10 JULI 2006. - Wet betreffende de elektronische procesvoering (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Definities en algemene beginselen

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. Voor de toepassing van deze wet en de uitvoeringsbesluiten ervan, wordt verstaan onder :

  1. « het beheerscomité » : « het beheerscomité dat bedoeld wordt in artikel 15 van de wet van 10 augustus 2005 tot oprichting van het informatiesysteem Phenix »;

  2. « het toezichtscomité » : « het toezichtscomité dat bedoeld wordt in artikel 22 van de wet van 10 augustus 2005 tot oprichting van het informatiesysteem Phenix »;

  3. « de gekwalificeerde handtekening » : « de geavanceerde elektronische handtekening zoals gedefinieerd in artikel 2, 2°, van de wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten, die bevestigd wordt door middel van een gekwalificeerd certificaat zoals bedoeld in artikel 2, 4°, van dezelfde wet en aangemaakt wordt met een veilig middel in de zin van artikel 2, 7°, van dezelfde wet »;

  4. « de dienstverlener inzake communicatie » : « elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die beantwoordt aan de voorwaarden die vastgelegd worden in artikel 10 van deze wet, alsook aan die welke bepaald worden door de Koning, na advies van het beheerscomité en van het toezichtscomité, en die optreedt als intermediair orgaan bij elke betekening, kennisgeving, neerlegging of mededeling in het kader van een gerechtelijke procedure. »

    Art. 3. Deze wet regelt de wijze waarop de door de wetten of reglementen voorgeschreven processtukken elektronisch worden aangemaakt, neergelegd, betekend, ter kennis gebracht, medegedeeld, bewaard en geraadpleegd in het kader van een gerechtelijke procedure.

    Art. 4. Behoudens andersluidende wettelijke bepalingen, mag niemand verplicht worden via elektronische weg proceshandelingen te stellen of documenten met betrekking tot proceshandelingen te ontvangen.

    De Koning kan evenwel, na advies van het beheerscomité, in een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad :

  5. bepalen dat categorieën van natuurlijke personen die beroepshalve in opdracht van derden of van een gerechtelijke autoriteit, proceshandelingen stellen, verplicht zijn, in het kader van hun beroep proceshandelingen te stellen en te ontvangen via elektronische weg;

  6. bepalen dat categorieën van rechtspersonen verplicht zijn proceshandelingen te stellen en te ontvangen via elektronische weg;

  7. van kracht zijnde wettelijke bepalingen opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen, teneinde de communicatie tussen de rechtssubjecten enerzijds, en de gerechtelijke overheid anderzijds, elektronisch mogelijk te maken;

  8. nadere regels vaststellen volgens welke de burgers met de gerechtelijke overheid elektronisch kunnen communiceren en ze elektronisch documenten of akten kunnen toezenden.

    De in het tweede lid, 3° en 4°, bedoelde koninklijke besluiten worden genomen na advies van het toezichtscomité.

    De krachtens het tweede lid, 3°, genomen koninklijke besluiten die niet bij wet zijn bekrachtigd op de eerste dag van de achttiende maand volgend op deze van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, houden op uitwerking te hebben na het verstrijken van voormelde termijn.

    Art. 5. Behoudens wanneer de verplichting bestaat een proceshandeling te stellen via elektronische weg, wordt een processtuk dat op regelmatige wijze elektronisch wordt aangemaakt, neergelegd, medegedeeld en bewaard, gelijkgesteld met een op papier gesteld processtuk.

    Art. 6. Niettegenstaande enige andersluidende bepaling kan, wanneer de verplichting bestaat om een processtuk elektronisch aan te maken, neer te leggen, te betekenen, ter kennis te brengen, mede te delen, te bewaren of te raadplegen, en zulks niet mogelijk is ingevolge overmacht, inzonderheid wegens het disfunctioneren van het Phenix-systeem, het op papier worden gesteld, per drager, per post of per fax worden neergelegd, betekend, ter kennis gebracht en medegedeeld, en als dusdanig worden bewaard en geraadpleegd.

    Art. 7. Telkens als een wettelijke bepaling de ondertekening van een processtuk voorschrijft en dit stuk elektronisch is, wordt dit stuk voorzien van de gekwalificeerde handtekening zoals gedefinieerd in artikel 2, 3°.

    Die gekwalificeerde handtekening wordt met een handgeschreven handtekening gelijkgesteld.

    Art. 8. De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad en na advies van het beheerscomité, op welke wijze en onder welke vorm de betaling gebeurt van de rechten die wettelijk of reglementair verschuldigd zijn bij het neerleggen, afleveren of kopiëren van processtukken, wanneer zulks gebeurt via elektronische weg.

    Art. 9. § 1. Behoudens andersluidende wettelijke bepaling heeft een document van elektronische procesvoering gevolgen op het tijdstip waarop :

    -het wordt ingevoerd in het Phenix-systeem, wanneer een handeling ter griffie moet worden verricht;

    - de dienstverlener inzake communicatie het verzoek van de afzender tot afgifte aan de geadresseerde ontvangt, wanneer een dergelijke dienstverlener optreedt;

    - de afzender het onherroepelijke bevel geeft het document te verzenden, buiten beide bovenstaande gevallen.

    § 2. Het gebrek aan afgifte, de laattijdige afgifte of de onleesbaarheid van een document wegens het disfunctioneren van de informatica, zonder fout of nalatigheid toe te schrijven aan de partij die deze doet gelden, wordt gelijkgesteld met gevallen van overmacht indien dit haar verhindert haar rechten uit te oefenen.

    § 3. De afgifte van een elektronisch document is het tijdstip waarop de geadresseerde kennis kan nemen van de inhoud ervan.

    Behoudens tegenbewijs wordt de afgifte geacht te zijn verricht op het tijdstip waarop de dienstverlener inzake communicatie verklaart de akte te hebben afgegeven, wanneer een dergelijke dienstverlener optreedt.

    § 4. Een aan een partij gericht elektronisch document wordt geacht leesbaar te zijn en niet besmet te zijn met een virus of enige andere schadelijke opdracht, behoudens onverwijld met redenen omkleed bezwaar van die partij.

    In geval van met redenen omkleed bezwaar, bezorgt de afzender haar onverwijld een nieuwe versie van het leesbare en niet met voornoemde gebreken aangetaste elektronische document.

    § 5. Een onleesbaar elektronisch document dat is besmet met een virus of enige andere schadelijke opdracht en dat om die reden niet in het Phenix-systeem zou worden ingevoerd, wordt evenwel beschouwd als een op geldige wijze verrichte akte, op voorwaarde dat de afzender aantoont dat hij de passende maatregelen met het oog op de beveiliging en de leesbaarheid van het document had genomen en dat hij aan de griffie, zelfs buiten termijn, een leesbaar en niet met voornoemde gebreken aangetast document bezorgt zodra hij zich rekenschap kan geven van de mislukking van zijn poging.

    Art. 10. § 1. De dienstverlener inzake communicatie moet aan de volgende vereisten beantwoorden :

  9. erop toezien dat de data en de tijdstippen van verzending en afgifte van de akten van rechtspleging nauwkeurig kunnen worden bepaald;

  10. aan de hand van de gepaste en wettelijke middelen de identiteit van de partijen bij de betekening, de kennisgeving of de mededeling nagaan;

    3 ° betrouwbare systemen en producten gebruiken, die beschermd zijn tegen wijzigingen en die de technische en cryptografische veiligheid garanderen van de processen die hij ondersteunt;

  11. maatregelen nemen om de vertrouwelijkheid te waarborgen van de gegevens tijdens het volledige proces van mededeling van de boodschappen, alsook van de gegevens die hij moet bewaren;

  12. alle relevante gegevens registreren die verband houden met de tijdens de nuttige termijn van dertig jaar verrichte mededelingen, inzonderheid om een bewijs van certificatie in rechte te kunnen verstrekken;

  13. de door de verzender opgelegde termijnen eerbiedigen, teneinde deze in staat te stellen de wettelijke termijnen na te leven;

  14. aan de verzender onverwijld de onder 1° en 2° bedoelde gegevens meedelen;

  15. over toereikende economische en financiële mogelijkheden beschikken om te functioneren conform de bij deze wet bepaalde vereisten, in het bijzonder om de aansprakelijkheid voor schade te dragen.

    De Koning bepaalt, na advies van het beheerscomité en van het toezichtscomite, de toepassingsvoorwaarden van die vereisten.

    § 2. Een dienstverlener inzake communicatie kan niet worden onderworpen aan een voorafgaande machtiging om zijn activiteiten uit te oefenen. De dienstverlener inzake communicatie dient niettemin, ofwel in de loop van de maand die volgt op de bekendmaking van deze wet, ofwel voor de aanvang van zijn activiteiten, de volgende inlichtingen mee te delen aan het bestuur :

  16. een verslag waaruit blijkt dat hij voldoet aan de vereisten van § 1;

  17. zijn...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT