Koninklijk besluit betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water dat in voedingsmiddeleninrichtingen verpakt wordt of dat voor de fabricage en/of het in de handel brengen van voedingsmiddelen wordt gebruikt, de 14 février 2024

Artikel 1. Inleidende bepaling en doelstellingen.

§ 1. Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2020/2184/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water.

§ 2. Dit besluit heeft tot doel de gezondheid van de mens te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van verontreiniging van voor menselijke consumptie bestemd water door ervoor te zorgen dat het gezond en schoon is.

Art. 2. Definities.

Voor de toepassing van dit besluit, gelden in voorkomend geval de definities van de artikelen 2 en 3 van verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden, en wordt verstaan onder:

  1. Voor menselijke consumptie bestemd water, hierna "water" genoemd :

    1. al het water dat onbehandeld of na behandeling in flessen of recipiënten in de handel wordt gebracht, inclusief bronwater;

    2. al het water dat in voedingsmiddelenbedrijven wordt gebruikt voor de fabricage, de verwerking, de bewaring en/of in de handel brengen van voedingsmiddelen;

  2. "gevaarlijke gebeurtenis": een gebeurtenis als gevolg waarvan gevaren worden geïntroduceerd in, of niet worden verwijderd uit het watervoorzieningensysteem;

  3. "FAVV" : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

  4. "FOD Volksgezondheid": het Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding van de Federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

    Art. 3. Toepassingsgebied.

    Dit besluit is van toepassing op water dat:

  5. in flessen of recipiënten wordt gedaan zoals bronwater of tafelwater;

  6. in voedingsmiddelenbedrijven wordt gebruikt voor de fabricage, de verwerking, de bewaring en/of in de handel brengen van voedingsmiddelen ;

  7. aan voedingsmiddelenbedrijven wordt geleverd vanuit een tankschip of tankauto of een andere voorziening dan het openbare distributiesysteem, voor de fabricage, de verwerking, de bewaring en/of in de handel brengen van voedingsmiddelen.

    Art. 4. Vrijstellingen en afwijkingen.

    § 1er. Dit besluit is niet van toepassing op:

  8. natuurlijk mineraalwater;

  9. medicinaal water

  10. wanneer de wetgeving het mogelijk maakt om niet-drinkbaar water of schoon water te gebruiken voor welbepaalde stadia van productie, fabricage, verwerking en/of het in de handel brengen van voedingsmiddelen

    § 2. De vereisten van bijlage 1, deel A, zijn niet van toepassing op bronwaters.

    § 3. Het artikel 11 van dit besluit is niet van toepassing voor waters als benoemd in artikel 3, 2°, wanneer ze via een openbaar distributie leidingnetwerk worden verdeeld, behalve wanneer dat water een behandeling ondergaat voordat het op de plaats(en) van naleving komt en deze behandeling de naleving van de algemene verplichtingen van artikel 5, a) et b) of de veiligheid van het uiteindelijke voedingsmiddel in gevaar kan brengen. In dat geval kunnen de in artikel 11 bedoelde monitoringverplichtingen, voor wat betreft de analytische controle van het water, beperkt worden tot de relevante parameters die door deze behandeling worden beïnvloed.

    § 4. 1° Het FAVV kan vrijstellingen of afwijkingen toekennen aan exploitanten van voedingsmiddelenbedrijven met betrekking tot de vereisten van artikel 11 en de bijlagen van dit besluit voor waters bedoeld in artikel 3, 2°, indien wordt gesteld, op basis van een risico-evaluatie, dat de kwaliteit van waters bedoeld in artikel 3, 2° de gezondheid en de veiligheid van voedingsmiddelen niet kan beïnvloeden, en mits de watervoorziening van die voedingsmiddelenbedrijven voldoet aan de relevante verplichtingen met name op grond van de procedures inzake de beginselen van gevarenanalyse en kritische controlepunten ("HACCP") en verplichtingen tot corrigerende maatregelen op grond van relevante levensmiddelenwetgeving van de Unie.

  11. Het FAVV stelt de modaliteiten van aanvraag en de voorwaarden voor het toekennen van deze vrijstellingen en deze afwijkingen vast. De exploitanten van voedingsmiddelenbedrijven verstrekken aan het FAVV de gegevens die voor de risico-evaluatie nodig zijn. Het FAVV informeert de FOD Volksgezondheid over de vrijstellingen en de afwijkingen die het toestaat.

    Art. 5. Algemene verplichtingen.

    Het is verboden water te gebruiken dat niet gezond en schoon is.

    ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT