19 APRIL 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand

De Vlaamse regering,

Gelet op het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, gewijzigd bij de decreten van 20 december 1996 en 16 maart 1999;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 21 augustus 2001;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 14 september 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 32.434/3, gegeven op 19 februari 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. initiatiefnemer : rechtspersoon die zorg- en dienstverlening organiseert in het kader van de persoonsgebonden aangelegenheden, bedoeld in artikel 5 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

  2. investering : kosten voor bouw-, uitbreidings- en verbouwingswerkzaamheden, aankoop, uitrusting of apparatuur door initiatiefnemers, met uitzondering van de aankoop van grond;

  3. investeringssubsidie : subsidie als bijdrage in de kostprijs of de financiering van de investering door een initiatiefnemer;

  4. subsidiebelofte : verbintenis, die op het lopende begrotingsjaar wordt vastgelegd, om voor een investering een investeringssubsidie toe te kennen;

  5. subsidiebeslissing : de beslissing die het gedeelte bepaalt van de subsidiebelofte dat voor een bepaalde projectfase wordt voorbehouden;

  6. project : het deel van de geplande infrastructuur, zoals omschreven in het masterplan, waarvoor de initiatiefnemer een subsidiebelofte of een subsidiebeslissing vraagt;

  7. projectfase : één van de hoogstens vier delen van een project waarvoor een subsidiebeslissing getroffen kan worden, deze vier delen kunnen zijn :

    1. de ruwbouw;

    2. de technische uitrusting;

    3. de afwerking;

    4. de uitrusting en de meubilering;

  8. masterplan : globale en beschrijvende schets met kostenraming van de door de initiatiefnemer geplande infrastructuur afhankelijk van de doelgroep, de capaciteit, de uitvoeringstermijnen en toekomstige ontwikkelingen, met daarbij een financieel plan in verhouding tot de verwachte exploitatie;

    9' nieuwbouw : een nieuwe bouwconstructie met een eigen, autonome en functionele bestemming in de persoonsgebonden aangelegenheden die een ruwbouw bevat;

  9. uitbreiding : het bouwen van een nieuwe bouwconstructie aan of bij een bestaande constructie die een functionele bestemming in de persoonsgebonden aangelegenheden heeft of voor dergelijke bestemming in aanmerking komt en waarbij de nieuwe constructie functioneel aansluit;

  10. aankoop : de verwerving van een gebouw dat in aanmerking komt voor een functionele bestemming in de persoonsgebonden aangelegenheden;

  11. verbouwing : elke materiële ingreep, met uitzondering van uitbreiding alsmede van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT