22 MAART 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het inzagerecht en de bemiddeling bij interlandelijke adoptie

De Vlaamse Regering,

Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, artikel 8, gewijzigd bij de decreten van 22 december 2006 en 29 juni 2012;

Gelet op het decreet van 20 januari 2012 houdende regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen, artikel 15, § 7, artikel 16, § 2, 3° en 4°, § 3, 3° en § 4, artikel 17, § 2, artikel 18, § 2, artikel 19, tweede lid, artikel 20, § 2, eerste lid, 18° en tweede lid en § 4, zesde lid, artikel 23, § 1 en 2, artikel 24, § 4, artikel 26, § 3 en 4, en artikel 29;

Gelet op het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 2005 betreffende de interlandelijke adoptie;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2007 betreffende de trefgroepen adoptie;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 6 december 2012;

Gelet op advies 52.601/3 van de Raad van State, gegeven op 6 februari 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende advies RC/2012/1024/Advies.018 van het Raadgevend comité van Kind en Gezin, gegeven op 24 oktober 2012;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. decreet van 20 januari 2012 : het decreet van 20 januari 2012 houdende regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen;

  2. kanaal : de adoptiesamenwerking in het herkomstland, dit omvat zowel de natuurlijke en rechtspersonen waarmee samengewerkt wordt als de procedure volgens dewelke gewerkt zal worden;

  3. kandidaat-adoptant : de persoon die of het koppel dat een kind wil adopteren;

  4. minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen;

  5. subsidiariteit : de vaststelling, na behoorlijk onderzoek van de mogelijkheden tot plaatsing van het kind in zijn herkomstland, dat een interlandelijke adoptie het hoogste belang van het kind dient;

  6. werkdag : elke kalenderdag met uitsluiting van de zaterdagen, zondagen en wettelijke feestdagen.

    HOOFDSTUK 2. - Adoptiesamenwerking in het buitenland

    Afdeling 1. - Prospectie en indienen inlichtingendossier

    Art. 2. De adoptiedienst die een nieuwe samenwerking wil aangaan in een bepaald land, dient daarvoor per e-mail een verzoek tot prospectie in bij het Vlaams Centrum voor Adoptie.

    Het Vlaams Centrum voor Adoptie stuurt een bevestiging van de goedkeuring tot het starten van de kanaalprospectie of een weigering van het verzoek per e-mail naar de adoptiedienst. Binnen 15 werkdagen na de goedkeuring bezorgt het Vlaams Centrum voor Adoptie alle relevantie informatie die ze in zijn bezit heeft over het herkomstland aan de adoptiedienst.

    Art. 3. § 1. Binnen drie maanden, na de e-mail met de goedkeuring tot kanaalprospectie, bezorgt de adoptiedienst het aangifteformulier aan het Vlaams Centrum voor Adoptie. Als de adoptiedienst binnen deze termijn geen aangifteformulier bezorgt aan het Vlaams Centrum voor Adoptie, stopt de kanaalprospectie van de adoptiedienst in dat herkomstland.

    Het aangifteformulier, opgesteld volgens de sjabloon die het Vlaams Centrum voor Adoptie heeft opgesteld, bevat minstens :

  7. een vertaling van de toepasselijke wetgeving van het herkomstland naar het Nederlands, Frans of Engels;

  8. de reden waarom de adoptiedienst in het herkomstland een samenwerking wil starten.

    § 2. Het Vlaams Centrum voor Adoptie geeft, binnen drie maanden na ontvangst van het aangifteformulier, op basis van de toepasselijke wetgeving van het herkomstland een advies over de mogelijkheden tot en de eventuele knelpunten bij een adoptiesamenwerking.

    Art. 4. § 1. Binnen zes maanden, na ontvangst van het advies, vermeldin artikel 3, § 2, dient de adoptiedienst een inlichtingendossier met een aangetekende brief of tegen ontvangstbevestiging in bij het Vlaams Centrum voor Adoptie.

    Het inlichtingendossier, opgesteld volgens de sjabloon die het Vlaams Centrum voor Adoptie heeft opgesteld, bevat minstens :

  9. contactgegevens van de bevoegde overheid in het herkomstland;

  10. de volgende informatie met betrekking tot de contactpersonen van de adoptiedienst in het herkomstland :

    1. contactgegevens;

    2. een curriculum vitae;

    3. een ontwerp van overeenkomst waarin de modaliteiten van de samenwerking staan geëxpliciteerd;

    4. erkenningsdocumenten door de plaatselijke overheid indien van toepassing;

  11. de beschrijving van de wijze waarop de juridische en sociaalpsychologische adopteerbaarheid van de kinderen en de subsidiariteit wordt nagegaan;

  12. een overzicht van de adoptieprocedure met vermelding van alle betrokken personen, hun taken en de kostprijs van hun tussenkomst;

  13. een overzicht van de kosten, vermeld in artikel 33, tweede lid;

  14. een ontwerp van overeenkomst voor het betrokken kanaal als vermeld in artikel 33, eerste lid;

  15. een verslag van de missie naar het herkomstland;

  16. een eventuele actualisatie van de relevante wetgeving in het Nederlands, Frans of Engels;

  17. andere nuttige bijlagen.

    § 2. Als het inlichtingendossier binnen zes maanden niet bezorgd kan worden aan het Vlaams Centrum voor Adoptie, stuurt de adoptiedienst een voortgangsverslag van de prospectie op.

    Een voortgangsverslag bevat minstens :

  18. informatie over de ondernomen stappen van de adoptiedienst gedurende de laatste zes maanden;

  19. een overzicht van de nog te ondernemen stappen ter voorbereiding van een inlichtingendossier.

    § 3. Het Vlaams Centrum voor Adoptie kan op basis van het voortgangsverslag een bijkomende termijn van zes maanden geven aan de adoptiedienst om een inlichtingendossier in te dienen. Indien de adoptiedienst, na deze bijkomende termijn van zes maanden, geen volledig inlichtingendossier bezorgt aan het Vlaams Centrum voor Adoptie, stopt de prospectie van de adoptiedienst in het betreffende herkomstland.

    Art. 5. Binnen vijftien werkdagen na de ontvangst van het inlichtingendossier brengt het Vlaams Centrum voor Adoptie de adoptiedienst met een aangetekende brief ervan op de hoogte dat zijn inlichtingendossier al of niet volledig is.

    Het Vlaams Centrum voor Adoptie behandelt het volledige inlichtingendossier binnen een termijn van zes maanden na de ontvangst ervan. Het Vlaams Centrum voor Adoptie houdt de adoptiedienst op de hoogte van het verloop van het kanaalonderzoek.

    Art. 6. Het Vlaams Centrum voor Adoptie kan aanvullende informatie vragen aan de adoptiedienst die een volledig inlichtingendossier indiende. De beslissingstermijn wordt geschorst totdat de adoptiedienst de gevraagde informatie aan het Vlaams Centrum voor Adoptie bezorgt.

    Art. 7. Het Vlaams Centrum voor Adoptie onderzoekt of :

  20. er voldoende garanties zijn dat de betrokken instanties en contactpersonen in het herkomstland de toepasselijke wetgeving respecteren en handelen in het belang van het kind;

  21. het principe van de subsidiariteit wordt geëerbiedigd;

  22. de juridische en sociaalpsychologische adopteerbaarheidvan de kinderen gegarandeerd kan worden;

  23. er financiële transparantie is.

    Op basis van de beoordelingsgronden, vermeld in het eerste lid, keurt het Vlaams Centrum voor Adoptie het kanaal in het inlichtingendossier voorlopig goed of af.

    Art. 8. Het Vlaams Centrum voor Adoptie brengt de adoptiedienst met een aangetekende brief op de hoogte van zijn beslissing. Die kennisgeving vermeldt minstens :

  24. de identiteit en contactgegevens van de adoptiedienst;

  25. de beslissing;

  26. de motivering van de beslissing;

  27. de eventuele voorwaarden die verbonden zijn aan de voorlopige goedkeuring;

  28. de bezwaarprocedure.

    Afdeling 2. - Proefdossiers

    Art. 9. § 1. Wanneer het Vlaams Centrum voor Adoptie het kanaal voorlopig goedkeurt, geeft het de adoptiedienst de toelating om er drie proefdossiers op te starten.

    De adoptiedienst deelt het Vlaams Centrum voor Adoptie de namen van de kandidaat-adoptanten van de proefdossiers mee. De adoptiedienst communiceert op regelmatige basis over de stand van zaken van de proefdossiers aan het Vlaams Centrum voor Adoptie.

    § 2. De adoptiedienst neemt, indien nodig, de nodige maatregelen om een kandidaat-adoptant te heroriënteren naar een ander kanaal. Dit gebeurt steeds in samenspraak met het Vlaams Centrum voor Adoptie.

    Art. 10. De adoptiedienst meldt onmiddellijk de aankomst van elk van de kinderen van de proefdossiers. Binnen vijftien werkdagen na aankomst van het kind bezorgt de adoptiedienst aan het Vlaams Centrum voor Adoptie een kort verslag over het verloop van elk proefdossier.

    Na ontvangst van het verslag evalueert het Vlaams Centrum voor Adoptie het verloop van het proefdossier. De evaluatie gebeurt ondermeer op basis van het verslag van de adoptiedienst en de bevindingen van de kandidaat-adoptanten. Het Vlaams Centrum voor Adoptie vraagt ook een advies aan Buitenlandse Zaken en de Federale Centrale Autoriteit voor adoptie, hiermee wordt, in voorkomend geval, ook rekening gehouden in de evaluatie. Bij een positieve evaluatie kan het Vlaams Centrum voor Adoptie de adoptiedienst de toelating geven om een bijkomend proefdossier op te starten.

    Art. 11. Het Vlaams Centrum voor Adoptie evalueert de werking van het kanaal ten vroegste na de afronding van drie proefdossiers. Als het Vlaams Centrum voor Adoptie de volledige werking van het kanaal positief evalueert, beslist het tot de opening van het kanaal.

    Het Vlaams Centrum voor Adoptie brengt de adoptiedienst met een aangetekende brief op de hoogte van haar beslissing. Die kennisgeving vermeldt minstens :

  29. de identiteit en contactgegevens van de adoptiedienst;

  30. de beslissing;

  31. de motivering van de beslissing;

  32. de bezwaarprocedure.

    Art. 12. § 1. De adoptiedienst brengt het Vlaams Centrum voor Adoptie onverwijld op de hoogte van elke wijziging in het kanaal.

    § 2. Het Vlaams Centrum voor Adoptie kan het kanaal stopzetten, opschorten of kan bijkomende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT