Koninklijk besluit betreffende de Federale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening en de Commissies voor dringende geneeskundige hulpverlening, de 17 mars 2024

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. de wet: de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening;

  2. ambulancedienst: de ambulancedienst zoals bedoeld in artikel 3bis van de wet;

  3. wachtpost: de plaats of plaatsen waar de medische permanentie door huisartsen verzekerd wordt en die door het RIZIV geregistreerd is overeenkomstig artikel 6, § 8 van de Verordening van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

  4. DGPR: het Directoraat-generaal `Paraatheid en Respons' van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu;

  5. noodsituatie: elke gebeurtenis die schadelijke gevolgen voor het maatschappelijke leven veroorzaakt of kan veroorzaken, zoals een ernstige verstoring van de openbare veiligheid, een ernstige bedreiging ten opzichte van het leven of de gezondheid van personen en/of ten opzichte van belangrijke materiële belangen, en waarbij de coördinatie van de bevoegde actoren, inclusief de disciplines, is vereist om de dreiging weg te nemen of om de nefaste gevolgen van de gebeurtenis te beperken;

  6. Minister: De Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort;

  7. ICM-expert: de expert incident- en crisis management, een verpleegkundige met specifieke ervaring in de dringende geneeskundige hulpverlening, die door het DGPR voor deze functie is aangewezen.

    HOOFDSTUK 2. - Federale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening

    Afdeling 1. - Oprichting en opdrachten

    Art. 2. Bij het DG `Paraatheid en respons' wordt een Federale Raad voor dringende geneeskundige hulpverlening opgericht, hierna te noemen "de Raad".

    Art. 3. § 1. De Raad heeft tot taak aan de Minister, hetzij op diens verzoek, hetzij op eigen initiatief, advies te verstrekken over alle aangelegenheden met betrekking tot:

  8. de organisatie, de werking, de opleiding en de voorlichting van personen, functies en diensten die hetzij aan de dringende geneeskundige hulpverlening meewerken, hetzij aan het niet-dringend patiëntenvervoer meewerken, in dit laatste geval voor wat betreft de aspecten die een invloed hebben op de dringende geneeskundige hulpverlening;

  9. de inzameling en de registratie van de gegevens, zowel wat betreft het concept als wat betreft de feedback, het gebruik en de evaluatie, binnen de dringende geneeskundige hulpverlening en meer specifiek de noodcentrales '112', zowel wat betreft call taking, regulatie en dispatching, als de bepaling van het aangewezen ziekenhuis;

  10. de toetsing van de kwaliteit en de evaluatie van de praktijk, op basis van wetenschappelijk verantwoorde criteria;

  11. de erkenningsnormen van de diensten zoals bedoeld in artikel 3bis van de wet, en de criteria die van toepassing zijn voor de programmatie van deze diensten;

    § 2. De Raad stelt een huishoudelijk reglement op dat aan de Minister ter goedkeuring wordt voorgelegd. Dit huishoudelijk reglement bepaalt de functioneringsmodaliteiten van de Raad.

    Art. 4. § 1. Het Bureau van de Raad is verantwoordelijk voor de goede werking van de Raad en heeft met name volgende opdrachten:

  12. de agenda en de plenaire zittingen van de Raad voorbereiden;

  13. de beslissingen van de Raad opvolgen;

  14. toezicht houden op en richting geven aan de uitvoering van de activiteiten van de Raad;

  15. overmaken aan de Minister van de door de Raad uitgebrachte adviezen;

  16. de formulering en de mededeling van een ontwerpadvies ingeval van dringende vragen of onderwerpen. De ontwerpadviezen worden voorgelegd voor bevestiging op de eerstvolgende plenaire vergadering van de Raad;

  17. opstellen van een ontwerp van huishoudelijk reglement zoals bedoeld in artikel 3, § 2.

    Afdeling 2. - Samenstelling

    Art. 5. § 1. De Raad bestaat uit professioneel actieve leden die blijk geven van een bijzondere kennis van de aangelegenheden bedoeld in artikel 3, § 1, en is samengesteld als volgt:

  18. vier artsen voorgedragen door de Belgische wetenschappelijke verenigingen van huisartsen;

  19. vier artsen voorgedragen door de Belgische verenigingen van urgentiegeneeskunde en van rampengeneeskunde;

  20. vier leden, voorgedragen door de representatieve verenigingen van verzorgingsinstellingen waartoe ziekenhuizen beschikkend over een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg", zoals bedoeld het koninklijk besluit van 27 april 1998 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg", behoren;

  21. vier verpleegkundigen voorgedragen door hun Belgische wetenschappelijke verenigingen;

  22. vier hulpverlener-ambulanciers voorgedragen door hun Belgische beroepsverenigingen;

  23. twee vertegenwoordigers van de functionele chefs van de noodcentrales "112", voorgedragen door alle centra samen;

  24. twee vertegenwoordigers van de medische directies van de noodcentrales "112", voorgedragen door alle centra samen;

  25. twee vertegenwoordigers van de hulpdiensten van het Rode Kruis van België, voorgedragen door het Rode Kruis van België;

  26. twee officieren-artsen, voorgedragen door de Medische Component van Defensie.

  27. twee vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties, voorgedragen door de koepels van patiëntenorganisaties;

  28. drie vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen, voorgedragen door het Nationaal Intermutualistisch College;

  29. twee vertegenwoordigers van de verenigingen van steden en gemeenten, voorgedragen door de verenigingen van steden en gemeenten;

  30. twee vertegenwoordigers van de Conferentie van gouverneurs, voorgedragen door de Conferentie van gouverneurs;

  31. de voorzitters van de Commissies voor dringende geneeskundige...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT