26 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens en van het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen voor de afdeling Pensioenen van de directie van het Personeel en Sociale Zaken van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe de afdeling Pensioenen van de directie van het Personeel en Sociale Zaken van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen te machtigen toegang te hebben tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken.

De rechtsgrond van het ontworpen besluit wordt gevormd, wat de toegang tot de informatiegegevens betreft, door artikel 5, tweede lid, a), en wat het gebruik van het identificatienummer betreft, door artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, afgekort N.M.B.S., geniet rechtspersoonlijkheid krachtens de wet van 23 juli 1926, die haar oorspronkelijk heeft opgericht als een onderneming met gemengd beheer, te weten "een door de openbare overheid tot stand gebracht organisme dat een openbare dienst of een dienst van algemeen belang waarneemt en dat, zowel wat de samenstelling van het kapitaal als wat het beheer van de onderneming betreft, een beroep doet op de medewerking van particulieren" (1).

De N.M.B.S. werd door de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, ingedeeld bij de autonome overheidsbedrijven.

Met toepassing van de artikelen 37 en 38, § 3, van de voormelde wet van 21 maart 1991, kunnen de autonome overheidsbedrijven de vorm aannemen van een naamloze vennootschap van publiek recht bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit.

De N.M.B.S. werd omgevormd tot een naamloze vennootschap van publiek recht door artikel 13 van het koninklijk besluit van 30 september 1992 houdende goedkeuring van het eerste beheerscontract van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen en tot vaststelling van maatregelen met betrekking tot deze Maatschappij.

De opdrachten van de N.M.B.S. moeten worden beschouwd als opdrachten van openbare dienst, krachtens artikel 156 van de voormelde wet van 21 maart 1991.

Deze opdrachten omvatten :

  1. het binnenlands vervoer van reizigers met treinen van de gewone dienst;

  2. het verwerven, de aanleg, het onderhoud, het beheer en de exploitatie van de infrastructuur;

  3. de prestaties die de Maatschappij moet leveren voor de behoeften van de Natie.

    De N.M.B.S. dient derhalve te worden beschouwd als een instelling van Belgisch recht die opdrachten van algemeen belang vervult en waaraan, met toepassing van artikel 5, tweede lid, a), en artikel 8 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, toegang kan worden verleend tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en die kan worden gemachtigd het identificatienummer van die personen bij het Rijksregister te gebruiken.

    Uit hoofde van Hoofstuk XVI van het Statuut van haar personeel goedgekeurd door de Paritaire Commissie op 25 november 1932, beschikt de N.M.B.S. over haar eigen Pensioenfonds, waarop de rust- en overlevingspensioenen van haar personeelsleden worden aangerekend. In toepassing van de artikelen 1 en 3 van Hoofdstuk XVI van het Statuut is de directie Personeel en Sociale Zaken, meer bepaald de afdeling Pensioenen, belast met het beheer van het Pensioenfonds, waarbij alle personeelsleden van de N.M.B.S. zijn aangesloten.

    Krachtens artikel 8 van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het "handvest" van de sociaal verzekerde, moet de N.M.B.S. de pensioenen hetzij ambtshalve, hetzij op schriftelijk verzoek toekennen; volgens artikel 13 van dezelfde wet, moeten de beslissingen tot toekenning van een recht, van een aanvullend recht, van de regularisatie van een recht of tot weigering met redenen omkleed worden.

    De afdeling Pensioenen van de directie Personeel en Sociale Zaken beheert momenteel ongeveer vijftigduizend pensioendossiers (hierin zijn zowel de rust- als overlevingspensioenen begrepen).

    De N.M.B.S. vraagt derhalve de toegang tot de informatiegegevens en het gebruik van het identificatienummer voor de afdeling Pensioenen van de directie Personeel en Sociale Zaken.

    In uitvoering van artikel 57 van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, bepaalt artikel 1, § 1, 2°, vijftiende streepje, van het koninklijk besluit van 28 juni 1985 tot vaststelling van de wijze van identificatie van de rechthebbenden op pensioen, dat het identificatienummer van de rechthebbenden op de prestaties opgesomd in artikel 57 van de wet van 15 mei 1984, het nummer is waaronder deze rechthebbenden in het Rijksregister van de natuurlijke personen voorkomen, wanneer de dienst van de pensioenen verzekerd wordt door de N.M.B.S.

    De toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister is voor de betrokken dienst noodzakelijk voor het vervullen van volgende taken :

    - de berekening van de ouderdoms-, rust- en overlevingspensioenen van de personeelsleden van de N.M.B.S.;

    - de uitkering van de prestaties hiervan.

    De toegang wordt gevraagd voor de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot 6°, 8° en 9°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. Daarbij kan gepreciseerd worden dat de gegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° (naam en voornamen), 2° (geboorteplaats en -datum), 3° (geslacht), 4° (nationaliteit), 5° (hoofdverblijfplaats) en 6° (plaats en datum van overlijden) basisgegevens zijn, minimaal noodzakelijk om een dossier betreffende een natuurlijk persoon samen te stellen. Ook de toegang tot de informatiegegevens betreffende de burgerlijke staat (8°) en de samenstelling van het gezin (9°) is noodzakelijk, onder andere omdat voor het overlevingspensioen van de langstlevende echtgenoot vereist is : een uittreksel uit de huwelijksakte en in voorkomend geval een uittreksel uit de geboorteakte van elk van de echtgenoten. In sommige gevallen zijn eveneens vereist : een uittreksel uit de geboorteakte van de uit het huwelijk geboren kinderen, een uittreksel uit de akte waarbij de echtscheiding wordt uitgesproken, een akte waaruit blijkt dat de langstlevende echtgenoot niet is hertrouwd. Ook wat betreft de rustpensioenen is in sommige gevallen bijkomende informatie noodzakelijk betreffende de akten van de burgerlijke stand.

    Het ontbreken van één of meerdere van deze documenten maakt het de afdeling Pensioenen van de directie Personeel en Sociale Zaken onmogelijk het recht op een pensioen vast te stellen of het pensioenbedrag op een juiste manier te berekenen.

    Er dient opgemerkt te worden dat de N.M.B.S. toegang vraagt tot de informatie betreffende het beroep (7°) om informatie te verstrekken inzake de beroepsactiviteiten van de betrokken persoon. De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer vindt echter dat deze informatie niet ter zake dienend is. Bovendien is die informatie niet toereikend want zij wordt niet strikt bijgewerkt.

    De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen aangebracht aan de informatiegegevens (historiek van de gegevens bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983), is noodzakelijk voor de informatiegegevens betreffende de burgerlijke staat (8°) en de samenstelling van het gezin (9°). De N.M.B.S. vraagt dat voor deze beide informatiegegevens in voorkomend geval...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT