22 JULI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen, inzonderheid op artikel 9bis, § 1, tweede lid, ingevoegd bij de programmawet van 27 december 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 april 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting van 5 mei 2009;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 14 mei 2009;

Gelet op het advies nr. 46.863/1 van de Raad van State, gegeven op 1 juli 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel 2 van het koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques wordt vervangen als volgt :

Art. 2. § 1. Om in aanmerking te komen voor de terugbetaling van de opleidingskosten bedoeld in artikel 9bis, § 1, van de wet moet de opleiding een verband hebben met de uitgeoefende functie van de dienstencheque-werknemer. Volgende opleidingsonderwerpen worden inzonderheid beschouwd als verband houdend met de uitgeoefende functie : attitude, omgaan met klanten, ergonomie, efficiënt organiseren, veiligheid en hygiëne en het gebruik van Nederlands/Frans/Duits op de werkvloer.

Een opleiding EHBO komt eveneens in aanmerking voor de terugbetaling van de opleidingskosten bedoeld in artikel 9bis, § 1, van de wet.

De begeleiding die betrekking heeft op onderwerpen die normaal gezien tijdens het onthaal door de werkgever moeten worden besproken kan niet worden beschouwd als vorming. Het betreft inzonderheid de bespreking van loon- en arbeidsvoorwaarden, taakomschrijving, werkorganisatie, afwezigheden, vakantie, administratieve aangelegenheden, klachtenbehandeling, veiligheidsvoorschriften en arbeidsongevallen.

§ 2. De opleiding dient tot één van de volgende categorieën te behoren :

1° vorming op het terrein;

2° interne vorming;

3° externe vorming.

Vorming op het terrein is begeleiding met de bedoeling de zelfredzaamheid van de werknemer te verhogen. Deze vorming kan zowel door een interne als door een externe begeleider begeleid worden. De begeleider moet de dienstencheque-werknemer op de werkplek opleiden terwijl de dienstencheque-werknemer prestaties levert in het kader van een arbeidsovereenkomst dienstencheques zoals bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 2 van de wet. Volgende opleidingsonderwerpen worden inzonderheid beschouwd als vorming op het terrein : attitude, communicatie, assertiviteit, veiligheid en hygiëne, efficiënt organiseren, initiatief nemen en klantgerichtheid en het detecteren van vormingsnoden en het toeleiden naar vormingen.

Interne vorming is de vorming die georganiseerd en gegeven wordt door een opleider die behoort tot de betreffende erkende onderneming en die geen vorming op het terrein is.

Externe vorming is de vorming georganiseerd door een derde en die geen vorming op het terrein is.

Art. 2. In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in het eerste lid wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt :

    3° wat de vorming op het terrein betreft bedoeld in artikel 2, § 2 :

    - indien de vorming intern georganiseerd wordt : de loonkost van de begeleider, forfaitair vastgesteld op 40 EUR per uur;

    - indien de vorming extern georganiseerd wordt : de kosten van het opleidingsinstituut of de externe opleider met een maximum van 40 EUR per uur.

    ;

  2. in het tweede lid worden de woorden "de brutoloonkost" vervangen door de woorden "de bruto jaarloonkost".

    Art. 3. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  3. in § 1 worden de woorden "de toegelaten opleidingen" vervangen door de woorden "welke opleidingen, gezien hun inhoud, al dan niet passen in het kader van dit koninklijk besluit en bijgevolg al dan niet in aanmerking komen";

  4. in § 4 wordt het woord "drie" tweemaal vervangen door het woord "twee".

    Art. 4. In...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT