Koninklijk besluit betreffende het financiële beheer van de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie ' Sociale activiteiten ', belast met de organisatie van de activiteiten van het restaurant en het kinderdagverblijf van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de 23 février 2017

Artikel 1. De middelen van de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie " Sociale activiteiten " belast met de organisatie van de cateringactiviteiten van het restaurant en de activiteiten van het kinderdagverblijf van de FOD Buitenlandse Zaken, hierna " de Dienst " genoemd, bestaan uit een jaarlijkse dotatie ingeschreven op de algemene uitgavenbegroting en de functionele en exploitatieontvangsten

Art. 2. Het hoofd van de Dienst maakt jaarlijks een begroting op van alle ontvangsten en uitgaven volgens de richtlijnen en binnen het tijdschema verstrekt door de Minister van Begroting. Dit begrotingsontwerp is gebaseerd op meetbare operationele doelstellingen voor de diverse diensten die in de Dienst zijn ondergebracht.

Art. 3. De ontvangstenramingen worden uitgedrukt in vastgestelde rechten en omvatten de dotatie afkomstig uit de algemene uitgavenbegroting en de functionele en exploitatie-ontvangsten.

De uitgavenramingen worden uitgedrukt in termen van verbintenissen en in termen van vastgestelde rechten. Zij omvatten de functionele en exploitatie-uitgaven en de investeringsuitgaven.

De dotatie afkomstig uit de algemene uitgavenbegroting is gericht op de financiering van de functionele en exploitatie-uitgaven en de investeringsuitgaven. Daarnaast voorziet zij in een reserve voor onvoorziene en hoogdringende uitgaven. Deze reserve wordt vanaf het eerste begrotingsjaar van de Dienst aangelegd ten belope van 10 % van het geraamd bedrag van de functionele en exploitatie-uitgaven. Indien het geraamd bedrag van de functionele en exploitatie-uitgaven bij de begrotingscontrole wordt herzien, zal het bedrag van de reserve, overeenkomstig de nieuwe basis, worden herberekend.

De functionele en exploitatieontvangsten, zoals bedoeld onder artikel 3, eerste lid kunnen uitsluitend worden aangewend voor de functionele en exploitatie-uitgaven, vermeld onder artikel 3, tweede lid.

De middelen die beschikbaar zijn op het einde van het begrotingsjaar kunnen vanaf het begin van het volgende jaar aangewend worden voor de betaling van de uitgaven die er betrekking op hebben of op elk voorgaande jaar.

Bij de begrotingscontrole over het lopend begrotingsjaar dient de dotatie, rekening houdend met het overgedragen saldo van het voorafgaande begrotingsjaar, aan de reële toestand te worden aangepast.

Het bedrag van de betalingen mag de som van de reële ontvangsten zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, en het overgedragen kassaldo niet overschrijden.

Ieder personeelslid die gebruik maakt van de cateringfaciliteiten en het kinderdagverblijf van de Dienst, moet bijdragen aan de exploitatieontvangsten volgens een door het beheerscomité goedgekeurd tarief. De tarieven van de kinderopvang moeten de normen respecteren van " Kind en Gezin " en " Office de la Naissance et de l'Enfance ".

Art. 4. Het begrotingsontwerp van de Dienst wordt aan de Minister van Begroting gestuurd door de minister onder wie de Dienst ressorteert.

Art. 5. Na ieder begrotingsjaar worden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT