7 OKTOBER 2010. - Ministerieel besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Nationale Raad voor de Kinesitherapie
De Minister van Volksgezondheid,
Gelet op het koninklijk besluit van 28 mei 1996 tot regeling van de organisatie en de werking van de Nationale Raad voor de Kinesitherapie, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 februari 2008, artikel 6;
Gelet op het huishoudelijk reglement aangenomen door de Nationale Raad, op 26 september 2000 en gewijzigd op 4 april 2002 en 5 maart 2009,
Besluit :
Enig artikel. Het in de bijlage gevoegde huishoudelijk reglement van de Nationale Raad voor de Kinesitherapie, aangenomen door deze Nationale Raad op 26 september 2000 en gewijzigd op 4 april 2002 en 5 maart 2009, wordt goedgekeurd.
Brussel, 7 oktober 2010.
Mevr. L. ONKELINX
Bijlage
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
Huishoudelijk reglement van de Nationale Raad voor de Kinesitherapie
Gecoördineerde versie 2009
TITEL I. - Algemeenheden
Artikel 1. De Nationale Raad voor de Kinesitherapie, bedoeld in artikel 21ter, § 1, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, hierna « de Raad » genoemd, heeft haar zetel bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
TITEL II. - De Raad
Art. 2. De Raad wordt bijeengeroepen door zijn voorzitter.
Deze moet de Raad binnen een termijn van dertig dagen bijeenroepen wanneer hij daartoe wordt verzocht, hetzij door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, hetzij door minstens vijf werkende leden.
Art. 3. De uitnodigingen en de documenten moeten aan de werkende en plaatsvervangende leden verzonden worden ten minste acht dagen vóór de vastgestelde datum van de vergadering, behalve bij gemotiveerde dringende gevallen.
De oproepingsbrief en de documenten kunnen per gewone of per elektronische post verzonden worden.
Art. 4. De uitnodigingen vermelden de agenda van de zitting. Deze wordt opgesteld door de voorzitter in samenspraak met het Bureau.
De adviezen die gevraagd worden door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort of van de regeringen van de Gemeenschappen worden bij voorrang behandeld.
Wat persoonlijke dossiers betreft kan op vraag van de betrokkene de behandeling van zijn dossier uitgesteld worden tot een volgende vergadering.
Art. 5. Wanneer minstens vijf werkende leden van de Raad een punt op de agenda wensen te plaatsen, richten zij via het secretariaat hun met redenen omkleed voorstel schriftelijk aan de voorzitter van de Raad.
Art...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI