Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis, de 25 novembre 2016

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsbepalingen

Artikel 1. Dit besluit heeft betrekking op de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis.

Dit besluit is niet van toepassing op officieel erkende instellingen, instituten of centra, zoals gedefinieerd in artikel 3, § 1, 8°, van het koninklijk besluit van 18 december 2015 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer van bepaalde levende dieren en tot vaststelling van de voorschriften voor de erkenning van instellingen, instituten en centra met uitzondering van de maatregelen in de hoofdstukken II tot en met VI.

Art. 2. Klinische infectieuze boviene rhinotracheïtis is een dierenziekte die valt onder toepassing van hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987.

Art. 3. § 1. Voor de toepassing van dit besluit gelden de definities van het koninklijk besluit van 23 maart 2011 tot vaststelling van de identificatie- en registratieregeling voor runderen.

§ 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verder verstaan onder :

  1. I.B.R. : infectieuze boviene rhinotracheïtis;

  2. BoHV-1 : virus verantwoordelijk voor I.B.R.;

  3. rund aangetast door klinische I.B.R. : het rund dat klinische symptomen van I.B.R. vertoont, bevestigd door de resultaten van virologische onderzoeken;

  4. virologisch onderzoek : onderzoek naar de aanwezigheid van het BoHV-1;

  5. serologisch onderzoek : onderzoek naar de aanwezigheid van antistoffen tegen het BoHV-1;

  6. haard : een beslag waarin één of meerdere rund(eren) aangetast zijn door klinische I.B.R.;

  7. statuut "I2" : statuut dat wordt toegekend aan een beslag indien voldaan aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, A.;

  8. statuut "I3" of "vrij van I.B.R." : statuut dat wordt toegekend aan een beslag indien voldaan aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, B.;

  9. statuut "I4" of "officieel vrij van I.B.R." : statuut dat wordt toegekend aan een beslag indien voldaan aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, C.;

  10. statuut "I1" : statuut dat wordt toegekend aan een beslag dat geen statuut heeft zoals bedoeld onder 7°, 8° en 9° ;

  11. rund vrij van en niet gevaccineerd tegen het BoHV-1 : rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, D.1.;

  12. rund vrij van BoHV-1 : rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, D.2.;

  13. rund geïnfecteerd met het BoHV-1 : rund dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage III, D.3.;

  14. afmestbedrijf : bedrijf, andere dan een vleeskalverhouderij, waar geen enkel rund wordt geboren en waar enkel en alleen runderen worden aangevoerd met het oog op hun vetmesting en die het beslag alleen verlaten als slachtrund;

  15. verantwoordelijke : de eigenaar of houder die gewoonlijk over de runderen het beheer en het directe toezicht uitoefent;

  16. officiële dierenarts : dierenarts van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;

  17. de Minister : de Minister bevoegd voor de landbouw;

  18. I.O. : Interprofessioneel organisme zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 3 maart 1994 betreffende de erkenning van interprofessionele organismen voor het bepalen van de kwaliteit en de samenstelling van melk, waarmee, door de verenigingen, een geschreven overeenkomst werd afgesloten;

  19. gE-negatief vaccin : vaccin tegen boviene infectieuze rhinotracheïtis dat geen serologische reactie tegen glycoproteïne E induceert;

  20. N.R.L. : Nationaal Referentielaboratorium;

  21. CODA-CERVA : het "Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie" zoals gedefinieerd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 20 juni 1997 houdende oprichting van het Centrum van Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie als wetenschappelijke inrichting van de Staat;

  22. erkend laboratorium : laboratorium dat voldoet aan de voorwaarden gedefinieerd in bijlage I;

  23. I.B.R. databank : databank zoals bedoeld in artikel 9, § 3;

  24. tankmelkstaal : melkstaal gelinkt aan een beslag en niet aan een individueel dier en afkomstig van alle melkkoeltank(en) waarin de melkproductie van de koeien in lactatie behorend tot het beslag wordt gestockeerd;

  25. introductie van een rund in een beslag : het voor de eerste keer binnenbrengen van een rund in een beslag;

  26. herintroductie van een rund in een beslag : het opnieuw binnenbrengen van een rund in zijn beslag na contact met één of meerdere rund(eren) van andere beslagen;

  27. T.V.D. : het toedienings- en verschaffingsdocument zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van geneesmiddelen door de dierenartsen en door de verantwoordelijken van de dieren;

  28. vaccinatieregister : het register bedoeld in bijlage II, 2. Dit vaccinatieregister maakt deel uit van het register bedoeld in het koninklijk besluit van 21 juli 2016 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van geneesmiddelen door de dierenartsen en door de verantwoordelijken van de dieren, artikel 54 in geval de vaccinatie wordt uitgevoerd door de bedrijfsdierenarts of artikel 55 in geval de vaccinatie wordt gedelegeerd naar de verantwoordelijke;

  29. vaccinatierapport : samenvatting van de gegevens van het vaccinatieregister dat beantwoordt aan de voorwaarden beschreven in bijlage II, 3.;

  30. dierentuin : dierentuin zoals gedefinieerd in artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 betreffende de erkenning van dierentuinen;

  31. onderneming : de onderneming in de zin van artikel 4 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen;

  32. overwegend melkveebedrijf : bedrijf met beslag waarvan het aandeel vrouwelijke dieren van het rastype melk ouder dan vierentwintig maanden minimaal vijfennegentig procent bedraagt en het aandeel mannelijke dieren ouder dan twaalf maanden maximaal vijf procent.

    § 3. Voor de toepassing van bijlage VI gelden de definities van het koninklijk besluit van 10 juni 2014 betreffende de voorwaarden voor het vervoer, het verzamelen en het verhandelen van landbouwhuisdieren.

    HOOFDSTUK II. - Maatregelen in geval van verdenking

    Art. 4. § 1. Elke verantwoordelijke die bij één of meerdere runderen van zijn beslag symptomen van klinische I.B.R. zoals koorts geassocieerd met ademhalingsproblemen en/of verwerping vaststelt dient zonder verwijl de bedrijfsdierenarts te ontbieden.

    § 2. De bedrijfsdierenarts voert een klinisch onderzoek uit. Indien dit onderzoek de verdenking van I.B.R. niet uitsluit, neemt hij de nodige stalen met het oog op de uitvoering van een virologisch onderzoek volgens de bepalingen van artikel 8, tweede lid, 1°, en maakt deze over aan een erkend laboratorium ten laatste de dag volgend op de staalname. In afwachting van hun verzending dienen de monsters droog en koel (2-8° C) bewaard te worden.

    HOOFDSTUK III. - Maatregelen in de haard

    Art. 5. § 1. In afwijking op artikel 2, § 3, van het koninklijk besluit van 3 februari 2014 tot aanwijzing van de dierenziekten die vallen onder de toepassing van hoofdstuk III van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en tot regeling van de aangifteplicht, geldt de aangifteplicht voor I.B.R. slechts nadat de verdenking wordt bevestigd door de resultaten van het virologisch onderzoek. Het Agentschap verklaart het beslag tot haard en bepaalt er de grenzen van.

    § 2. Het Agentschap brengt de verantwoordelijke van het beslag, de bedrijfsdierenarts, de verantwoordelijken van de naburige beslagen en de beslagen met epidemiologische link en de vereniging op de hoogte van de bevestiging van de haard en de maatregelen voorgeschreven in de haard.

    Art. 6. In de haard zijn de volgende maatregelen van toepassing :

  33. de officiële dierenarts voert een epidemiologisch onderzoek uit en informeert de verantwoordelijke betreffende alle toe te passen hygiënemaatregelen om een eventuele verspreiding van de ziekte te voorkomen;

  34. alle runderen van het beslag moeten worden afgezonderd binnen de gebouwen of op een plaats waar geen direct of indirect contact met runderen uit andere beslagen mogelijk is;

  35. elke afvoer van runderen uit de haard is verboden. Niettemin is de directe overbrenging van runderen naar een binnenlands slachthuis om er onverwijld te worden geslacht toegelaten mits zij vergezeld zijn van een door het Agentschap afgeleverde vrijgeleidebrief.

    HOOFDSTUK IV. - Opheffing van de haard

    Art. 7. De bedrijfsdierenarts maakt de einddatum van de klinische symptomen over aan het Agentschap.

    Het Agentschap heft de maatregelen bedoeld in hoofdstuk III op, ten vroegste dertig dagen na het verdwijnen van de klinische symptomen in de haard.

    Het Agentschap bevestigt de opheffing van de maatregelen aan de verantwoordelijke van het beslag, de bedrijfsdierenarts, de verantwoordelijken van de naburige beslagen en beslagen met een epidemiologische link en aan de vereniging.

    HOOFDSTUK V. - Diagnostiek

    Art. 8. Het CODA-CERVA is het Nationaal Referentielaboratorium voor het BoHV-1.

    In deze hoedanigheid,

  36. bepaalt zij de lijst met methoden en reagentia welke erkend zijn voor gebruik door de erkende laboratoria in het kader van dit besluit. Voor elk reagens bepaalt ze het doel van het onderzoek en het of de monstertype(s) waarvoor het reagens kan gebruikt worden, alsook eventuele bewaarmiddelen die mogen gebruikt worden en voorbehandelingen nodig voor specifieke monstertypes.

    Het Agentschap publiceert deze lijst op zijn website en houdt de erkende laboratoria op de hoogte van elke update;

  37. controleert zij de kwaliteit van de loten van ELISA reagentia vóór hun gebruik door de erkende laboratoria;

  38. organiseert zij voor deze methoden technische interlaboratorium bekwaamheidstesten waarbij de door de erkende laboratorium bekomen resultaten op identieke monsters vergeleken worden met een referentiewaarde;

  39. voert zij bevestigingstesten en virologische analyses uit.

    Art. 9. § 1. Enkel de resultaten van de analyses uitgevoerd in een erkend laboratorium en volgens de methoden...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT