21 JUNI 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het algemeen welzijnswerk

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, artikel 6 en 7, § 1;

Gelet op het decreet van 3 april 2009 betreffende het georganiseerd vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, artikel 5, tweede lid;

Gelet op het decreet van 8 mei 2009 betreffende het algemeen welzijnswerk, artikel 5, tweede lid, artikel 7, § 2, tweede lid, § 3, tweede en derde lid, en § 4, derde lid, artikel 10, tweede lid, 4°, en derde lid, artikel 11, 12, tweede lid, artikel 15, tweede lid, artikel 16, 17, § 1, § 2, eerste lid, gewijzigd bij het decreet van 25 mei 2012, zesde lid, § 3, en § 4, artikel 18, tweede lid, artikel 19, 20, § 1, eerste lid, en § 2, en artikel 24;

Gelet op het decreet van 25 mei 2012 tot wijziging van artikelen 17 en 23 van het decreet van 8 mei 2009 betreffende het algemeen welzijnswerk, artikel 5;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2001 ter uitvoering van het decreet van 19 december 1997 betreffende het algemeen welzijnswerk;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot afbakening van het toepassingsgebied van de integrale jeugdhulp en van de regio's integrale jeugdhulp en tot regeling van de beleidsafstemming integrale jeugdhulp;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 betreffende de boekhouding en het financieel verslag voor de voorzieningen in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 21 maart 2013;

Gelet op het advies van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid, gegeven op 25 april 2013;

Gelet op het advies nr. 17/2013 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gegeven op 22 mei 2013;

Gelet op advies 53.120/1 van de Raad van State, gegeven op 31 mei 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. administratie : het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin of het intern verzelfstandigd agentschap Zorginspectie;

  2. beleidsplan : een dynamisch en flexibel instrument waarin een centrum zijn visie weergeeft met betrekking tot zijn organisatieontwikkeling en geïntegreerde werking, de aangeboden hulp- en dienstverlening, de samenwerkingsverbanden met andere actoren en de rol die het centrum opneemt in de zorgnetwerken;

  3. centrum : overeenkomstig artikel 2, 2°, van het decreet van 8 mei 2009, een centrum voor algemeen welzijnswerk of een centrum voor teleonthaal;

  4. decreet van 8 mei 2009 : het decreet van 8 mei 2009 betreffende het algemeen welzijnswerk;

  5. minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen;

  6. secretaris-generaal : het personeelslid dat belast is met de leiding van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

  7. werkgebied : een geografisch gebied waarbinnen een centrum zijn activiteiten ontplooit.

    HOOFDSTUK 2. - De erkenning van centra

    Afdeling 1. - De erkenningsvoorwaarden

    Onderafdeling 1. - Algemene voorwaarden

    Art. 2. Een centrum dat, in het kader van het algemeen welzijnswerk, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 8 mei 2009, en dit besluit, aanspraak wil maken op subsidiëring, moet vooraf door de secretaris-generaal worden erkend met inachtneming van de erkenningsvoorwaarden, vermeld in hoofdstuk II en in artikel 17, § 2, van voormeld decreet, en in deze afdeling.

    Art. 3. Wat zijn werking en organisatie betreft, moet een centrum :

  8. opgericht zijn als een vereniging zonder winstoogmerk, overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;

  9. gevestigd zijn en zijn werking ontplooien in het werkgebied dat is bepaald bij de erkenning;

  10. naast de verzekeringen die het centrum wettelijk verplicht is af te sluiten, een verzekering aangaan voor de burgerlijke aansprakelijkheid van het centrum en van de beroepskrachten en vrijwilligers die er werkzaam zijn;

  11. aan de administratie de registratiegegevens, vermeld in artikel 18 van het decreet van 8 mei 2009, bezorgen;

  12. jaarlijks rapporteren, op basis van resultaatsgerichte indicatoren, over de wijze waarop het centrum uitvoering geeft aan artikel 18 tot 20 en artikel 4, 5 en 16, als het een centrum voor teleonthaal betreft, of aan artikel 6 tot 15 en 17, als het een centrum voor algemeen welzijnswerk betreft.

    De minister bepaalt de resultaatsgerichte indicatoren, vermeld in het eerste lid, 5°.

    Onderafdeling 2. - Voorwaarden voor de centra voor teleonthaal

    Art. 4. § 1. Elk centrum voor teleonthaal heeft de volgende opdrachten :

  13. telefonische of online hulp- en dienstverlening organiseren voor de bevolking in het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad;

  14. eerste opvang en ondersteuning bieden in een vroeg stadium van de probleemwording, met bijzondere aandacht voor eventuele risico's op zelfdoding, zodat voorkomen wordt dat probleemsituaties escaleren;

  15. personen opvangen die naar aanleiding van bepaalde gebeurtenissen geconfronteerd worden met hun problemen en hen eventueel doorverwijzen naar professionele hulpverlening;

  16. tekorten in de samenleving op het vlak van welzijn signaleren aan de overheid, op provinciaal, Vlaams en federaal niveau. Naar aanleiding van bepaalde maatschappelijke gebeurtenissen signaleert het centrum relevante maar anonieme gegevens aan de media.

    De hulp- en dienstverlening van de centra voor teleonthaal bezit de volgende kenmerken :

  17. ze is anoniem;

  18. ze is 24 uur op 24 toegankelijk via eenzelfde telefoonnummer. De modaliteiten van dit eenvormige telefoonnummer zijn conform de reglementering op de universele dienstverlening inzake telecommunicatie;

  19. ze gebeurt online op vooraf bepaalde tijdstippen;

  20. ze wordt verstrekt door vrijwilligers, die worden bijgestaan door beroepskrachten;

  21. ze is gratis.

    § 2. Elk centrum voor teleonthaal rekruteert vrijwilligers in verhouding tot zijn behoeften. Het centrum voor teleonthaal zorgt voor omstandigheden die het engagement van de vrijwilligers haalbaar maken en ondersteunen. Vrijwilligers worden zorgvuldig geselecteerd na een opleiding als vermeld in het tweede lid, die met goed gevolg afgesloten werd. Bij die opleiding hoort een inwerkperiode. De selectienormen worden in het beleidsplan geconcretiseerd.

    Voor de vrijwilligers organiseert het centrum een interne opleiding van minimaal 30 uren. Die opleiding omvat onder meer :

  22. doelstellingen en grenzen van de centra voor teleonthaal;

  23. kennis van en inzicht in levensmoeilijkheden;

  24. training in hulpverlenende vaardigheden;

  25. attitudevorming;

  26. praktische schikkingen en werkwijzen;

  27. de toepassing van de regels betreffende de verwerking en uitwisseling van persoonsgegevens en de geheimhoudingsplicht.

    Het centrum voor teleonthaal en elke geselecteerde vrijwilliger ondertekenen een afsprakennota als vermeld in artikel 5 van het decreet van 3 april 2009 betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, waarin de vrijwilliger zich ook engageert om gedurende de hele duur van zijn medewerking een voortgezette opleiding te volgen.

    § 3. De vereiste deskundigheid van de beroepskrachten wordt door opleiding of ervaring gewaarborgd. Dit wordt gespecificeerd in het beleidsplan.

    Art. 5. De hulp- en dienstverlening van het centrum voor teleonthaal beantwoordt aan de volgende voorwaarden :

  28. het centrum stelt aan de gebruikers en potentiële gebruikers informatie ter beschikking over alle relevante aspecten van het hulp- en dienstverleningsaanbod en het gehanteerde hulpverleningsconcept;

  29. de hulp- en dienstverlening beoogt een zo preventief en duurzaam mogelijk effect;

  30. het centrum beschikt over een procedure voor het omgaan met situaties waarbij de integriteit van de gebruiker of van andere personen in gevaar is;

  31. het centrum garandeert het klachtenrecht aan de gebruiker door een procedure voor klachtenregistratie en -behandeling, die voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wetgeving betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

    De procedure, vermeld in het eerste lid, 4°, beschrijft op welke wijze de gebruiker zijn klacht kenbaar kan maken, op welke wijze de klacht wordt beoordeeld op ontvankelijkheid, op welke wijze de klacht wordt behandeld en op welke wijze de gebruiker wordt geïnformeerd over het resultaat van zijn klacht.

    Onderafdeling 3. - Voorwaarden voor de centra voor algemeen welzijnswerk

    Art. 6. Overeenkomstig artikel 7, § 1, van het decreet van 8 mei 2009 realiseert elk centrum voor algemeen welzijnswerk een opdracht van algemene preventie. Die opdracht houdt in dat het centrum voor algemeen welzijnswerk een kwalitatief signaleringsbeleid voert ten aanzien van de respectieve overheden en de maatschappelijke voorzieningen met betrekking tot maatschappelijke factoren die in de eigen hulp- en dienstverleningspraktijk als welzijnsbedreigend worden ervaren en dat het algemeen preventieve projecten organiseert die structurele veranderingen beogen, die zich richten tot beleidsinstanties, tot de brede bevolking, tot specifieke doelgroepen en tot intermediaire personen, diensten of instanties.

    Art. 7. § 1. Overeenkomstig artikel 7, § 1, van het decreet van 8 mei 2009 realiseert elk centrum voor algemeen welzijnswerk een aanbod van onthaal. Het onthaal is laagdrempelig. Het is een proces van vraagverheldering, waarbij samen met de gebruiker de hulpvraag wordt ontrafeld, de problemen geïnventariseerd en systematisch in kaart gebracht, om een beter inzicht te krijgen in de aard van de problemen en alle oplossingsalternatieven te...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT