2 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut voor gerechtelijke opleiding

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut voor gerechtelijke opleiding, inzonderheid op artikel 50;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 februari 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van begroting van 22 februari 2007;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de gerechtelijke stagiairs actueel de minimumwedde van een rijksambtenaar van niveau A genieten;

Dat, in tegenstelling tot de federale ambtenaren, de gerechtelijke stagiairs geen weddenverhogingen op grond van anciënniteit worden toegekend;

Dat dit gegeven een onaanvaardbare ongelijkheid inhoudt en het aangewezen is deze onmiddellijk op te heffen;

Dat daarom de bepaling inzake de valorisering van de geldelijke anciënniteit van de gerechtelijke stagiairs onverwijld (op 1 maart 2007) in werking dient te treden;

Overwegende dat investeren in opleiding één van de peilers is van de modernisering en de optimalisering van de Rechterlijke Orde;

Dat het Instituut voor gerechtelijke opleiding, dat wordt opgericht bij voornoemde wet, hierbij een primordiale rol vervult;

Dat het onder meer de bevoegdheid krijgt om de in voornoemde wet gecreëerde verplichte opleidingen te organiseren;

Dat in de schoot van het Instituut evaluatiecommissies zullen worden opgericht die een grote verantwoordelijkheid krijgen voor het verloop van de gerechtelijke stage (eindevaluatie,...)..

Dat de praktijk immers uitwijst dat er grote nood is aan een integrale en professionele evaluatie van de gerechtelijke stagiairs;

Dat het Instituut voor gerechtelijke opleiding dan ook zo spoedig mogelijk daadwerkelijk dient te functioneren;

Dat hiertoe reeds vanaf het begrotingsjaar 2008 de nodige budgetten kunnen worden voorzien;

Dat ondertussen reeds alle noodzakelijke voorbereidingen moeten worden getroffen met het oog op het daadwerkelijk functioneren van het Instituut voor gerechtelijke opleiding;

Dat bijvoorbeeld de benoemingen van de leden van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT