8 JUNI 2012. - Besluit van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) tot het vaststellen van de percelen gelegen in de woonzone 'Voormalige katoenfabriek met gasproductie' in Evergem als site en tot Regeling van de exoneratie voor de uitvoering van het site-onderzoek
De OVAM,
Gelet op het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (verder genoemd 'Bodemdecreet'), inzonderheid op de artikelen 140 tot en met 145 en artikel 158;
Overwegende dat de OVAM een beleid heeft uitgewerkt waarin een woonzone die bestaat uit meerdere (potentieel) verontreinigde gronden wordt opgenomen in een site overeenkomstig artikel 140 van het Bodemdecreet teneinde een integrale aanpak ervan te kunnen realiseren;
Overwegende de programmatische aanpak van gasfabrieken in het kader van het strategische project (SP4) 'Bodemsanering in 2036' van het ondernemingsplan van 2012;
Overwegende dat in het kader van de studie 'Historisch onderzoek en beperkte staalname voormalige gassites provincie Oost-Vlaanderen - Site Evergem, Asschout' van URS Belgium bvba gronden in Evergem in kaart zijn gebracht waar in het verleden activiteiten plaatsvonden die mogelijk bodemverontreiniging veroorzaakt hebben; dat in deze studie een grondig historisch onderzoek en een beperkte staalname werden uitgevoerd;
Overwegende de vaststelling van verhoogde waarden aan polyaromatische koolwaterstoffen in het hoger genoemde onderzoek, uitgevoerd door URS Belgium bvba;
Overwegende de ervaring van de OVAM dat op soortgelijke gassites vaak ernstige bodemverontreiniging wordt aangetroffen, dat er een meer diepgaand bodemonderzoek nodig is om duidelijkheid te krijgen over de verontreinigingssituatie van dit voormalige gasfabrieksterrein;
Overwegende dat uit bovenstaande blijkt dat aan Asschout 25A, 29, 29A, 29B, 29C, 31, 33, 35, 37, 39, 41, 43, 45 en een grond zonder nummer in Evergem respectievelijk een katoenspinnerij met een installatie voor de productie van lichtgas, een kiekensvetterij, een stoompaardenhaarfabriek en een elektrische weverij actief waren tussen 1847 en 1934; dat de lijst van de gronden en het overeenkomstig overzichtsplan opgenomen zijn als bijlage;
Overwegende dat een integrale aanpak van de bodemverontreiniging via sitevaststelling noodzakelijk is omwille van milieutechnische redenen, meer bepaald dat met het oog op een efficiënte aanpak en een goede risico-evaluatie het aangewezen is om alle potentieel verontreinigde gronden op te nemen in één overkoepelend bodemonderzoek;
Overwegende dat een integrale aanpak van de bodemverontreiniging via sitevaststelling ook noodzakelijk is omwille van administratieve en communicatie-informatieve redenen, meer bepaald dat de gebruikers en eigenaars van de percelen gezamenlijk en gelijktijdig geïnformeerd worden over de ernst van de verontreiniging en over de verschillende fasen van het onderzoek;
Overwegende dat conform artikel 141 van het Bodemdecreet de vaststelling als site van rechtswege tot gevolg heeft dat binnen honderdtachtig dagen na de dag van...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI