5 AUGUSTUS 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de uurlonen in uitvoering van artikel 3 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comitÈs, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair SubcomitÈ voor het koetswerk;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair SubcomitÈ voor het koetswerk, betreffende de uurlonen in uitvoering van artikel 3 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005.
Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 augustus 2006.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk
P. VANVELTHOVEN
_______
Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage
Paritair SubcomitÈ voor het koetswerk
Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005
Uurlonen in uitvoering van artikel 3 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 26 mei 2005 (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 2005 onder het nummer 76434/CO/149.02)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair SubcomitÈ voor het koetswerk.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters.
HOOFDSTUK II. - Uurlonen
Afdeling 1. - Meerderjarige arbeiders
Art. 2. Loonsverhogingen
De minimumuurlonen en de effectief betaalde uurlonen worden als volgt verhoogd :
- op 1 februari 2006 met 0,3 pct.;
- op 1 februari 2006 met 4,2 pct., verminderd met :
- de reÎle index op 1 februari 2005;
- de loonsverhoging van 0,3 pct. op 1 februari 2006;
- de reÎle index op 1 februari 2006.
Indien dit saldo op 1 februari 2006 negatief is, wordt er geen loonsverhoging toegepast.
Art. 3. De minimumuurlonen worden als volgt vastgesteld :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Afdeling 2. - Minderjarige arbeiders
Art. 4. Op de bedragen vermeld in de artikelen 2 en 3 is het voor de minderjarige arbeiders bepaald stelsel van degressiviteit van toepassing, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI