Huishoudelijk reglement van de Directieraad van het Ministerie van Landsverdediging, vastgelegd door de Directieraad tijdens zijn vergadering van 11 januari 2019 in toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 september 2016 tot regeling van de samenstelling en de werking van de Directieraad van het Ministerie van Landsverdediging, de 14 janvier 2019

Samenstelling en voorzitterschap

Artikel 1. De samenstelling van de Directieraad, hierna " Raad " genoemd, wordt bepaald door artikel 1 van het koninklijk besluit van 11 september 2016 tot regeling van de samenstelling en de werking van de Directieraad van het Ministerie van Landsverdediging, hierna " KB " genoemd.

Zoals bepaald in artikel 4 van dit KB wordt de Raad voorgezeten door het lid dat het hoogst is gerangschikt volgens de bepalingen die de rangschikking van de rijksambtenaren beheren.

In geval van afwezigheid of van verhindering van de voorzitter, wordt de Raad voorgezeten door het lid dat de volgende plaats in de rangschikking inneemt.

Werking

Art. 2. De Raad vergadert ten minste viermaal per jaar.

Art. 3. De Raad vergadert op initiatief van de voorzitter of op verzoek van één of meer leden.

De voorzitter stelt de datum van de vergadering vast en bepaalt de agenda. De leden van de Raad, hierna " leden " genoemd, kunnen bijkomende agendapunten aanbrengen.

De oproepingen gaan uit van de voorzitter.

De te behandelen stukken worden als bijlage bij de oproeping aan de leden toegezonden.

De leden moeten minstens een week vóór de vergadering in het bezit zijn van de oproeping en van de bijlagen, tenzij dit om dringende redenen niet mogelijk zou zijn.

Art. 4. De leden kunnen steeds de archieven van de Raad raadplegen en de stukken inkijken van de administratieve dossiers waarover zij zich moeten uitspreken.

Art. 5. De Raad kan een beroep doen op deskundigen en op iedereen waarvan de medewerking noodzakelijk wordt geacht voor de voorstelling of het onderzoek van dossiers en zaken waarvoor de Raad gevat wordt.

De experten en andere personen die door de Raad verzocht worden om hun medewerking te verlenen nemen niet deel aan de stemming.

Indien hij geen lid is van de Raad krachtens artikel 1, 1ste lid van het KB zal de rijksambtenaar die de leiding heeft over de personeelsdienst bevoegd voor het burgerpersoneel deelnemen aan de vergaderingen van de Raad als permanent expert. Hij kan niet deelnemen aan de stemming.

Art. 6. De leden van de Raad kunnen zich, bij afwezigheid of verlet, niet laten vervangen of vertegenwoordigen.

Art. 7. De voorzitter opent en sluit de zittingen, leidt de debatten en de beraadslagingen en zorgt voor het goede verloop van de vergaderingen.

Art. 8. De Raad kan slechts geldig beraadslagen indien een meerderheid van de leden aanwezig is. Indien dit quorum niet wordt bereikt kan de Raad, na de tweede oproeping...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT