Koninklijk besluit betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7, de 22 octobre 2017

HOOFDSTUK1. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Dit besluit zet:

  1. de richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land, zoals gewijzigd bij beschikking 2009/240/EG van 4 maart 2009, besluit 2010/187/EU van 25 maart 2010, richtlijn 2010/61/EU van 2 september 2010, besluit 2011/26/EU van 14 januari 2011, uitvoeringsbesluit 2012/188/EU van 4 april 2012, richtlijn 2012/45/EU van 3 december 2012, uitvoeringsbesluit 2013/218/EU van 6 mei 2013, richtlijn 2014/103/EU van 21 november 2014, uitvoeringsbesluiten (EU) 2015/217 van 10 april 2014, (EU) 2015/974 van 17 juni 2015 en (EU) 2016/629 van 20 april 2016, richtlijn (EU) 2016/2309 van 16 december 2016 en uitvoeringsbesluit (EU) 2017/695 van 7 april 2017 om, voor wat betreft de gevaarlijke goederen van de klasse 7; en,

  2. de richtlijn 2013/59/Euratom van de Raad van 5 december 2013 tot vaststelling van de basisnormen voor de bescherming tegen de gevaren verbonden aan de blootstelling aan ioniserende straling, en houdende intrekking van de Richtlijnen 89/618/Euratom, 90/641/Euratom, 96/29/Euratom, 97/43/Euratom en 2003/122/Euratom om, voor wat betreft het vervoer.

    Art. 2. Dit besluit is van toepassing op het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7 gebruik makend van eender welke vervoerswijze, en door middel van eender welk vervoersmiddel, alsook het ontwerp, de fabricage, het onderhoud en reparatie van verpakkingen en van radioactieve stoffen.

    Wat het vervoer van kernmateriaal betreft, is het van toepassing onverminderd het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de fysieke beveiliging van het kernmateriaal en de nucleaire installaties.

    Art. 3. Dit besluit is niet van toepassing op het vervoer op het Belgisch grondgebied van toestellen of van stoffen die ioniserende stralingen kunnen voortbrengen en dat werd bevolen of vergund door de Minister bevoegd voor Defensie of zijn gemachtigde, en wordt uitgevoerd door:

  3. de Belgische krijgsmacht;

    of,

  4. buitenlandse krijgsmachten.

    Art. 4. Dit besluit is niet van toepassing op het vervoer van:

  5. natuurlijke stralingsbronnen, wanneer de natuurlijke radionucliden die ze bevatten niet worden of niet werden behandeld omwille van hun radioactieve eigenschappen, hun splijtbaarheid of hun kweekeigenschappen, op voorwaarde dat de activiteit of de activiteit per eenheid van massa het tienvoud van de vrijstellingsniveaus niet overschrijden;

  6. consumptiegoederen die radioactieve stoffen bevatten, waarvan het gebruik overeenkomstig artikel 65.3 van het algemeen reglement werd toegelaten;

  7. radioactieve stoffen die een onlosmakelijk onderdeel uitmaken van het vervoersmiddel;

  8. een persoon of een dier waarin radioactieve stoffen geïmplanteerd of ingebracht werden voor diagnose of behandeling;

  9. een persoon waar zich in of op het lichaam radioactieve stoffen bevinden en die dient vervoerd te worden voor een medische behandeling;

  10. vaste niet-radioactieve voorwerpen bij die de hoeveelheden radioactieve stoffen, aanwezig op om het even welk oppervlak, de waarde van 0,4 Bq/cm2 voor beta- en gammastralers en alfastralers van lage radiotoxiciteit of de waarde van 0,04 Bq/cm2 voor de overige alfastralers niet overschrijdt;

  11. toestellen of voorwerpen waarin radioactieve stoffen omsloten zijn of waarmee de radioactieve stoffen onlosmakelijk verbonden zijn en waarvan de hoeveelheden de waarden van de goedgekeurde andere grenswaarden van de activiteit voor een vrijgestelde zending niet overschrijden.

    HOOFDSTUK 2. - Definities

    Art. 5. Voor de toepassing van dit besluit alsook voor de verdere uitvoering ervan gelden de definities die gegeven zijn in artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en van het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen.

    Ter aanvulling van deze definities:

  12. gelden de definities die betrekking hebben op de gevaarlijke goederen van de klasse 7, opgenomen in de van kracht zijnde internationale overeenkomsten en reglementen voor het vervoer van gevaarlijke goederen;

  13. wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder:

    1. het Agentschap: het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle;

    2. De van kracht zijnde internationale overeenkomsten en reglementen voor het vervoer van gevaarlijke goederen:

      1) het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR);

      2) het Reglement betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen (RID), dat bijlage I uitmaakt van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF);

      3) de Technische Instructies voor de veiligheid van het luchtvrachtvervoer van gevaarlijke stoffen, van de Internationale Organisatie voor Burgerluchtvaart (ICAO);

      4) de Internationale Maritieme Code voor gevaarlijke stoffen (IMDG), van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO);

      5) Europees Verdrag betreffende het Internationaal vervoer van gevaarlijke stoffen over de Binnenwateren (ADN);

    3. UN-groep: een groep van gevaarlijke goederen van de klasse 7 ingedeeld volgens UN-nummer van de radioactieve stof;

    4. UN-nummer: het identificatienummer bestaande uit 4 cijfers volgend op de letters "UN" dat door de van kracht zijnde internationale overeenkomsten en reglementen voor het vervoer van gevaarlijke goederen aan elke gevaarlijke stof wordt toegekend;

    5. Vervoer: alle operaties en omstandigheden verbonden met en betrokken bij het verplaatsen van gevaarlijke goederen van de klasse 7 met inbegrip van de voorbereiding, het verzenden, het laden, het transporteren, alsook de onderbrekingen van transporten, de opslag in transit, het ontladen en de ontvangst op eindbestemming van ladingen met gevaarlijke goederen van de klasse 7;

    6. Vervoerder: natuurlijke of rechtspersoon die gevaarlijke goederen van de klasse 7 vervoert;

    7. Vervoerswijze: vervoer over de weg of vervoer door de lucht of vervoer per spoor of vervoer over zee of vervoer over de binnenwateren;

    8. Vervoersmiddel:

      1) voor het weg- en spoorvervoer: eender welk wegvoertuig of een spoorwagon;

      2) voor het vervoer over zee of over de binnenwateren: een schip of een ruim, een compartiment, of een dekdeel van het schip;

      3) van het vervoer door de lucht: een luchtvaarttoestel;

    9. Multimodaal vervoer: het vervoer waarbij minstens twee verschillende vervoerswijzen op Belgisch grondgebied betrokken zijn; voor het maritiem of luchtvervoer kan het ook een wijziging van vervoersmiddelen binnen dezelfde vervoerswijze inhouden;

    10. Aangestelde voor het vervoer: de persoon aangeduid door het ondernemingshoofd van de vervoerder of van een organisatie betrokken bij het multimodaal vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7 of van een onderneming die een onderbrekingssite inricht om toezicht te houden op de toepassing van deze reglementering en van het algemene reglement, en om deze ten uitvoer te brengen bij de vervoerder of de organisatie betrokken bij het multimodaal vervoer van de gevaarlijke goederen van de klasse 7 of de onderneming die een onderbrekingssite inricht;

    11. Veiligheidsadviseur klasse 7: persoon aangeduid volgens de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 juli 2006 betreffende de aanwijzing en beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor en over de binnenwateren;

    12. Algemeen reglement: het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en van het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen;

    13. Onderbrekingssite: plaats waar transporten langer dan 72 uren kunnen onderbroken worden en die daartoe volgens de bepalingen van dit besluit erkend is;

    14. Vrijstellingsniveaus: de vrijstellingswaarden voor de activiteit en de activiteit per eenheid van massa die vastgesteld zijn in de van kracht zijnde internationale overeenkomsten en reglementen voor het vervoer van gevaarlijke goederen;

    15. Gevaarlijke goederen van de klasse 7: de stoffen, met inbegrip van oplossingen en mengsels, door een afzender volgens de internationale reglementeringen voor het vervoer van gevaarlijke goederen ingedeeld als radioactieve stof (klasse 7) of ingedeeld in een andere gevarenklasse waarbij de klasse 7 als nevenrisico wordt aangeduid en waaraan een UN nummer is toegekend;

    16. Eenmalig vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7: een vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7 dat door een niet erkende vervoerder ten hoogste één maal per twaalf glijdende maanden wordt uitgevoerd;

    17. Sporadische behandeling: het ten hoogste vier maal per twaalf glijdende maanden behandelen van colli, containers, tanks of vervoersmiddelen die gevaarlijke goederen van de klasse 7 bevatten door een niet erkende organisatie betrokken bij het multimodaal vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7;

    18. Collo: het geheel van de verpakking met zijn radioactieve inhoud zoals klaargemaakt voor het vervoer;

    19. Radioactief materiaal onder speciale vorm: ofwel een niet-verspreidbare vaste radioactieve stof ofwel een verzegelde capsule die radioactieve stoffen bevat, zoals gedefinieerd in de van kracht zijnde internationale overeenkomsten en reglementen voor het vervoer van gevaarlijke goederen;

    20. Organisatie betrokken bij het multimodale vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 7: natuurlijk of rechtspersoon betrokken bij het laden of ontladen van vervoersmiddelen of het behandelen van gevaarlijke goederen van de klasse 7, verbonden aan het wisselen van vervoerswijze op Belgisch grondgebied met inbegrip van de opslag in transit alsook het wisselen van vervoersmiddelen binnen dezelfde vervoerswijze voor het lucht- en maritiem vervoer;

    21. Fabricagedossier van een verpakking: het geheel van alle documenten en/of andere relevante informatie die aantoont dat een verpakking gemaakt werd conform het model van collo;

    22. Onderbreking van transport: het onderbreken van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT