19 MAART 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid, de bepaling van de classificatie en de eraan verbonden loon- en arbeidsvoorwaarden (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid, de bepaling van de classificatie en de eraan verbonden loon- en arbeidsvoorwaarden.

Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 maart 2008.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

J. PIETTE

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen

Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2007

Maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid, de bepaling van de classificatie en de eraan verbonden loon- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 11 juli 2007 onder het nummer 83845/CO/314)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de ondernemingen die behoren tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kappersbedrijf en de schoonheidszorgen.

Onder "werknemers" verstaat men : de arbeiders, arbeidsters en bedienden.

HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van hoofdstuk IV, titel III van de wet van 26 juli 1996 en van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2, en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en van zijn uitvoeringsbesluiten, en ook in toepassing van het interprofessioneel akkoord van 2 februari 2007.

HOOFDSTUK III. - Arbeidsduurvermindering

Art. 3. Vanaf 1 juli 2002 is voor alle werknemers uit de sector de 38 uren werkweek ingevoerd.

HOOFDSTUK IV. - Tijdskrediet

Art. 4. Onverminderd de wettelijke bepalingen ter zake wordt het recht op tijdskrediet zoals vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 tot vervanging van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst n° 77ter van 10 juli 2002, erkend voor de in artikel 1 genoemde werknemers.

De regeling wordt uitgebreid zonder beperking van percentages. Het recht voltijds tijdskrediet op te nemen, wordt in de sector verhoogd van één jaar tot de maximumduur van 5 jaar.

Art. 5. Er wordt ingegaan op de verzoeken in alle ondernemingen, inbegrepen de ondernemingen met minder dan 10 werknemers.

Art. 6. Het recht op gebruik van het tijdskrediet gaat gepaard met de verbintenis van de werknemers dat hij zich niet als zelfstandige in dezelfde sector zal vestigen gedurende de periode van het gebruik ervan.

HOOFDSTUK V. - Tewerkstelling en vorming van de risicogroepen

Art. 7. § 1. In toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 betreffende de bevordering van de tewerkstelling en de preventieve vrijwaring van de concurrentiekracht wordt de bijdrage van de werkgevers aan het fonds voor bestaanszekerheid van de sector voor 2007 en 2008 vastgesteld op 0,10 pct. van de brutoloonmassa.

§ 2. Een bijkomende bijdrage om het scheppen van arbeidsplaatsen te bevorderen wordt vastgesteld op 0,05 pct. in 2007 en in 2008.

Art. 8. De maatregelen ten voordele van de risicogroepen zijn die welke werden vastgesteld door het paritair comité in de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 maart 1991 betreffende de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen, algemeen verbindend bij koninklijk besluit van 7 mei 1992, Belgisch Staatsblad van 9 juli 1992.

Art. 9. De omschrijving van de risicogroepen is die welke werd vastgesteld door de wet van 29 december 1990 houdende sociale bepalingen.

HOOFDSTUK VI. -...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT