2 APRIL 2014. - Koninklijk besluit houdende instemming met het eerste beheerscontract tussen de Belgische Staat en de naamloze vennootschap van publiek recht 'Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden'

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het eerste beheerscontract tussen de Staat en de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (hierna `BIO'), kadert in het moderniseringsproces van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking dat is ingeleid door de aanname van de wet van 19 maart betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en de hervorming van het wettelijke en reglementaire kader van BIO dat is uitgevoerd door de aanname van de wet van 20 januari 2014 tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van deze vennootschap (`BIO Wet') en door de verwerving door de Belgische Staat van het statuut van unieke aandeelhouder van BIO.

Het wordt afgesloten in overeenkomst met de vereisten van de BIO Wet en met haar artikelen 4bis tot sexies. Het vervangt het huidige systeem van Overeenkomsten en Fondsen die de bestemming van de financiële bijdragen van de Staat en de uitvoering van het maatschappelijke doel van BIO regelen.

Dit eerste beheerscontract werd samen door de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGD) en BIO opgesteld. Het werd goedgekeurd door de Raad van Beheer van BIO tijdens haar zitting van 25 februari 2014.

Het beheerscontract regelt de volgende zaken:

Artikelen 1 en 2 bepalen het juridische en politieke kader evenals de opdrachten en waarden en principes van BIO.

Artikel 3 legt de prioritaire strategische assen van het investeringsbeleid van BIO vast in termen van sectorale, geografische en thematische concentratie. Het beheerscontract schaft de geografische en sectorale quota af die voorzien waren door de Overeenkomsten. De interventies moeten prioritair gericht zijn op de sectoren waar BIO een specifieke expertise kan laten gelden. Het beheerscontract voorziet een geografische concentratie op 52 landen, laat de landen met een Gemiddeld Inkomen, Hogere Schijf (UMIC) in aanmerking komen en sluit elke investering in of via bepaalde Staten uit zoals voorzien in artikel 3 § 1, lid 6 van de BIO Wet van 20 januari 2014. Het heeft bijzondere aandacht voor drie landen uit Centraal-Afrika: Burundi, Rwanda en de Democratische Republiek Congo.

Artikel 4 bepaalt de interventiemodaliteiten, de instrumenten (investeringen en subsidies) en de interventiekanalen van BIO.

Artikel 5 verwijst naar de financieringsmodaliteiten van BIO door de Belgische Staat. Die laatste financiert de activiteiten van BIO door bijdragen aan het maatschappelijk kapitaal evenals aan eigen fondsen (certificaten) en door de bijdragen in de vorm van subsidies die niet aan de rentabiliteitsdoelstelling onderworpen zijn. Met betrekking tot de bijdrage van eigen middelen, fusioneert het beheerscontract de bestaande fondsen (Ontwikkelingsfonds, Local Currency Fund, K.M.O.-Fonds) in één enkel Ontwikkelingsfonds en het behoudt nog slechts één categorie 'Ontwikkelingscertificaten'. Voor de bijdragen in de vorm van subsidies voorziet het beheerscontract de vervanging van het bestaande Expertisefonds door een MSME Support Fund.

Artikel 6 regelt de kwestie van de synergie en de complementariteit tussen BIO en de actoren van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, de DGD en de BTC (Belgische Technische Coöperatie) in het bijzonder.

Artikel 7 bepaalt de globale, sectorale en interne performantiedoelstellingen evenals de voorafgaandelijke voorwaarden waardoor BIO deze kan bereiken. Het voorziet een maximale drempel voor de operationele kosten van de vennootschap (1,1 % van de middelen die toegekend zijn aan BIO (kapitaal en winstbewijzen) en bepaalt minimale jaarlijkse vastleggingsniveaus en subsidies die moeten worden toegekend.

Artikel 8 regelt de engagementen van BIO. Deze vennootschap verbindt zich ertoe de kwaliteit van haar investeringsportefeuille te waarborgen en een voldoende rentabiliteit van haar investeringen na te streven opdat de bijdragen van de Staat nog steeds beschouwd kunnen worden als bijdragen zonder impact op het financieringssaldo van de Belgische Staat. BIO verbindt zich er ook toe de Belgische ambassade met jurisdictie over het interventieland te raadplegen, een netwerk te mobiliseren dat bestaat uit lokale vertegenwoordigers van de federale instellingen en uit de deelstaten die de activiteiten van BIO zouden kunnen steunen, en regelmatig verslag uit te brengen (jaarlijks, semestrieel en punctueel) over haar activiteiten aan de bevoegde Minister evenals via de DGD. BIO verbindt zich er ook toe een intern evaluatiesysteem uit te voeren dat, in naleving van de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, gecertificeerd en geëvalueerd is door de Bijzonder Evaluator van de Ontwikkelingssamenwerking.

Artikel 9 heeft betrekking op de verbintenissen van de Belgische Staat. De Belgische Staat verbindt zich ertoe de beheersautonomie van BIO te respecteren en zich niet te mengen in het bestuur van de onderneming.

Artikelen 10 tot 18 betreffen de slotbepalingen. Ze bepalen de duur van het contract (vijf jaar), leggen de procedures en de objectieve parameters van de jaarlijkse re-evaluaties vast, de financiële sancties in geval van niet-nakoming van de verbintenissen door een partij, de aanpassing van de statuten van BIO, de vertrouwelijkheid, de imprevisieclausule, het volledige akkoord en tegenstelbaarheid, de afwezigheid van verzaking, het toepasselijke recht en de jurisdictie.

Ik heb de eer te zijn,

Sire,

van Uwe Majesteit,

de zeer eerbiedige

en zeer getrouwe dienaar,

De Minister van Ontwikkelingssamenwerking,

J.-P. LABILLE

1 APRIL 2014. - Beheerscontract tussen de Belgische Staat en de Belgische Investeringsmaatschappij

voor Ontwikkelingslanden NV

Het onderhavige beheerscontract (hierna het "Beheerscontract") wordt afgesloten op 1 april 2014 tussen :

(1) De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Ontwikkelingssamenwerking, de heer Jean-Pascal Labille hierna genoemd "de Belgische Staat", enerzijds,

En

(2) De Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden NV, met maatschappelijke zetel te 1150 Brussel, Tervurenlaan 188A, b4, ondernemingsnummer 0476 286 331 (RPR Brussel), vertegenwoordigd door de Voorzitter van de Raad van Bestuur en de Algemeen Directeur, hierna "BIO" genoemd, anderzijds.

De Belgische Staat en BIO worden gezamenlijk de "Partijen" genoemd en afzonderlijk een "Partij".

TITEL 1. - Bijzondere regels en voorwaarden volgens dewelke BIO haar maatschappelijk doel nastreeft

Artikel 1 - Juridisch en politiek kader

BIO werd opgericht bij notariële akte op 8 december 2001 verleden voor notaris Johan Kiebooms te Antwerpen, in toepassing van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en tot wijziging van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de "Belgische Technische Coöperatie" in de vorm van een vennootschap van publiek recht, zoals gewijzigd door de programmawet van 24 december 2002, de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen en door de wet van 20 januari 2014 tot wijziging van de wet van 3 november 2001 tot oprichting van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO). De voornoemde wet van 3 november 2001, zoals gewijzigd door de hierboven opgesomde daaropvolgende wetten, wordt hierna de "BIO Wet" genoemd.

Het onderhavige Beheerscontract wordt afgesloten overeenkomstig artikel 4bis tot sexies van de BIO wet.

Dit beheerscontract past in het kader van de basisdoelstellingen en -principes van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, zoals bepaald in de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en de BIO wet, het regelgevend kader, de strategienota's (in het bijzonder de "Strategienota voor de Sector Landbouw en Voedselzekerheid" en de bijhorende analysetabel) en de internationale verbintenissen die door de Belgische Staat inzake Ontwikkelingssamenwerking werden aangegaan.

Artikel 2 - Opdrachten, waarden en principes van de interventies van BIO

2.1. Opdracht : investeren voor ontwikkeling

Overeenkomstig de wet van 19 maart 2013 betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking en artikel 3 § 1 van de BIO Wet, heeft BIO als opdracht bij te dragen tot de duurzame menselijke ontwikkeling in de ontwikkelingslanden, door de privésector te ondersteunen via de Gekwalificeerde Ondernemingen in die landen, waarvan sprake in artikel 2.2, door middel van investeringen en andere, complementaire ondersteuningsmechanismen (waaronder subsidies).

2.2. Gekwalificeerde Ondernemingen

De Gekwalificeerde Ondernemingen voor tussenkomsten van BIO zijn de private ondernemingen die tot dehieronder opgesomde categorieën behoren.

Vanaf de inwerkingtreding van het onderhavige Beheerscontract zal de Raad van Bestuur van BIO erop toezien een evenwicht te bewaren in de samenstelling van haar investeringsportfolio met betrekking tot deze categorieën. Met het oog op een regelmatige controle van dit evenwicht wordt een overzicht van de financieringsdossiers, opgesplitst per categorie Gekwalificeerde Ondernemingen, overgemaakt aan het Investeringscomité van BIO bij elke vergadering van dit comité vanaf het ogenblik waarop deze door het Screeningcomité van BIO ontvankelijk worden verklaard.

(1) MKMO's in ontwikkelingslanden

Overeenkomstig de BIO Wet en de statuten heeft BIO tot maatschappelijk doel rechtstreeks of onrechtstreeks te investeren (onder meer via de kanalen beschreven in artikel 4.2 van dit Beheerscontract) in de ontwikkeling van MKMO's in ontwikkelingslanden in het belang van de economische en sociale vooruitgang van deze landen.

De MKMO's waarop de interventies van BIO zich richten, zijn Ondernemingen in ontwikkelingslanden die de maxima met betrekking tot jaaromzet en balanstotaal zoals vastgelegd door de Europese Commissie voor de definitie van "micro-, kleine en middelgrote ondernemingen (MKMO)" niet bereiken. De geldende definitie is die van de Europese Commissie in haar aanbeveling van 6 mei 2003 (2003/361/EC) en de relevante maxima zijn momenteel :

- jaaromzet : maximaal EUR 50 miljoen (of het equivalent in lokale...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT