Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding., de 5 décembre 2008

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. het decreet : het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding;

  2. de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven;

  3. het Bloso : het agentschap ter Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, meer bepaald de bevoegde dienst van de Vlaamse Gemeenschap, vermeld in het decreet;

  4. de Vlaamse Trainersschool : het samenwerkingsverband tussen het Bloso, de topsportmanager, de universitaire opleidingsinstituten Lichamelijke Opvoeding, de Vlaamse Hogescholen Lichamelijke Opvoeding en de erkende Vlaamse sportfederaties, dat sportkaderopleidingen organiseert in Vlaanderen, afgekort VTS;

  5. de sportfederatie : de Vlaamse sportfederatie, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet;

  6. de sporttakkenlijst : de nominatieve lijst van sporttakken, opgesteld conform artikel 2, 8°, van het decreet, die als bijlage V bij dit besluit is gevoegd;

  7. olympiade : de periode van vier jaar die begint op 1 januari van het jaar na de Olympische Zomerspelen, en die eindigt op 31 december van het jaar van de Olympische Zomerspelen;

  8. meetplan : de informatie die nodig is om de strategische en operationele doelstellingen die zijn opgenomen in het beleidsplan, te kunnen meten.

    HOOFDSTUK II. - Erkenningsvoorwaarden voor de Vlaamse sportfederaties.

    Afdeling I. - Erkenningsvoorwaarden inzake de zelfstandigheid van de sportfederatie.

    Art. 2. Om voor erkenning in aanmerking te komen overeenkomstig artikel 5, 10°, van het decreet, moet de sportfederatie op zelfstandige wijze de financiën beheren en het eigen beleid bepalen, hetgeen inzonderheid moet blijken uit het feit dat de sportfederatie :

  9. over een eigen centraal secretariaat beschikt dat duidelijk kan worden onderscheiden van elke andere vereniging;

  10. het activiteitenprogramma bepaalt en uitvoert;

  11. over een eigen post- of bankrekening beschikt.

    Afdeling II. - Erkenningsvoorwaarden inzake de af te sluiten verzekeringen voor aangesloten leden en niet-leden bij sportpromotionele acties.

    Art. 3. § 1. Om voor erkenning in aanmerking te komen overeenkomstig artikel 5, 12° en 13°, van het decreet, sluit de sportfederatie een verzekering af ter dekking van de risico's lichamelijke ongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid. De verzekering geldt zowel voor het binnenland als voor het buitenland. De verzekering wordt voor de aangesloten leden afgesloten ter dekking van de activiteiten die de sportfederatie en haar sportclubs organiseren. Voor de niet-leden wordt de verzekering afgesloten ter dekking van de risico's bij deelname aan sportpromotionele acties die de sportfederatie en haar sportclubs organiseren; daarvoor wordt een aparte polis afgesloten.

    De gehandicaptensportfederaties kunnen voor hun aangesloten leden, die tevens lid zijn van een andere erkende Vlaamse sportfederatie, in overleg met die sportfederatie een gemeenschappelijke verzekeringspolis afsluiten tot dekking van de risico's, vermeld in dit artikel.

    § 2. Als de activiteiten door de sportfederatie of door de aangesloten sportclubs georganiseerd worden in het raam van de federale of clubactiviteiten, zijn in de verzekering begrepen : kampioenschappen, competities, vriendschappelijke en andere wedstrijden, toernooien, trainingen, demonstraties, verplaatsingen, reizen (verblijf inbegrepen) en andere activiteiten (feestmaal, vergaderingen, spelen) die voor de aangesloten leden en de niet-leden bij sportpromotionele acties georganiseerd worden. Ook schade ingevolge het gebruik van materiaal of veroorzaakt door het materiaal moet worden verzekerd. Daarenboven is de waarborg eveneens verworven voor de aangesloten leden die actief meewerken aan de organisatie door de sportfederatie of door de bij haar aangesloten sportclubs van allerlei niet-sportieve activiteiten waarbij het publiek betrokken wordt.

    § 3. Alleen voor de aangesloten leden moet het risico lichamelijke ongevallen verzekerd worden voor ongevallen die zich voordoen op de weg van huis naar de activiteiten en terug.

    § 4. De minimale voorwaarden waaraan de verzekeringen inzake lichamelijke ongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid moeten voldoen, zijn opgenomen in bijlage VII, die bij dit besluit is gevoegd.

    Afdeling III. - Erkenningsvoorwaarden inzake het opstellen van het beleidsplan.

    Art. 4. Om voor erkenning in aanmerking te komen, moet het vierjaarlijkse beleidsplan, opgesteld overeenkomstig artikel 5, 15°, en artikel 6 van het decreet, de volgende elementen bevatten :

  12. de informatie van de sportfederatie :

    1. de structuur van de sportfederatie met organogram, taken van alle organen en hun betrokkenheid bij de basisopdrachten;

    2. het organogram en het statuut van de sporttechnische en administratieve medewerkers van de sportfederatie en hun betrokkenheid bij de basisopdrachten;

  13. de missie van de sportfederatie;

  14. een gegevensverzameling met het oog op het opstellen van het beleidsplan;

  15. de conclusies van de gegevensverzameling;

  16. de strategische en operationele doelstellingen en het bijbehorende meetplan;

  17. het actieplan voor de duur van het beleidsplan, met de concrete maatregelen om de strategische en operationele doelstellingen te realiseren en de bijbehorende begroting voor de duur van het beleidsplan;

  18. een beschrijving, waarbij de sportfederatie aantoont dat ze voldoet aan alle op haar van toepassing zijnde bepalingen van het decreet van 13 juli 2007 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening en de desbetreffende uitvoeringsbesluiten. De beschrijving wordt in een afzonderlijk onderdeel van het plan opgenomen en wordt bezorgd aan de bevoegde dienst van de Vlaamse overheid.

    Het beleidsplan wordt opgesteld volgens een leidraad die ter beschikking wordt gesteld door het Bloso.

    Afdeling IV. - Erkenningsvoorwaarden inzake de bijkomend in te dienen documenten die ingediend moeten worden overeenkomstig artikel 6 van het decreet.

    Art. 5. § 1. Jaarlijks stuurt de sportfederatie uiterlijk tegen 1 april het financiële verslag van het voorgaande werkingsjaar naar het Bloso.

    Voor de erkende en niet-gesubsidieerde sportfederatie omvat het financiële verslag de jaarrekening.

    § 2. Jaarlijks stuurt de sportfederatie uiterlijk tegen 1 april het werkingsverslag van het voorgaande werkingsjaar naar het Bloso.

    Voor de erkende en niet-gesubsidieerde sportfederatie bestaat dat werkingsverslag uit een overzicht van de werking van de sportfederatie in het voorgaande jaar, alsmede uit de resultaten van de evaluatie van het beleidsplan op basis van effectmeting en in voorkomend geval de bijsturing van het beleidsplan.

    § 3. Jaarlijks stuurt de sportfederatie uiterlijk tegen 1 december de begroting van het volgende werkingsjaar op naar het Bloso.

    HOOFDSTUK III. - Erkenningsprocedure.

    Afdeling I. - Aanvraag en ontvankelijkheidsonderzoek.

    Art. 6. § 1. Een aanvraag tot erkenning als vermeld in artikel 3 van het decreet moet ingediend worden bij het Bloso uiterlijk op 1 september voorafgaand aan het jaar van de erkenning. De aanvraag moet per aangetekende brief verstuurd worden naar het Bloso of tegen ontvangstmelding bezorgd worden aan het Bloso. De aanvraag wordt ingediend met het formulier dat door het Bloso ter beschikking wordt gesteld.

    § 2. Als vastgesteld wordt dat een aanvraag onvolledig is en nog vervolledigd kan worden, vraagt het Bloso per aangetekende brief de aanvullende gegevens op.

    § 3. Het Bloso brengt voor 1 oktober per aangetekende brief de sportfederaties op de hoogte als hun aanvraag tot erkenning onontvankelijk is. De reden van de onontvankelijkheid wordt in de brief vermeld. Een aanvraag is onontvankelijk als ze niet tijdig werd ingediend, niet tijdig werd vervolledigd, of als blijkt dat de betrokken sportfederatie niet kan voldoen aan de algemene erkenningsvoorwaarden.

    Afdeling II. - Begeleiding en controle.

    Art. 7. § 1. Het Bloso begeleidt de sportfederatie en onderzoekt de aanvraag tot erkenning ervan. Voor 15 december brengt het Bloso bij de minister advies uit over de sportfederaties die erkend kunnen worden.

    § 2. Voor 15 januari deelt de minister per aangetekende brief aan de aanvragende sportfederatie zijn beslissing mee om de sportfederatie te erkennen of zijn voornemen mee om de sportfederatie niet te erkennen.

    § 3. Een sportfederatie die het bericht krijgt van het voornemen van de minister om haar erkenning niet in aanmerking te nemen kan daartegen een gemotiveerd bezwaar indienen dat binnen vijftien dagen na verzending van dit bericht aangetekend moet verstuurd worden naar het Bloso. Indien de sportfederatie hierom verzoekt kan zij gehoord worden.

    Het Bloso stelt binnen de dertig dagen na ontvangst van het bezwaarschrift een gemotiveerd advies op, de minister beslist uiterlijk dertig dagen na ontvangst van dit advies om de erkenning al dan niet toe te kennen.

    Afdeling III. - Procedure voor schorsing en intrekking van een erkenning.

    Art. 8. § 1. Als het Bloso vaststelt dat een erkende sportfederatie niet meer voldoet aan een of meer erkenningsvoorwaarden, brengt het Bloso de erkende sportfederatie op de hoogte van de vastgestelde overtredingen.

    § 2. De erkende sportfederatie krijgt de mogelijkheid om haar standpunt over die overtredingen schriftelijk mee te delen. Daarna stelt het Bloso een gemotiveerd advies op over de mogelijke sancties.

    § 3. De minister beslist, na kennisname van het advies, vermeld in paragraaf 2 en, in voorkomend geval, van het meegedeelde standpunt van de erkende sportfederatie, om ofwel de erkenning van de betrokken sportfederatie te schorsen en haar een termijn toe te staan waarbinnen ze de vastgestelde overtredingen moet regulariseren, ofwel de erkenning in te trekken. De minister houdt daarbij rekening met de aard van de vastgestelde overtreding en de mogelijkheid tot regularisatie. De beslissing wordt aan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT