Huishoudelijk reglement van de Raad van Beheer van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, de 6 décembre 2018

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. In dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder:

- "Rijksinstituut": het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen;

- "voorzitter": de voorzitter van de Raad van beheer, benoemd met toepassing van art. 21, § 3, 1°, van het KB nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen;

- "stemgerechtigde leden": de leden bedoeld in art. 21, § 3, 1° tot 4°, van het KB nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen;

- "leden met raadgevende stem": de leden bedoeld in art. 21, § 3, 6°, par. 1, van het KB nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen;

- "leden": alle stemgerechtigde leden en leden met raadgevende stem;

- "administrateur-generaal" en "adjunct-administrateur-generaal": respectievelijk, de houder van de managementfunctie die belast is met het dagelijks beheer van het Rijksinstituut en zijn adjunct-houder van een managementfunctie;

- "secretaris": de secretaris benoemd krachtens artikel 77 van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen;

- "secretariaat": de secretaris en de personeelsleden van het Rijksinstituut die hem of haar bijstaan;

- Smals: vzw met als doel de ondersteuning van haar leden op het vlak van informatiebeheer en aanverwante materies ter bevordering van een geïntegreerde elektronische dienstverlening.

HOOFDSTUK II. - Aangaande de vergaderingen van de Raad van beheer

Art. 2. Behalve in augustus, komt de Raad van beheer in principe elke maand bijeen op uitnodiging van de voorzitter.

De Raad van beheer komt ook bijeen op verzoek, hetzij van ten minste vijf leden of van de administrateur-generaal, hetzij van de regeringscommissaris van de voogdijminister of van de regeringscommissaris van begroting.

Art. 3. De agenda van elke vergadering wordt door de voorzitter vastgesteld na overleg met de administrateur-generaal of, bij diens afwezigheid of verhindering, met de adjunct-administrateur-generaal.

De administrateur-generaal mag de agenda in opdracht van de voorzitter vaststellen.

In de in artikel 2, tweede lid, beoogde eventualiteit, moeten de kwesties die de bijeenroeping rechtvaardigen bij voorrang op de agenda worden geplaatst.

In de in artikel 6, tweede lid, beoogde eventualiteit, worden de via elektronische weg genomen beslissingen ingeschreven, ter informatie, op de agenda van de eerste vergadering die volgt op de datum van deze beslissingen.

Art. 4. De door de secretaris aan elk lid gezonden convocatie wordt opgesteld in de vooraf door de geadresseerde gekozen taal.

Overeenkomstig artikel 74 van het koninklijk besluit van 19 december 1967, worden de agenda, de aan de Raad van beheer voor te leggen en de van hem uitgaande documenten in de twee landstalen opgesteld. Een exemplaar van de documenten wordt aan de voogdijminister gezonden.

Art. 5. Behoudens in de dringende gevallen die in artikel 6, tweede lid, worden beoogd, worden de convocatie en de agenda per e-mail aan de leden gestuurd, ten minste drie dagen vóór de voor de vergadering vastgestelde datum.

De documenten aangaande de kwesties die op de agenda werden geplaatst, worden aan de leden van de Raad van beheer beschikbaar gesteld via een beveiligde informaticatoepassing, indien mogelijk binnen de termijn die in het eerste lid wordt beoogd. Zij worden slechts in geval van absolute noodzaak bij de opening van de vergadering onder papieren vorm overhandigd.

Art. 6. De vergaderingen van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT