24 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij de « Association intercommunale pour l'Energie et l'Eau » (Intercommunale Vereniging voor Energie en Water), afgekort : « A.I.E. », gemachtigd wordt toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen, strekt ertoe de « Association Intercommunale pour l'Energie et l'Eau », afgekort : « A.I.E. » te machtigen toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen, overeenkomstig artikel 5, tweede lid, a), van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

De « A.I.E. » is een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die onderworpen is aan het decreet van de Waalse Gewestraad van 5 december 1996 betreffende de Waalse intercommunales.

De « A.I.E. » heeft in het bijzonder als opdracht de winning, de aankoop, de voorziening en de zuivering van het water.

Zij kan derhalve beschouwd worden als een instelling van publiek recht die een opdracht van algemeen nut vervult in de zin van artikel 5, tweede lid, a), van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

In het kader van de activiteit betreffende de watervoorziening, wenste de « A.I.E. » toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister voor het vervullen van de hierna opgesomde taken :

- de bijwerking en de actualisering van haar klantenbestand;

- de facturering van het waterverbruik aan haar abonnees;

- de inning voor rekening van het Waalse Gewest van de belasting op het lozen van ander dan industrieel afvalwater, waarin voorzien is bij het decreet van de Waalse Gewestraad van 30 april 1990 tot instelling van een belasting op het lozen van industrieel en huishoudelijk afvalwater.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer is echter van mening, in haar advies uitgebracht op 12 november 2001, dat enkel de opdracht betreffende de inning voor rekening van het Waalse Gewest van de belasting op het lozen van afvalwater, beschouwd kan worden als een opdracht van algemeen belang, ten aanzien van het finaliteitsprincipe dat vermeld wordt in artikel 4, § 1, van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

Dit ontwerp van koninklijk besluit kent de toegang tot het Rijksregister enkel toe voor de uitvoering van het enige voormelde doeleinde.

Naar aanleiding hiervan is de Commissie van mening dat de facturering van de belasting op het lozen van afvalwater opgesteld wordt op een andere wijze dan de andere factureringsverrichtingen, opdat de machtiging tot toegang tot het Rijksregister niet omgevormd zou worden in een toegang voor andere doeleinden.

De gevraagde toegang heeft betrekking op de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 5°, 6° en 8°, van de voormelde wet van 8 augustus 1983. Deze aanvraag wordt als volgt gemotiveerd.

De informatiegegevens bedoeld in 1° (naam en voornamen) en in 5° (hoofdverblijfplaats) maken de identificatie van de abonnee mogelijk. De informatie betreffende de geboortedatum (2°) maakt het mogelijk elke verwarring tussen personen met dezelfde naam te vermijden.

De kennis van de datum van overlijden van de abonnee (6°) is eveneens noodzakelijk om het verschuldigde bedrag te innen bij de erfgenamen.

De toegang tot de informatie betreffende de burgelijke staat (8°) is gerechtvaardigd aangezien de echtgenoten, krachtens artikel 222 van het Burgelijk Wetboek, hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden die door één van hen aangegaan zijn ten behoeve van de huishouding.

Artikel 1, derde lid, van het ontworpen besluit handelt over de aanwijzing van de personeelsleden die gemachtigd kunnen worden toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister, met name de Adjunct-directrice van de « A.I.E. » en de personeelsleden van de Intercommunale die door de Voorzitter of de waarnemend Voorzitter van de « A.I.E. » bij naam en schriftelijk aangewezen zijn, wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden.

Artikel 2 bepaalt dat de lijst van die personen jaarlijks opgesteld wordt en volgens dezelfde periodiciteit aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegezonden wordt. Bovendien hebben die personeelsleden een verklaring ondertekend waarbij zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de informatiegegevens die hen meegedeeld worden, te verzekeren.

Artikel 3 bepaalt dat deze informatiegegevens uitsluitend gebruikt mogen worden voor de in artikel 1 vermelde doeleinden en dat zij niet meegedeeld mogen worden aan derden. Deze bepaling stelt eveneens de personen, overheden en instellingen vast die, in het kader van dit verbod, niet beschouwd moeten worden als derden.

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer heeft haar advies nr. 41/2001 uitgebracht op 12 november 2001. Er werd rekening gehouden met de door deze Commissie geformuleerde opmerkingen, in het bijzonder met die betreffende de doeleinden waarvoor de toegang toegekend kan worden.

Bovendien wenst de Commissie dat de lijst van de personen die gemachtigd zijn om toegang te hebben tot het Rijksregister, haar niet meer opgestuurd zou worden, maar permanent ter haar beschikking gesteld en bijgewerkt zou worden.

In talrijke adviezen is de Raad van State nochtans van mening dat deze wens enkel zou kunnen worden ingewilligd op voorwaarde dat het geheel van koninklijke besluiten tot machtiging om toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister in die zin gewijzigd wordt. Bovendien meent de Raad van State dat de periodieke overdracht van lijsten van gemachtigde personen het voordeel heeft aan de Commissie een eerste beeld te geven van de administratieve praktijken die zich ontwikkelen.

De Raad van State heeft zijn advies nr. 33.815/2 uitgebracht op 27 augustus 2002.

Wij hebben de eer te zijn,

Sire,

Van Uwe Majesteit,

de zeer eerbiedige

en zeer getrouwe dienaars,

De Minister van Binnenlandse Zaken,

A. DUQUESNE

De Minister van Justitie,

M. VERWILGHEN

Advies 33.815/2/V van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT