Koninklijk besluit tot verlenging van het recht op kinderbijslag in de regeling van de zelfstandigen ten gunste van de verdwenen kinderen., de 18 décembre 1996

Artikel 1. Artikel 9 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, wordt aangevuld als volgt :

" § 3. Het verdwenen kind, in de zin van artikel 25bis, behoudt de hoedanigheid van rechthebbende binnen de in dat artikel bepaalde grenzen voor zover aan de in dit artikel gestelde voorwaarden wordt voldaan. "

Art. 2. In artikel 15, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 april 1983, 22 maart 1984, 19 juli 1985, 10 april 1987 en 21 februari 1991, wordt tussen het tweede en het derde lid het volgende lid ingevoegd :

" De rechthebbende blijft het recht openen ten voordele van het in 4°, 6°, 7° en 8° bedoelde kind, indien dit een verdwenen kind is in de zin van artikel 25bis, binnen door dat artikel gestelde grenzen. "

Art. 3. Artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 april 1983 en 10 april 1987, wordt aangevuld met het volgend lid :

" Het kind, dat verdwenen is in de zin van artikel 25bis, neemt binnen de door voormeld artikel gestelde grenzen, een fictieve rang in, in de hierboven bedoelde groepen, met uitzondering van de wees die rechtgevend is op de bijslag bepaald in artikel 18 of in artikel 50bis van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders. "

Art. 4. Artikel 17 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 december 1982, 25 april 1984, 19 juli 1985, 11 april 1987, 1 maart 1989 en 21 februari 1991, wordt aangevuld met het volgende lid :

" Voor de toepassing van het tweede lid wordt het kind, dat verdwenen is in de zin van artikel 25bis, na de verdwijning geacht deel te blijven uitmaken van het gezin van de bijslagtrekkende, binnen de in dat artikel bepaalde grenzen. "

Art. 5. Artikel 19 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 april 1984 en 21 februari 1991, wordt aangevuld als volgt :

" § 7. Voor de toepassing van de §§ 5 en 6 wordt het kind, dat verdwenen is in de zin van artikel 25bis, na de verdwijning geacht deel te blijven uitmaken van het gezin van de bijslagtrekkende, binnen de in dat artikel bepaalde grenzen. "

Art. 6. Een artikel 25bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :

" Artikel 25bis. Het recht op kinderbijslag wordt verlengd ten gunste van het verdwenen kind, overeenkomstig de volgende bepalingen :

  1. onder verdwenen kind moet worden verstaan het kind dat onvrijwillig niet langer op...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT