22 MAART 2006. - Koninklijk besluit tot toekenning en intrekking van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan ambtenaren en agenten van het Bestuur dat voor het spoorvervoer bevoegd is

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 12 maart 2003 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur, zoals nadien gewijzigd, inzonderheid op artikel 97;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 september 2003 tot toekenning van de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie aan ambtenaren en agenten van het Bestuur dat voor het spoorvervoer bevoegd is;

Overwegende dat het bovenvermeld koninklijk besluit van 12 maart 2003 toegang geeft tot het spoorwegnet aan spoorwegondernemingen en internationale samenwerkingsverbanden, en dat moet toegezien worden op de juiste toepassing van de erop betrekking hebbende bepalingen, inzonderheid voor wat de veiligheid van de spoorweguitbating betreft;

Overwegende dat het bovenvermeld koninklijk besluit van 12 maart 2003 aan diverse tussenkomende partijen, opdrachten, rechten en plichten heeft toegekend, inzonderheid op het vlak van veiligheidsvoorschriften inzake de spoorweginfrastructuur, op het vlak van de toegang tot en doorvoer over de spoorweginfrastructuur, op het vlak van de afgifte, de hernieuwing, de intrekking of de schorsing van de vergunning van spoorwegondernemingen en op het vlak van het veiligheidsattest;

Overwegende dat de in artikel 1 genoemde ambtenaren en agenten van het Bestuur dat voor het spoorvervoer bevoegd is, belast zijn met het toezicht op de naleving van de voorschriften van bovenvermeld koninklijk besluit van 12 maart 2003 en van zijn uitvoeringsbesluiten;

Overwegende dat de in artikel 1 genoemde ambtenaren en agenten van het Bestuur dat voor het spoorvervoer bevoegd is in hun werkzaamheden geconfronteerd kunnen worden met inbreuken op de voorschriften van bovenvermeld koninklijk besluit van 12 maart 2003 en van zijn uitvoeringsbesluiten waartegen onverwijld moet kunnen worden opgetreden;

Overwegende dat men moet overgaan tot nieuwe aanstellingen wegens wijzigingen van de personeelssamenstelling van het Bestuur;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. De hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie wordt toegekend aan :

De heer Caboni Jean-Pierre, technisch assistent;

De heer Cartois Harry, technisch assistent;

Mevr. Claeys Beatrijs, technisch assistent;

De heer De Mulder RenÈ, expert adviseur bij de directie;

De heer De Ridder Frederik, attachÈ;

De heer De Ryck Luc, directeur;

De heer De Simon...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT