20 SEPTEMBER 2002. - Koninklijk besluit waarbij de afdeling Financiering Huisvestingsbeleid, de afdeling Woonbeleid en de afdelingen Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, en Monumenten en Landschappen in Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, worden gemachtigd zich toegang te verschaffen tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

Bij koninklijk besluit van 30 mei 1994 (Belgisch Staatsblad van 15 juni 1994) werd toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister verleend aan het bestuur Huisvesting van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Ingevolge een herstructurering binnen het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap zijn de opdrachten van het (toenmalig) bestuur Huisvesting toevertrouwd aan de afdeling Financiering Huisvestingsbeleid, de afdeling Woonbeleid en de (buiten) afdelingen Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen in Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen.

Deze afdelingen zijn, in het kader van het huisvestingsbeleid, belast met de volgende taken :

  1. het onderzoek, de toewijzing en de controle van subsidiedossiers inzake de huisvesting van particulieren die een woning bouwen, kopen, renoveren, verbeteren, aanpassen of er een huren na het verlaten van een krot of een functioneel onaangepaste woning;

  2. het onderzoek en de controle van de heffingsdossiers in het kader van de reglementering betreffende de heffing op leegstand en verkrotting van gebouwen of woningen;

  3. de planning van het huisvestings- en het woonbeleid.

    De wettelijke en reglementaire basis, op grond waarvan de bovenvermelde afdelingen deze taken vervullen, zijn de volgende :

  4. Voor de subsidiedossiers :

    De Huisvestingscode, gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 december 1970 houdende de Huisvestingscode (Belgisch Staatsblad van 17 december 1970) en bekrachtigd door de wet van 2 juli 1971 (Belgisch Staatsblad van 6 augustus 1971), zoals nadien gewijzigd, en haar uitvoeringsbesluiten, in het bijzonder :

    - het besluit van de Vlaamse regering van 11 december 1991 tot instelling van individuele huursubsidies en een installatiepremie bij het betrekken van een gezonde of aangepaste huurwoning (Belgisch Staatsblad van 17 maart 1992), gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 24 juni 1992 (Belgisch Staatsblad van 2 september 1992) en 16 mei 1995 (Belgisch Staatsblad van 22 september 1995);

    - het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1992 houdende instelling van een aanpassingspremie en een verbeteringspremie voor woningen (Belgisch Staatsblad van 31 maart 1993), gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 1994 (Belgisch Staatsblad van 17 september 1994);

    - het besluit van de Vlaamse regering van 3 februari 1993 houdende instelling van een tegemoetkoming in de last van hypothecaire leningen aangegaan om een woning te bouwen, te kopen of te renoveren (Belgisch Staatsblad van 31 maart 1993), gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 29 juni 1994 (Belgisch Staatsblad van 17 september 1994), 16 mei 1995 (Belgisch Staatsblad van 22 september 1995), 12 mei 1998 (Belgisch Staatsblad van 19 mei 1998) en 11 mei 1999 (Belgisch Staatsblad van 9 oktober 1999).

  5. Voor de heffingsdossiers :

    - het decreet van de Vlaamse Raad van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, inzonderheid hoofdstuk VIII, afdeling 2 (Belgisch Staatsblad van 30 december 1995), gewijzigd bij het decreet van 8 juli 1996 (Belgisch Staatsblad van 19 oktober 1996);

    - het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing op leegstand en verkrotting van gebouwen of woningen (Belgisch Staatsblad van 1 mei 1996).

  6. Voor de planning van het huisvestings- en woonbeleid :

    Het uitvoeren van periodieke woonbehoeftenstudies behoorde tot de elementaire taken van het voormalig Nationaal Instituut voor de Huisvesting. De taken van dit Instituut worden omschreven in artikel 1 van de Huisvestingscode (Belgisch Staatsblad van 17 december 1970). Dit artikel vermeldt als taken onder meer het bijhouden van een doorlopende inventaris van de huisvestingsbehoeften van de bevolking. De taken van het Nationaal Instituut voor de Huisvesting worden op 1 maart 1987 overgedragen aan het Vlaams Gewest door :

    - de wet van 28 december 1984 (Belgisch Staatsblad 22 januari 1985) tot afschaffing of herstructurering van sommige instellingen van openbaar nut;

    - het koninklijk besluit van 23 februari 1987 (Belgisch Staatsblad van 27 februari 1987 en 13 maart 1987) tot overdracht van de taken van het Nationaal Instituut voor de Huisvesting aan het Vlaamse Gewest en aan het Waalse Gewest, alsmede van de goederen, rechten en verplichtingen van het Nationaal Instituut voor de Huisvesting aan het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en de Minister van Openbare Werken.

    De toenmalige administratie Huisvesting van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werd vanaf 1 maart 1987 belast met voormelde taken. Ingevolge een herstructurering van de Vlaamse administratie in 1990 en 1994 behoren die taken momenteel tot de zeven hierboven opgesomde afdelingen (besluit van de Vlaamse regering van 7 december 1994 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 houdende organisatie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel (Belgisch Staatsblad van 4 maart 1995)).

    De aanvraag tot het bekomen van toegang tot de informatiegegevens en gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister wordt gemotiveerd als volgt :

  7. Toegang tot het Rijksregister

    1. Voor de subsidiedossiers :

      De personen die een tegemoetkoming in de hypothecaire leningslast, een premie of een huursubsidie aanvragen, moeten aan bepaalde wettelijke en reglementaire voorwaarden voldoen : de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister maakt een meer efficiënte en vlotte afhandeling van de aanvragen mogelijk, wat van aard is een versnelde uitkering van de aangevraagde voordelen aan de gerechtigden mogelijk te maken.

      Wat deze dossiers betreft, kan men stellen dat 1° (naam en voornamen), 2° (geboorteplaats en -datum), 3° (geslacht), 4° (nationaliteit), 5° (hoofdverblijfplaats met inbegrip vanaf welke datum), 6° (plaats en datum van overlijden) de gegevens zijn die minimaal noodzakelijk zijn om een dossier betreffende een natuurlijke persoon samen te stellen.

      De toegang tot de gegevens met betrekking tot de burgerlijke staat (8°) en de samenstelling van het gezin (9°) is eveneens verantwoord :

      - de burgerlijke staat (8°) heeft een invloed op het maximum inkomen dat in aanmerking wordt genomen bij het berekenen van de huursubsidie en de installatiepremie;

      - de samenstelling van het gezin (9°) vormt een belangrijk gegeven voor de bepaling van de maxima qua inkomen en omvang van de woning, die in aanmerking genomen worden bij het verlenen van de huursubsidie en de installatiepremie.

      Hierbij kan verwezen worden naar het gunstige advies dat de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gaf op 9 oktober 1992 omtrent de vorige aanvraag tot toegang tot het Rijksregister, ingediend door de administratie Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor de behandeling van de dossiers met betrekking tot het verlenen van subsidies.

      De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen aangebracht aan de informatiegegevens van het Rijksregister is eveneens noodzakelijk, en dit tot 1 januari 1985. Het voormelde besluit van de Vlaamse regering van 3 februari 1993 bepaalt immers dat geen aanvraag voor een bij dit besluit ingestelde tegemoetkoming kan worden ingediend ten gunste van een particulier die na deze datum reeds een premie ontvangen heeft, noch voor verrichtingen met betrekking tot een woning waarvoor na deze datum nog een premie werd uitbetaald (cf. art. 24).

    2. Voor de heffingsdossiers :

      Net zoals voor de subsidiedossiers, zijn de informatiegegevens 1° tot en met 6° noodzakelijk om een dossier betreffende een natuurlijke persoon samen te stellen.

      De toegang tot het informatiegegeven betreffende de hoofdverblijfplaats (5°) is hier echter van bijzonder belang.

      Het "decreet van 22 december 1995 van de Vlaamse Raad houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996" (1) legt de voorwaarden vast op grond waarvan de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen of woningen verschuldigd is.

      Belastingplichtige van de heffing is de houder van een zakelijk recht met betrekking tot een dergelijk gebouw of woning, die het gebouw of de woning laat leegstaan, of laat verkrotten.

      De houder van dit zakelijk recht zal echter niet beschouwd worden als belastingplichtige, indien hij het gebouw of de woning volledig en uitsluitend gebruikt als zijn hoofdverblijfplaats en hij over geen andere woning beschikt.

      De houder van het recht dient zulks niet te bewijzen. Hij moet enkel een verklaring op erewoord opmaken.

      Het is dan ook van groot belang de effectieve woonplaats van de belastingplichtige te kennen :

      - eerst zal nagegaan worden of de heffing inderdaad verschuldigd is;

      - daarna zal de belastingplichtige door de bevoegde ambtenaar van de Vlaamse administratie aangemoedigd worden de woning niet langer te laten leegstaan of de nodige herstellingen te doen om de verkrotting tegen te gaan;

      - zo de belastingplichtige aan dit verzoek geen gevolg geeft, zal de heffing geïnd worden.

      Ook de toegang tot de gegevens betreffende de burgerlijke staat (8°) en de samenstelling van het gezin (9°) is gewettigd, inzonderheid voor het opsporen van de waarschijnlijke erfgenamen, indien na het overlijden van de belastingplichtige blijkt dat :

      - de overledene de door hem verschuldigde heffing niet betaald heeft, en zij bijgevolg bij de erfgenamen zal moeten ingevorderd worden;

      - de heffing door de overledene ten onrechte betaald werd. In dat geval zal de heffing door de administratie terugbetaald worden aan de erfgenamen.

      De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen aangebracht aan de informatiegegevens van het Rijksregister is in dit geval noodzakelijk tot 1 mei 1995. Het voormelde decreet van de Vlaamse Raad van 22 december 1995, zoals gewijzigd door het decreet van 8 juli 1996, bepaalt dat een woning wordt beschouwd als leegstaand wanneer ze gedurende ten minste twaalf...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT