9 APRIL 2004. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen van de onderrichtingen voor de kiezer in de kieskantons die voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem zijn aangewezen bij de gelijktijdige verkiezingen voor het Europese Parlement, de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, de Brusselse leden van de Vlaamse Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Gelet op de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, inzonderheid op artikel 29;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1998 tot vervanging van het koninklijk besluit van 18 april 1994 houdende aanwijzing van de kieskantons voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 april 2004 tot regeling van sommige kiesverrichtingen voor de gelijktijdige verkiezingen voor het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden van 13 juni 2004, inzonderheid op artikel 21;

Gezien het ministerieel besluit van 10 maart 1999 tot vaststelling, in de kantons en gemeenten die gebruik maken van een geautomatiseerd stemsysteem, van de volgorde waarin de stemmen worden uitgebracht bij gelijktijdige verkiezingen, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 21 augustus 2000 en 9 april 2004;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het, gezien de nabijheid van de voor 13 juni 2004 voorziene gelijktijdige verkiezingen voor het Europese Parlement, de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, de Brusselse leden van de Vlaamse Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, aangewezen is onverwijld de modellen te bepalen van de onderrichtingen voor de kiezer die met het oog op die verkiezingen van toepassing zullen zijn in de kieskantons die voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem zijn aangewezen,

Besluit :

Artikel 1. In de kieskantons die bij het voormeld koninklijk besluit van 30 maart 1998 voor het gebruik van het geautomatiseerd stemsysteem zijn aangewezen bij de gelijktijdige verkiezingen voor enerzijds het Europese Parlement en anderzijds de Vlaamse Raad of de Waalse Gewestraad, met uitzondering van de kantons Eupen en Sankt - Vith, zijn de onderrichtingen voor de kiezer in overeenstemming met het model in bijlage 1.

Art. 2. In de kieskantons die bij het voormeld koninklijk besluit van 30 maart 1998 voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem zijn aangewezen bij de gelijktijdige verkiezingen voor het Europese Parlement, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Brusselse leden van de Vlaamse Raad, zijn de onderrichtingen voor de kiezer in overeenstemming met het model in bijlage 2.

Art. 3. In de kieskantons Eupen en Sankt - Vith zijn de onderrichtingen bij de gelijktijdige verkiezingen voor het Europese Parlement, de Waalse Gewestraad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap in overeenstemming met het model in bijlage 3.

Art. 4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 9 april 2004.

P. DEWAEL

Bijlage 1

Onderrichtingen voor de kiezers in de kieskantons die voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem zijn aangewezen bij de gelijktijdige verkiezingen voor het Europese Parlement enerzijds en de Vlaamse Raad of de Waalse Gewestraad anderzijds

  1. De kiezers worden tot de stemming toegelaten van 8 tot 15 uur. Kiezers die zich om 15 uur in het lokaal bevinden, worden nog tot de stemming toegelaten.

  2. Nadat de voorzitter de identiteitskaart en de oproepingsbrief van de kiezer heeft gecontroleerd, overhandigt hij hem in ruil voor die brief een magneetkaart voor de stemming.

    De kiezer, onderdaan uit een andere lidstaat van de Europese Unie, ontvangt een aangepast gevalideerde magneetkaart waarmee hij kan stemmen uitsluitend voor de verkiezing van het Europese Parlement.

  3. De kiezer mag zich niet langer in het stemhokje ophouden dan nodig is om te stemmen. Om zijn stem uit te brengen, steekt hij eerst de magneetkaart in de daartoe bestemde gleuf van de lees-registreereenheid voor magneetkaarten van de stemmachine.

    In de gemeenten waar de kiezer, krachtens de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, de taal van de stemverrichtingen kan kiezen, bepaalt hij door middel van de leespen die hem ter beschikking is gesteld, in welke taal hij zijn stem(men) wil uitbrengen.

  4. De Belgische kiezer, die ingeschreven is in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente, brengt eerst zijn stem uit voor de verkiezing van het Europese Parlement en, nadat hij die bevestigd heeft, brengt hij zijn stem uit voor de verkiezing van de Raad, die hij eveneens bevestigt.

    De kiezer, onderdaan uit een andere lidstaat van de Europese Unie, brengt zijn stem uit voor de verkiezing van het Europese Parlement en hij bevestigt zijn stem.

  5. Voor iedere...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT