11 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet die ressorteren onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het koninklijk besluit dat ter ondertekening aan Uwe Majesteit wordt voorgelegd, kadert in de definitieve overgang van België naar de eenheidsmunt euro.

Onderhavig besluit wordt genomen op basis van artikel 6 van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet dat Uwe Majesteit toelaat, tot 31 december 2001, wetten die bedragen in Belgische frank vermelden of die verwijzen naar de Belgische frank, aan de euro aan te passen.

Commentaar van de artikelen

Artikel 1

De aanpassing betreft het Algemeen Kieswetboek van 12 augustus 1928, herzien door de wet van 26 april 1929.

Het te wijzigen bedrag betreft de prijs van het afschrift van de lijst die per kieskanton de samenstelling van de kiesbureaus aangeeft.

Omwille van de duidelijkheid werd het wenselijk geacht het bedrag van 100 BEF af te ronden op 2,50 EUR om de doorzichtigheid in euro te bewaren.

Artikel 2

De aanpassing betreft de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming.

De te wijzigen bedragen betreffen de betaling van een som die de gemeenten jaarlijks aan de Staat moeten betalen als de geautomatiseerde stemsystemen en de elektronische totalisatiesystemen door de Staat werden verworven.

Omwille van de duidelijkheid werd het wenselijk geacht de bedragen van 20 BEF en van 50 BEF respectievelijk af te ronden op 0,50 EUR en 1,25 EUR om de doorzichtigheid in euro te bewaren.

Ik heb de eer te zijn,

Sire,

van Uwe Majesteit,

de zeer eerbiedige

en zeer getrouwe dienaar,

De Minister van Binnenlandse Zaken,

A. DUQUESNE

ADVIES 32.589/2

VAN DE AFDELING WETGEVING

VAN DE RAAD VAN STATE

De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 23 november 2001 door de Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet die ressorteren onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken », heeft op 27 november 2001 het volgende advies gegeven :

Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, dat bij de wet van 4 augustus 1996 is ingevoegd, moet het verzoek om spoedbehandeling in de adviesaanvraag met bijzondere redenen omkleed worden.

...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT