identificatiegegevens verwerkt door de Federale Overheidsdienst Justitie in het kader van zijn opdrachten betreffende de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen en het beheer van de inrichtingen.

    Art. 5. § 1. De rechtstreekse bevraging van de A.N.G. gebeurt aan de hand van een geautomatiseerd systeem.

    § 2. Alle uitgevoerde verwerkingen in het kader van dit proces van rechtstreekse bevraging worden opgenomen in logbestanden die gedurende minstens 10 jaar worden bewaard, te rekenen vanaf de uitgevoerde verwerking.

    § 3. Enkel de personeelsleden die individueel zijn aangewezen door de directeur-generaal van de penitentiaire administratie onder de leden van de centrale diensten van de penitentiaire administratie, zijn gemachtigd om gebruik te maken van de gegevens afkomstig uit de rechtstreekse bevraging van de A.N.G. in het kader van artikel 4, en om het administratief onderzoek bedoeld in artikel 4, § 2, te voeren.

    De penitentiaire administratie houdt de lijst van die personeelsleden actueel.

    Die lijst wordt ter beschikking gehouden van de bevoegde toezichthoudende autoriteiten.

    De individueel aangewezen personeelsleden verbinden zich er schriftelijk toe te waken over de vertrouwelijkheid van de gegevens waartoe ze toegang hebben. Deze verbintenis wordt toegevoegd aan hun persoonlijk dossier. In de uitoefening van hun functie zijn ze verplicht tot terughoudendheid.

    § 4. De Directeur-generaal van de penitentiaire administratie zorgt ervoor dat de werkstations waarmee de A.N.G. rechtstreeks bevraagd wordt, op passende wijze beveiligd zijn, en dit op alle plaatsen waar de bevraging mogelijk is.

    Art. 6. De functionaris voor gegevensbescherming van de Federale Overheidsdienst Justitie is betrokken bij het proces van rechtstreekse bevraging.

    Hij is in het bijzonder belast met de volgende taken:

  18. het in zijn veiligheidsbeleid opnemen van een luik met betrekking tot de rechtstreekse bevraging van de gegevens van de A.N.G. in het kader van de doelstelling bedoeld in artikel 2;

  19. het contactpunt vormen voor de Gegevensbeschermingsautoriteit en het Controleorgaan op de politionele informatie voor wat de verwerking van de persoonsgegevens uit de A.N.G. betreft;

  20. het meedelen van de veiligheidslekken waarvan hij kennis heeft en die de integriteit, de betrouwbaarheid, de beschikbaarheid van de A.N.G. in gevaar kunnen brengen, aan de functionaris voor gegevensbescherming die aangewezen is voor de directie die de toegangen tot de A.N.G. beheert;

  21. het contactpunt zijn voor de werkingsaudits met betrekking tot de rechtstreekse bevraging van de A.N.G.

    Art. 7. Een protocolakkoord wordt gesloten tussen de federale politie en de Federale Overheidsdienst Justitie.

    Dat akkoord wordt voorafgaandelijk onderworpen aan het advies van het Controleorgaan op de politionele informatie.

    Het protocol omvat op zijn minst een onderdeel met betrekking tot:

  22. de beschrijving van de technische regels voor deze rechtstreekse bevraging;

  23. de passende en specifieke technische en organisatorische maatregelen ter waarborging van de veiligheid van de verwerkte gegevens, en ter vrijwaring van de bescherming van de fundamentele rechten en belangen van de gedetineerden van wie de identiteitsgegevens worden verwerkt in het kader van het proces van rechtstreekse bevraging van de A.N.G.

    Art. 8. In geval van schending van de regels inzake veiligheid en gegevensbescherming gaat de directie die instaat voor het beheer van de toegangen tot de A.N.G. over tot de intrekking van de rechtstreekse bevraging en informeert hierover het Controleorgaan op de politionele informatie.

    Art. 9. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

    Handtekening

    Brussel, 11 maart 2019.

    FILIP

    Van Koningswege :

    De Minister van Justitie,

    K. GEENS

    Aanhef

    FILIP, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op de Grondwet, artikel 108;

    Gelet op de wet op het politieambt van 5 augustus 1992, de artikelen 44/11/9 en 44/11/12, § 1, 2°, en § 2, ingevoegd bij de wet van 18 maart 2014 en gewijzigd bij de wet van 21 april 2016;

    Gelet op de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden, artikel 107, § 2;

    Gelet op de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens, artikel 71, § 1, derde lid, 3° ;

    Gelet op de uitzondering voor het verrichten van de regelgevingsimpactanalyse, bedoeld in artikel 8, § 1, 4°, van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

    Gelet op het advies nr. 000011/2019 van het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT