Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-06-2004 en tekstbijwerking tot 11-05-2006) (NOTA : de consolidatie van deze tekst wordt tijdelijk..., de 6 mai 2004

HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen.

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder :

  1. het "decreet" : het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en middelgrote ondernemingen;

  2. de "Minister" : de Minister bevoegd voor Economie en K.M.O.'s;

  3. (de "onderneming" : de micro, kleine of middelgrote onderneming bedoeld in artikel 3, paragrafen 3 en 5 van het decreet;)

  4. de "middelgrote onderneming" : de onderneming bedoeld in artikel 3, § 3, van het decreet;

  5. (de "kleine onderneming" : de onderneming bedoeld in artikel 3, § 3, van het decreet;)

  6. (de "zeer kleine onderneming" : de micro-onderneming bedoeld in artikel 3, § 5, van het decreet;)

  7. de "spin-off" : de kleine of middelgrote onderneming bedoeld in artikel 3, § 6, van het decreet;

  8. de "cluster" : de onderneming bedoeld in artikel 13 van het decreet, voortkomend uit een clusteringstap zoals omschreven in artikel 12 van het decreet;

  9. de "investeringspremie" : de incentive bedoeld in artikel 6 van het decreet;

  10. de "werkgelegenheidspremie" : de incentive bedoeld in artikel 7 van het decreet;

  11. de "kwaliteitsbewakingspremie" : de incentive bedoeld in artikel 8 van het decreet;

  12. de "premie voor adviesverlening" : de incentive bedoeld in artikel 9 van het decreet;

  13. de "vrijstelling van de onroerende voorheffing" : de incentive bedoeld in artikel 11 van het decreet;

  14. het "bestuur" : het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest;

  15. de "gemachtigd ambtenaar" : één van de ambtenaren bedoeld in artikel 1 van het besluit van de Waalse Regering van 22 april 1999 betreffende de opdracht van bevoegdheden eigen aan het Ministerie van het Waalse Gewest, namelijk de directeur-generaal, de inspecteur-generaal, de directeur, de eerste attaché of de attaché van het bestuur waarbij met de afwezigheids- of verhinderingsregels bedoeld in de artikelen 2 en 3 van dat besluit rekening wordt gehouden;

  16. de "ontwikkelingsgebieden" : de gebieden omschreven krachtens artikel 3, § 1, tweede lid, van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van de grote ondernemingen en bij artikel 1, 10°, van het besluit van de Waalse Regering van 6 mei 2004 tot uitvoering van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van de grote ondernemingen;

  17. de "NACE-BEL-code" : de activiteitennomenclatuur uitgewerkt door het Nationaal Instituut voor de Statistiek (tweede uitgave 1998) in ééngemaakt Europees verband, opgelegd bij verordening (EEG) nr. 3037/90 van 9 oktober 1990 van de Raad betreffende de statistieke nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap, gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 761/93 van de Commissie van 24 maart 1993 en bij Verordening (EG) nr. 29/2002 van 19 december 2001;

  18. de "afgedankte bedrijfsruimte" : een verzameling goeden, hoofdzakelijk bebouwde of onbebouwde onroerende goeden, die de zetel zijn geweest van een bedrijfsactiviteit, waarvan het behoud in de huidige staat strijdig is met de zorgvuldige inrichting van de ruimte zoals omschreven in artikel 167, 1, derde en vierde lid, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium;

  19. de "oprichting van een onderneming" : de eerste vestiging van een onderneming of een bedrijfszetel in het Waalse Gewest of elke oprichting van een nieuwe rechtspersoon;

  20. de "ontwikkeling van de onderneming" : de uitbreiding van één of meerdere bestaande bedrijfszetels of de oprichting van een nieuwe bedrijfszetel door een onderneming die reeds minstens één bedrijfszetel in het Waalse Gewest bezit;

  21. het "aanvankelijke personeelsbestand" : het jaargemiddelde van het aantal werknemers met een arbeidsovereenkomst in de bedrijfszetel waarop de aanvraag betrekking heeft, overeenstemmend met het aantal werkeenheden, berekend op grond van de multifunctionele aangiften bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid over de vier kwartalen die aan de indiening van de aanvraag voorafgaan;

    (22° de "concurrentiepool" : het partnerschap tussen ondernemingen, vormingscentra en openbare en privé onderzoekseenheden om synergieën te ontwikkelen rond een afzetmarkt en een technologisch en wetenschappelijk gebied, erkend door de Regering.)

    (23° "vrijzone" : zone die deel uitmaakt van de zones die bepaald worden overeenkomstig artikel 38 van het programmadecreet betreffende de prioritaire acties voor de toekomst van Wallonië.)

    (Tweede lid opgeheven)

    HOOFDSTUK II. - Incentives.

    Afdeling 1. - De investeringspremie.

    Art. 2. De Minister kan een investeringspremie toekennen aan de onderneming :

  22. die de voorwaarden bedoeld in artikel 3, §§ 1 en 2, van het decreet zoals nader bepaald in artikel 3 vervult;

  23. waarvan de activiteiten niet ressorteren onder uitgesloten sectoren of sectordelen bedoeld in artikel 4 van het decreet, zoals nader bepaald in artikel 4;

  24. die de voorwaarden bedoeld in artikel 5 vervult;

  25. die een investeringsprogramma bedoeld in artikel 5, § 1, van het decreet voorstelt :

    1. die niet uitgesloten is overeenkomstig artikel 6;

    2. die één van de doelstellingen bedoeld in artikel 5, § 1, 1°, van het decreet nastreeft;

    3. die leidt tot de oprichting of de ontwikkeling van een onderneming zoals nader bepaald in artikel 1, 19° en 30°, tot de verhoging van de toegevoegde productiewaarde zoals nader bepaald in artikel 5 of tot de milieubescherming;

    4. met het oog op het behoud of het scheppen van werkgelegenheid.

    Art. 3. In de zin van het decreet wordt verstaan onder :

  26. de "bedrijfszetel" : de technische bedrijfseenheid bedoeld in artikel 14, § 1, tweede lid, 1°, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 3 mei 2003 en in artikel 49, tweede lid, 1°, van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij het uitvoeren van hun werk, gewijzigd bij artikel 6 van de wet van 3 mei 2003;

  27. het "personeelsbestand" : het jaargemiddelde van het aantal werknemers met een arbeidsovereenkomst in de bedrijfszetel waarop de aanvraag betrekking heeft, overeenstemmend met het aantal werkeenheden, berekend op grond van de multifunctionele aangiften bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid over de vier kwartalen die aan de indiening van de aanvraag voorafgaan;

  28. (de "jaaromzet" : de omzet betreffende het laatste afgesloten werkingsjaar, dat aan de indiening van de aanvraag voorafgaat en gewogen over twaalf maanden als bedoeld werkingsjaar een periode van meer dan twaalf maanden dekt;)

  29. (het "balanstotaal" : het totaal opgenomen in de balans betreffende het laatste afgesloten werkingsjaar, dat aan de indiening van de aanvraag voorafgaat en gewogen over twaalf maanden als bedoeld werkingsjaar een periode van meer dan twaalf maanden dekt;)

  30. de "publiekrechtelijke rechtspersoon" : de door de overheid opgerichte en gecontroleerde rechtspersoon die eigen bevoegdheden geniet met het oog op het vervullen van een openbaar belang of van specifieke openbare belangen;

  31. de "vereniging zonder winstoogmerk" : de vereniging bedoeld bij de wet van 27 juni 1921 over de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;

  32. de "publieke participatiemaatschappijen" : de openbare investeringsmaatschappijen, namelijk de Federale Investeringsmaatschappij, de Gewestelijke Investeringsmaatschappijen en hun dochtermaatschappijen;

  33. (de "risicokapitaalmaatschappijen" : de investeringsmaatschappijen, natuurlijke personen of groepen natuurlijke personen met een regelmatige activiteit betreffende de investering in risicokapitaal die middelen, geïnvesteerd in de vorm van eigen middelen of semi-eigen middelen, ter beschikking van niet op de beurs genoteerde ondernemingen stellen voorzover de som van de investeringen van deze natuurlijke personen of groepen natuurlijke personen niet meer dan 1.250.000 euro bedraagt.)

  34. de "institutionele beleggers" : de banken, verzekeringsmaatschappijen, de beleggingsfondsen en de gewestelijke ontwikkelingsfondsen, en op voorwaarde dat die noch individueel noch samen een controle uitoefenen op de onderneming;

  35. de "universitaire instellingen" : de instellingen bedoeld bij het decreet van 31 maart 2004, tot omschrijving van het hoger onderwijs, waarbij de integratie ervan in de Europese ruimte voor hoger onderwijs bevorderd wordt en de universiteiten, met inbegrip van hun onderzoekscentra, geherfinancierd worden.

    Art. 4. De onderneming en het investeringsprogramma met betrekking tot de activiteitengebieden die uitgesloten zijn van het voordeel van de premie krachtens artikel 4 van het decreet zijn nader bepaald ten opzichte van de sectoren of sectordelen opgenomen in volgende afdelingen, klassen en onderklassen :

  36. 10.10 tot en met 10.30, 11, 12, 23.30, 40.10 en 41 van de NACE-BEL-code;

  37. 50.10 tot en met 50.50 van de NACE-BEL-code, met uitzondering van de investeringen die die ondernemingen gebruiken voor productie- en verwerkingsactiviteiten;

  38. 51.11 tot en met 51.19 van de NACE-BEL-code;

  39. 52.11 tot en met 52.74 van de NACE-BEL-code, met uitzondering van de investeringen die die ondernemingen gebruiken voor productie- en verwerkingsactiviteiten;

  40. 55.21 tot en met 55.52 van de NACE-BEL-code, met uitzondering van onderklasse 55.231 van de NACE-BEL-code;

  41. 60.10 tot en met 60.23 van de NACE-BEL-code;

  42. 63.30 van de NACE-BEL-code;

  43. 65 tot en met 70.32 van de NACE-BEL-code;

  44. 71.10 tot en met 71.40 van de NACE-BEL-code;

  45. 80.10 tot en met 80.42 van de NACE-BEL-code, evenals de activiteiten bestaande uit het verstrekken van opleidingscursussen;

  46. 85.11 tot en met 85.32 van de NACE-BEL-code;

  47. 92 van de NACE-BEL-code, met uitzondering van de klassen 92.11, 92.53 en onderklasse 92.332 van de NACE-BEL-code, evenals de uitbatingen van toeristische bezienswaardigheden;

  48. 93 van de NACE-BEL-code, met uitzondering van onderklasse 93.011 van de NACE-BEL-code;

  49. 95...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT