Koninklijk besluit tot aanvulling van de identificatieregels van onroerende goederen in een aan hypothecaire openbaarmaking onderworpen akte of stuk, en tot regeling van de voorafgaande neerlegging van een plan bij de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie en van de aflevering door die algemene administratie van een nieuwe identificatie, de 18 novembre 2013

Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. een akte : een akte of een stuk bedoeld in artikel 141 van de hypotheekwet;

  2. een plan van afbakening : een plan dat toelaat de grenzen te bepalen van een onroerend goed dat het onderwerp is van een akte;

  3. een gereserveerde perceelsidentificatie : een kadastraal perceelnummer gereserveerd in de database van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie met het oog op een latere kadastrering.

    § 2. Voor de toepassing van dit besluit worden met een nieuw te creëren kadastraal perceel gelijkgesteld :

  4. een deel van een perceel dat afkomstig is uit een bestaand kadastraal perceel;

  5. een perceel dat op het niet-gekadastreerde openbaar domein word gewijzigd of gecreëerd;

  6. een privatieve kavel te creëren in het kader van de artikelen 577-2 en 577-3 van het Burgerlijk Wetboek.

    Art. 2. § 1. Wanneer een akte een nieuw te creëren kadastraal perceel betreft, wordt in de akte de identificatie van dat perceel aangevuld met :

  7. de referte aan een plan van afbakening;

  8. de voor dat perceel gereserveerde nieuwe perceelsidentificatie.

    De notaris of de openbare ambtenaar kan bij de akte het plan van afbakening voegen waarop enkel de gereserveerde perceelsidentificatie en de handtekeningen van de partijen mogen worden toegevoegd.

    § 2. Voor een te creëren privatieve kavel in het kader van de artikelen 577-2 en 577-3 van het Burgerlijk Wetboek is de referte aan een plan van afbakening echter niet vereist wanneer de kavel zich bevindt in een nog op te richten, in oprichting zijnde of nieuw opgericht gebouw.

    § 3. In geval van een verdeling in verschillende kavels bevat het in § 1 bedoelde plan van afbakening het geheel van de kavels en is de omtrek ervan het resultaat van een opmeting.

    In geval bij de overdracht van een kavel de definitieve afbakening ervan niet overeenstemt met die op het plan van het geheel, bevat de akte eveneens de referte aan een plan van afbakening eigen aan die kavel.

    Art. 3. De neerlegging van het plan van afbakening bij de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie geldt als een aanvraag tot aflevering van de in artikel 2 bedoelde referte.

    Binnen de twintig kalenderdagen vanaf de neerlegging van het plan levert de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie de in artikel 2 bedoelde referte af indien het neergelegde plan voldoet aan de regels overeenkomstig artikel 5 vastgelegd door de Minister van Financiën, of licht ze de aanvrager in van de redenen van de niet-aflevering van die referte.

    Art. 4. De nieuwe gereserveerde perceelsidentificatie wordt aangevraagd bij de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.

    De Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie maakt de gereserveerde perceelsidentificatie aan in afwachting van de creatie van het nieuwe kadastraal perceel en deelt ze binnen de twintig kalenderdagen te rekenen vanaf het indienen van de aanvraag mee, voor zover die aanvraag de nodige gegevens bevat en mits er overeenkomstig artikel 3 een plan van afbakening is neergelegd.

    De bepaling van de nieuwe gereserveerde perceelsidentificatie geschiedt uitsluitend op grond van de gegevens vermeld in de aanvraag.

    Art. 5. De minister bevoegd voor Financiën bepaalt de inhoud evenals de nadere regels inzake de aanbieding van het in artikel 2 bedoelde plan.

    Hij bepaalt eveneens de nadere regels betreffende de aanvraag en de aflevering van de referte aan het plan en van de nieuwe gereserveerde perceelsidentificatie.

    De minister bevoegd voor Financiën kan de verplichting opleggen om samen met het plan een document neer te leggen dat een geautomatiseerde verwerking van het plan toelaat.

    Art. 6. De bepalingen van dit besluit die de voorafgaande neerlegging van een plan betreffen, treden in werking de 1ste januari 2014.

    De bepalingen die het gebruik van de gereserveerde perceelsidentificatie betreffen, treden in werking op een door de Minister van Financiën vast te stellen datum.

    Art. 7. De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

    Gegeven te Brussel, 18 november 2013.

    FILIP

    Van Koningswege :

    De Minister van Financiën,

    K. GEENS

    Aanhef

    FILIP, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op de hypotheekwet van 16 december 1851 tot herziening van het hypothecair stelsel, artikel 141, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 9 februari 1995;

    Gelet op het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, artikel 504;

    Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 22 februari 2013;

    Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 26 juli 2013;

    Gelet op het advies 54.049/2 van de Raad van State gegeven op 23 september 2013 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

    Overwegende dat een volledigere en nauwkeurigere identificatie van de onroerende goederen in akten en stukken waarvan de openbaarmaking in een hypotheekkantoor vereist is, bijdraagt tot een grotere rechtszekerheid van de overdrachten van die goederen.

    Overwegende dat het van belang is dat de juridische eigendomstoestand, gecreëerd door de opeenvolgende overdrachten van zakelijke rechten, nauwkeurig in de kadastrale...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT