Koninklijk besluit betreffende de legitimatiekaart van de ambtenaren van de fiscale administraties ter beschikking gesteld van de federale politie, de 25 janvier 2019

Artikel 1. De legitimatiekaart van de ambtenaren van de fiscale administraties ter beschikking gesteld van de federale politie wordt overeenkomstig de modellen in bijlage vastgesteld.

Art. 2. De voorzijde van de legitimatiekaart bevat, op het linkergedeelte, een pasfoto van de houder in kleur, met een minimumgrootte van 25 mm bij 25 mm.

De volgende vermeldingen worden eveneens opgenomen :

  1. onder de pasfoto van de houder, het volgnummer van de kaart;

  2. op het middengedeelte, de naam, de voornaam en het identificatienummer van de houder evenals de vermelding "Fiscaal ambtenaar";

  3. onderaan, een kaart van België met de nationale driekleur, gevolgd door de vermelding "Koninkrijk België".

    Art. 3. De achterzijde van de legitimatiekaart bevat de vermelding "Officier van Gerechtelijke Politie Hulpofficier van de Procureur des Konings en van de Arbeidsauditeur ter beschikking gesteld van de Federale Politie".

    Art. 4. De vermeldingen bedoeld in de artikelen 2, 2° en 3°, en 3 worden gesteld in het Nederlands, het Frans en het Duits, met voorrang voor de taal van de houder.

    Art. 5. § 1. De legitimatiekaart wordt teruggestuurd naar de interne directie voor preventie en bescherming op het werk van de federale politie om ze te laten vernieuwen of vernietigen :

  4. wanneer de kaart beschadigd is;

  5. wanneer een gegeven dat op de kaart voorkomt, gewijzigd is of wanneer de pasfoto niet meer voldoende gelijkend is;

  6. wanneer de houder om het even welke reden zijn ambt definitief niet langer uitoefent;

  7. wanneer de kaart wordt teruggevonden na een hernieuwing.

    De in het eerste lid bedoelde zending gebeurt op initiatief van de directeur of van het diensthoofd van de federale politie bij wie de ambtenaar van de fiscale administraties is ter beschikking gesteld. Deze zending gebeurt per drager binnen de twintig dagen vanaf het zich voordoen van een van de in het eerste lid bedoelde redenen en bevat een vermelding tot precisering van deze reden.

    § 2. De directeur of het diensthoofd van de federale politie van wie een geschorst of van zijn ambt ontheven ambtenaar ter beschikking gesteld vanuit de fiscale administraties, afhangt, trekt tijdelijk diens legitimatiekaart in, ongeacht de duur van die maatregel. Dezelfde procedure is van toepassing op de houder wiens ambtsuitoefening om enige andere statutaire reden gedurende meer dan vijfenveertig kalenderdagen onderbroken wordt.

    De kaart wordt aan de houder teruggegeven zodra hij zijn ambt herneemt.

    Art. 6. Het verlies...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT