Decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen, de 7 décembre 2012

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Art. 2. In dit decreet wordt verstaan onder :

  1. actoren : alle bij het ouderenbeleid betrokken overheden, particuliere organisaties, ouderenverenigingen, ouderenraden en ouderen;

  2. inclusief ouderenbeleid : een beleid dat in al zijn aspecten en samenhang aan de algemene en de specifieke behoeften van ouderen beantwoordt en waarbij de competenties van ouderen actief worden ingeschakeld;

  3. oudere : een natuurlijke persoon die 60 jaar of ouder is;

    4 ouderenbeleid : maatregelen van wetgeving of bestuur, die bepalend zijn voor de positie van de ouderen in de samenleving;

  4. participatie : de deelname aan het maatschappelijk leven met het oog op het individuele en collectieve welzijn, waardoor iemand de persoonlijke controle op de eigen leefsituatie en op de externe factoren die deze leefsituatie bepalen, maximaal behoudt of verhoogt.

    HOOFDSTUK 2. - Uitgangspunten

    Art. 3. Een Vlaams ouderenbeleid moet de voorwaarden creëren om :

  5. de toegang van elke oudere tot de economische, sociale en culturele rechten, vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet, te waarborgen;

  6. discriminatie en sociale uitsluiting op basis van leeftijd te voorkomen, te verminderen en op te lossen;

  7. de deelname van ouderen aan het uitstippelen, het uitwerken en het evalueren van dat beleid mogelijk te maken en te versterken.

    Art. 4. Het ouderenbeleid is een inclusief, gecoördineerd en samenhangend beleid. Op de verschillende beleidsdomeinen en -niveaus moeten doelgerichte acties ondernomen worden vanuit een partnerschap tussen alle betrokken actoren. Op lokaal niveau zijn dit in de eerste plaats de gemeente, het OCMW en, in voorkomend geval, de lokale ouderenraad.

    Op Vlaams niveau voorziet de Vlaamse Regering in :

  8. het nemen van maatregelen in de diverse beleidsdomeinen;

  9. de coördinatie tussen beleidsdomeinen;

  10. de stimulering van de betrokken actoren;

  11. de ondersteuning van de participatie van de ouderen.

    HOOFDSTUK 3. - Coördinatie en organisatie

    Art. 5. Voor de coördinatie van het Vlaamse ouderenbeleid stelt de Vlaamse Regering een coördinerend minister aan.

    De Vlaamse Regering stelt binnen achttien maanden na elke volledige vernieuwing van het Vlaams Parlement een ouderenbeleidsplan op. Dat beleidsplan komt tot stand met participatie van de ouderen en de Vlaamse ouderenraad, vermeld in artikel 7, en omschrijft de planning van de beleidsmaatregelen op korte en langere termijn, alsook de modaliteiten van evaluatie van het gevoerde beleid.

    De Vlaamse Regering bezorgt het ouderenbeleidsplan en elke evaluatie ervan aan het Vlaams Parlement en geeft ter...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT