11 FEBRUARI 2013. - Koninklijk besluit houdende samenstelling en werking van de kamers van de Administratieve Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie. - Erratum

In het Belgisch Staatsblad van 21 februari 2013, editie 2, pagina 10232, akte nr. 2013/201070, dient het volgende advies van de Raad van State toegevoegd te worden :

Advies 52.427/1 van 13 december 2012 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State

Over een ontwerp van koninklijk besluit "houdende samenstelling en werking van de kamers van de Administratieve Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie"

Op 27 november 2012 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de fiscale fraude verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit "houdende samenstelling en werking van de kamers van de Administratieve Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie".

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 13 december 2012. De kamer was samengesteld uit Marnix Van Damme, kamervoorzitter, Wilfried Van Vaerenbergh en Jeroen Van Nieuwenhove, staatsraden, Marc Rigaux, assessor, en Wim Geurts, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Nathalie Van Leuven, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Wilfried Van Vaerenbergh, staatsraad.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 13 december 2012.

  1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan.

    Strekking en rechtsgrond van het ontwerp

  2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit regelt de samenstelling en de werking van de kamers van de Administratieve Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie.

  3. Uit de aanhef van het ontwerp kan worden afgeleid dat voor de ontworpen regeling rechtsgrond wordt gezocht in artikel 108 van de Grondwet en in de artikelen 329, §§ 2 en 5, en 338, § 2, vierde lid, van de programmawet (I) van 27 december 2006.

    Bij nader toezien blijkt evenwel dat enkel de voornoemde artikelen 329, § 5, en 338, § 2, vierde lid, rechtsgrond bieden voor het ontwerp. Krachtens eerstgenoemde bepaling is de Koning bevoegd om de samenstelling en de werking van de voornoemde commissie te regelen. Die machtiging houdt onder meer in dat in een regeling van plaatsvervanging van leden kan worden voorzien, ook al is...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT