24 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij aan de Katholieke Universiteit Leuven mededeling van informatiegegevens uit het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt verleend in het kader van het onderzoek « Belgisch onderdeel van de European Social Survey »

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe mededeling van informatiegegevens uit het Rijksregister aan de Katholieke Universiteit Leuven (K.U.L.) te verlenen in het kader van het wetenschappelijk onderzoek « Belgisch onderdeel van de European Social Survey », (afgekort ESS).

De rechtsgrond van het ontwerp van besluit wordt gevormd door artikel 5, tweede lid, b), van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

Op initiatief van de European Science Foundation (E.S.F.) werd sinds 1996 een Europees Sociaal Survey (ESS) voorbereid. Het ESS heeft tot doel een onderzoeksinstrument voor de sociale wetenschappen te creëren naar analogie van de natuurwetenschappen. De gegevens (méér dan 30.000 respondenten in 16 Europese landen) moeten toelaten sociaal-wetenschappelijke theorieën te toetsen. Voor het eerst zal het mogelijk zijn om naast sociale kenmerken op individueel niveau (sociale, culturele en politieke waarden, oriëntaties, attitudes en opvattingen), rekening te houden met institutionele settings (van alle Europese landen) die de menselijke interactie structureren. De inhoud van het ESS bestrijkt een breed domein. Het bevat sleutelgegevens van sociale, culturele en politieke identiteit in de Europese natiestaten; het bestrijkt individuele oriëntaties met betrekking tot attitudes, opvattingen en gedragingen; het kan gebruikt worden door talrijke (interdisciplinaire) onderzoekers en geïnteresseerde beleidsinstanties. De vlugge verspreiding en vlotte toegankelijkheid van de gegevens voor alle geïnteresseerde onderzoekers is een essentieel kenmerk van het ESS. Hiertoe wordt gekozen voor één van meest geschikte instanties voor data-archivering.

Aldus wordt het onderzoek uitgevoerd door het Interuniversitair Steunpunt Politieke Opinieonderzoek, afgekort I.S.P.O., dat behoort tot het departement Sociologie van de Katholieke Universiteit Leuven.

In het verleden werd herhaaldelijk aan het I.S.P.O. toestemming verleend tot het gebruik van informatiegegevens uit het Rijksregister van de natuurlijke personen. (1)

Een belangrijk aandachtspunt binnen het I.S.P.O. is het verzamelen van kwalitatief hoogstaande data. Dit houdt in dat er sterk de nadruk wordt gelegd op een grondige training van de interviewers, een zorgvuldige opbouw van het steekproefplan, en een voortdurende evaluatie en bijsturing van zowel de vragenlijst in zijn geheel als van de specifieke metingen van de basisconcepten binnen het onderzoek. De gegevens die op deze manier worden verzameld, worden dan ter beschikking gesteld van de wetenschappelijke gemeenschap.

Het European Social Survey zelf is een project waarvoor een Europese onderzoeksstructuur werd uitgewerkt. Dit gebeurde in de vorm van een Europees onderzoeksproject onder de naam Essie (Improving the socio-economic database, Fifth Framework Program).

De deelnemende onderzoekseenheden zijn :

1) National Centre for Social Research (London) als coördinator;

2) Zuma (Zentrum für Dataversamlung und Analyse) (Mannheim) voor het uitwerken van de vragenlijsten omwille van de ervaring van het comparatief onderzoek;

3) Dataverzameling en Analyse (I.S.P.O. van de K. U. Leuven) voor datakwaliteit;

4) Sociaal Cultureel Planbureau (Nederland) voor de coördinatie en keuze van instituten en voor dataverzameling, in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam voor de pilootstudies;

5) de « Norwegian Social Science Data Archives » (Bergen) voor opslag en distributie van de gegevens.

In het kader van het ESS zal gewerkt worden met een proportionele tweetraps toevalsteekproef met gemeenten als primaire eenheden. In tegenstelling tot het verleden zullen geen vervangingen gebruikt worden. Er zal bijzondere aandacht besteed worden aan de taken van de interviewers met het oog op de realisatie van een respons van 70 %. Om deze steekproef adequaat te kunnen trekken voor een effectieve steekproef van 1.050 Vlamingen en 750 Franstaligen, en rekening houdend met de verwachte uitval, is een toevalsteekproef uit het Rijksregister van 5.000 eenheden noodzakelijk.

De kernmodule van de gegevens, die voor het ESS zullen worden gevraagd, omvat :

- demografische gegevens (geslacht, leeftijd, woonomgeving, status van het huishouden, genoten opleiding van respondent en partner, tewerkstelling van respondent en partner, beroepsstatus van respondent en partner, enkele kenmerken van het beroep, welvaart-index);

- sociale identiteit en burgerschap (taal, religie, betrokkenheid, burgerschap, nationaal en sub-nationaal bewustzijn, regionaal bewustzijn, Europees bewustzijn, land van geboorte, origine in geval van migratie);

de klassieke variabelen van vertrouwen in de politiek, links-rechts schaal, politieke verwantschap en voorkeur;

- de universele waardeset van S. Schwarz;

- enkele indicatoren van maatschappelijke betrokkenheid (verwevenheid) : lidmaatschappen van verenigingen;

- mediagebruik.

De output die van deze steekproef wordt verwacht bestrijkt :

- op korte termijn : een volledig gedocumenteerde Belgische dataset met comparatief materiaal voor alle Europese landen ten behoeve van de wetenschappelijke gemeenschap;

- op langere termijn : het resulteren in thesissen, doctoraten en publicaties.

Om de steekproef op een wetenschappelijk verantwoorde wijze te kunnen samenstellen vraagt de onderzoeksgroep de mededeling van de informatiegegevens opgesomd in artikel 3, eerste lid, 1°, 2°, 3° en 5°, van de organieke wet van 8 augustus 1983 op het Rijksregister.

De mededeling van die informatiegegevens is verantwoord omwille van de volgende redenen :

- de kennis van het informatiegegeven vermeld onder 1° (naam en voornamen) en 5° (hoofdverblijfplaats) is uiteraard noodzakelijk opdat de personen die deel uitmaken van de steekproef ondervraagd zouden kunnen worden;

- de kennis van het informatiegegeven vermeld onder 2° (geboorteplaats en -datum) en 3° (geslacht) is noodzakelijk om de steekproef te kunnen samenstellen uit een representatief staal van de bevolking;

Overeenkomstig artikel 6, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit van 3 april 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de instellingen bedoeld in artikel 5, tweede lid, b), van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen moeten voldoen om mededeling te verkrijgen van informatiegegevens...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT