10 JUNI 2014. - Koninklijk besluit tot bepaling van de opdrachten en taken van civiele veiligheid uitgevoerd door de hulpverleningszones en de operationele eenheden van de Civiele Bescherming en tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid;

Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, de artikelen 12, eerste en tweede lid, 13 en 224, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 2003 tot verdeling van de opdrachten inzake civiele bescherming tussen de openbare brandweerdiensten en de diensten van de civiele bescherming;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies van de provinciegouverneurs en van de gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, gegeven op 7 februari 2014;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 februari 2014;

Gelet op het akkoord van de Minister voor Begroting, gegeven op 25 maart 2014;

Gelet op het protocol nr. 2014/10 van 24 april 2014 van het Sectorcomité V Binnenlandse zaken;

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 2014/11 van het Comité voor de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten, gesloten op 23 mei 2014;

Gelet op het advies 55.960/2 van de Raad van State, gegeven op 29 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, en op het advies van in de Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder :

  1. de wet van 15 mei 2007 : de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid;

  2. het koninklijk besluit van 10 november 2012 : het koninklijk besluit van 10 november 2012 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de snelste adequate hulp en van de adequate middelen;

  3. de operationele eenheden : de operationele eenheden van de civiele bescherming;

  4. de Dir-CP-Ops : de directeur van de operationele commandopost operaties bedoeld in het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen.

  5. fase : de gemeentelijke, provinciale en federale fase voorzien in artikel 7 van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen;

  6. zone : de hulpverleningszone, vermeld in artikel 14 van de wet van 15 mei 2007 en de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp.

    Art. 2. Dit besluit is niet van toepassing op de opdrachten van de dringende geneeskundige hulpverlening en van de brandpreventie.

    Dit besluit doet geen afbreuk aan de opdrachten en de taken die aan zones en operationele eenheden worden toevertrouwd door of in uitvoering van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen.

    De nood- en interventieplannen en de beslissingen genomen in een gemeentelijke, provinciale of federale fase kunnen aan zones en aan operationele eenheden taken geven die niet voorzien worden in dit besluit en zijn bijlage.

    HOOFDSTUK II. - Opdrachten en taken van de zones

    Art. 3. Onverminderd het koninklijk besluit van 10 november 2012, voeren de zones de opdrachten zoals bepaald in kolom 1 van de bijlage van onderhavig besluit, uit in functie van de in de zone bestaande risico's.

    Als de uitvoering van deze opdrachten middelen vereist waarover de zone niet beschikt, doet zij via het 112-centrum beroep op een andere zone en of op de operationele eenheden. Zij kan ook beroep doen op een buitenlandse dienst overeenkomstig een volgens artikel 22 van de wet van 15 mei 2007 gesloten grensoverschrijdende samenwerkingsverband.

    HOOFDSTUK III. - Opdrachten en taken van de operationele eenheden

    Art. 4. Naast de bij artikel 3 bepaalde ondersteunings- en versterkingsopdrachten, voeren de operationele eenheden de opdrachten en de taken van gespecialiseerde technische ondersteuning, vermeld in kolom 2 van de bijlage van dit besluit, uit.

    De adequate middelen voor de uitvoering van deze opdrachten en taken worden automatisch en onmiddellijk uitgestuurd in de gevallen en volgens de modaliteiten voorzien en bepaald in de nood- en interventieplannen, in de monodisciplinaire plannen of in de voorafgaande interventieplannen.

    In de andere gevallen worden de adequate middelen onmiddellijk uitgestuurd. Na overleg tussen de verantwoordelijke officier van de operationele eenheid en de leider van de operaties of, in geval van multidisciplinaire operationele coördinatie, de Dir-CP-Ops, kunnen deze middelen afgezegd worden.

    De operationele eenheden voeren ook de opdrachten bepaald in punt 5 van de bijlage van dit besluit uit.

    HOOFDSTUK IV. - Samenwerkingsovereenkomsten

    Art. 5. De samenwerkingsovereenkomsten tussen de zone en de operationele eenheden bedoeld in artikel 12 van de wet van 15 mei 2007, in artikel 8, § 1, vierde lid van het koninklijk besluit van 10 november 2012 en ten uitvoering van artikel 3...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT