14 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit houdende samenstelling en werking van de kamers van de administratieve afdeling van de Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het besluit waarvan we de eer hebben aan uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft als doel de samenstelling en de werking te regelen van de kamers van de administratieve afdeling van de Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie, ingesteld bij artikel 329, § 1, van de programmawet (I) van 27 december 2006. Het voert artikelen 329, §§ 3 en 6, en 338, § 2, vierde lid, van voormelde wet uit.

Naar aanleiding van het advies nr. 48.040/1 van de Raad van State van 21 april 2010, werd het ontwerp van koninklijk besluit aangepast. Er werd rekening gehouden met alle gemaakte opmerkingen.

In artikel 1 waarbij de administratieve afdeling bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid wordt ingesteld, werden de woorden "en kan uit verschillende kamers bestaan" aldus geschrapt. De Raad van State heeft immers opgemerkt dat voormelde programmawet uitdrukkelijk bepaalt dat de administratieve afdeling uit verschillende kamers is samengesteld. Het gaat dus om een verplichting en niet om een loutere mogelijkheid zoals voorzien werd door het ontwerp van koninklijk besluit.

Daarnaast werd elke verwijzing naar het begrip "plaatsvervangende leden" geschrapt omdat de Raad van State in zijn advies heeft benadrukt dat de programmawet (I) van 27 december 2006 de Koning niet machtigt om plaatsvervangende leden aan te stellen. De programmawet verwijst immers enkel naar het begrip "leden" en niet naar de begrippen "effectieve leden" en "plaatsvervangende leden".

De Raad van State heeft tevens opgemerkt dat het koninklijk besluit geen voorwaarden voor de ontvankelijkheid van de aanvragen kon opleggen bij gebrek aan een wettelijke basis daartoe : voormelde programmawet machtigt immers de Koning niet om in dergelijke voorwaarden te voorzien voor de aanvragen bedoeld in artikelen 338, § 2, eerste, tweede en derde lid, en 338, § 6.

De artikelen 7 tot en met 10 van het koninklijk besluit bevatten bijgevolg geen ontvankelijkheidsvoorwaarden meer. Er worden enkel bepaalde modaliteiten opgesomd die alleen tot doel hebben een goede werking van de administratieve afdeling en een doeltreffende behandeling van de aanvragen te garanderen.

Wij hebben de eer te zijn,

Sire,

Van Uwe Majesteit,

de zeer eerbiedige

en zeer getrouwe dienaren,

De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie,

Mevr. L. ONKELINX

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid

Mevr. J. MILQUET

De Minister van K.M.O.'s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid,

Mevr. S. LARUELLE

14 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit houdende samenstelling en werking van de kamers van de administratieve afdeling van de Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de programmawet (I) van 27 december 2006, artikelen 329, §§ 3 en 6, en 338, § 2, vierde lid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 januari 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 16 maart 2010;

Gelet op het advies 48.040/1 van de Raad van State, gegeven op 21 april 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT