Huishoudelijk reglement van de Consumentenombudsdienst (aangenomen op het Directiecomité van, de 8 juin 2014
Article M.
-
Algemene bepalingen
1.1. Opdrachten
De Consumentenombudsdienst is belast met de volgende opdrachten:
-
de consumenten en ondernemingen inlichten over hun rechten en plichten, in het bijzonder over de mogelijkheden van buitengerechtelijke regeling van consumentengeschillen;
-
elke aanvraag tot buitengerechtelijke regeling van een consumentengeschil in ontvangst nemen en hetzij bezorgen aan de terzake bevoegde gekwalificeerde entiteit, hetzij zelf behandelen;
-
zelf optreden in elke aanvraag tot buitengerechtelijke regeling van een consumentengeschil, waarvoor geen andere gekwalificeerde entiteit bevoegd is.
De autonomie van de verschillende ombudsdiensten (Art. XVI.8., § 1, van het Wetboek van economisch recht) wordt gerespecteerd.
1.2. Visie
De Consumentenombudsdienst heeft als visie:
-
uitstekende buitengerechtelijke geschillenoplossing aanbieden tussen gebruikers en ondernemingen;
-
voorstellen maken voor structurele verbeteringen;
-
promoten van de voordelen van buitengerechtelijke geschillenoplossing bij sectoren en gebruikers.
1.3. Waarden
Onze waarden:
-
Hoffelijk;
-
Onafhankelijk en onpartijdig;
-
Billijkheid;
-
Vertrouwelijkheid;
-
Laagdrempeligheid en kosteloze toegang voor de consument;
-
Oplossingsgerichtheid en efficiëntie;
-
Transparantie.
-
-
De vergaderingen van het Directiecomité van de Consumentenombudsdienst
2.1. Samenstelling
De Consumentenombudsdienst wordt beheerd en vertegenwoordigd door een Directiecomité dat bestaat uit de volgende tien leden:
-
de twee leden van de "ombudsdienst voor telecommunicatie", als bedoeld in artikel 43bis, § 1, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;
-
de twee leden van de "ombudsdienst voor de postsector", als bedoeld in artikel 43ter, § 1, van voornoemde wet;
-
de twee leden van de "ombudsdienst voor energie", als bedoeld in artikel 27, § 1, van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt;
-
de twee leden van de "ombudsdienst voor treinreizigers", als bedoeld in artikel 11, § 1, van de wet van 28 april 2010 houdende diverse bepalingen;
-
de ombudsman van de "ombudsdienst voor de financiële diensten", als bedoeld in artikel VII.216 van het Wetboek van economisch recht;
-
de ombudsman van de "ombudsdienst verzekeringen", als bedoeld in artikel 302 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen.
Een vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie zetelt in het Directiecomité met raadgevende stem en voor zover beslissingen die verband houden met het beheer van de Consumentenombudsdienst op de dagorde staan.
2.2. Einde van het lidmaatschap van het Directiecomité
Indien een lid van het Directiecomité niet langer tewerkgesteld is als ombudsman binnen één van de in bovenstaand artikel 2.1. opgesomde sectoren vervalt de facto zijn persoonlijk lidmaatschap van het Directiecomité van de Consumentenombudsdienst.
2.3. Voorzitterschap
Het Directiecomité duidt om de twee jaar onder zijn leden een voorzitter en een ondervoorzitter aan, die elk tot een andere taalrol behoren. Zo de voorzitter verhinderd is, neemt de ondervoorzitter zijn functies waar. De ondervoorzitter die het voorzitterschap waarneemt heeft dezelfde rechten en plichten als de voorzitter.
§ 1. De voorzitter opent en sluit de vergaderingen van het directiecomité. Hij leidt de debatten.
De voorzitter ziet inzonderheid toe op:
-
de voorbereiding en het onderzoek van de dossiers en de vragen die aan het directiecomité worden gericht, evenals op hun uiteenzetting voor het directiecomité;
-
het notuleren van de vergaderingen van het directiecomité;
-
de externe relaties met de Belgische autoriteiten, en de Europese en...
-
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI