14 JANUARI 2013. - Wet houdende diverse bepalingen inzake werklastvermindering binnen justitie (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK 2. - Vervollediging van het centraal huwelijksovereenkomstenregister

Art. 2. Artikel 1391 van het Burgerlijk Wetboek, vervangen bij de wet van 14 juli 1976, wordt aangevuld met twee leden, luidende :

De notaris voor wie het huwelijkscontract is verleden, doet de bij artikel 4, § 2, 1°, van de wet van 13 januari 1977 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de vaststelling van een stelsel van registratie van testamenten, opgemaakt te Bazel op 16 mei 1972 en tot invoering van een centraal huwelijksovereenkomstenregister, voorgeschreven inschrijving op straffe van geldboete van zesentwintig euro tot honderd euro, van ontzetting uit zijn ambt en van aansprakelijkheid jegens de schuldeisers, wanneer bewezen is dat het verzuim het gevolg is van heimelijke verstandhouding.

Bij gebrek aan voormelde inschrijving kunnen de van het wettelijk stelsel afwijkende bepalingen niet worden tegengeworpen aan derden die, onbekend met het huwelijkscontract, overeenkomsten met de echtgenoten hebben aangegaan.

.

Art. 3. Artikel 1395 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juli 2008, wordt vervangen door wat volgt :

Art. 1395. § 1. De notaris voor wie het huwelijkscontract of de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel is verleden, doet de bij artikel 4, § 2, 1°, van de wet van 13 januari 1977 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de vaststelling van een stelsel van registratie van testamenten, opgemaakt te Bazel op 16 mei 1972 en tot invoering van een centraal huwelijksovereenkomstenregister, voorgeschreven inschrijving, op straffe van geldboete van zesentwintig euro tot honderd euro, van ontzetting uit zijn ambt en van aansprakelijkheid jegens de schuldeisers, wanneer bewezen is dat het verzuim het gevolg is van heimelijke verstandhouding.

§ 2. Tussen echtgenoten hebben de bedongen wijzigingen gevolg vanaf de datum van de wijzigingsakte. Zij hebben slechts gevolg ten aanzien van derden vanaf de inschrijving, bedoeld in artikel 4, § 2, 1°, van de wet van 13 januari 1977 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de vaststelling van een stelsel van registratie van testamenten, opgemaakt te Bazel op 16 mei 1972 en tot invoering van een centraal huwelijksovereenkomstenregister, behoudens indien de echtgenoten in hun overeenkomsten met derden dezen van de wijziging op de hoogte hebben gebracht.

§ 3. Een buitenlandse akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel kan, indien zij voldoet aan de voorwaarden die nodig zijn voor de erkenning ervan in België, worden vermeld op de kant van een akte die door een Belgische notaris is opgesteld en bij die akte worden gevoegd. Deze formaliteit wordt verricht met het oog op de bekendmaking van de wijziging en heeft niet tot gevolg dat deze aan derden kan worden tegengeworpen.

.

Art. 4. Artikel 1396 van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 18 juli 2008, wordt opgeheven.

Art. 5. In artikel 1476, § 1, tweede lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 23 november 1998, wordt het 6° opgeheven.

Art. 6. In artikel 1478, vierde lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet van 23 november 1998, worden de woorden « en wordt vermeld in het bevolkingsregister » opgeheven.

Art. 7. Artikel 12 van het Wetboek van koophandel, gewijzigd bij de wet van 18 juli 2008, wordt opgeheven.

Art. 8. Artikel 13 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 9. Artikel 14 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 10. Artikel 15 van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.

Art. 11. In artikel 4 van de wet van 13 januari 1977 houdende goedkeuring van de Overeenkomst inzake de vaststelling van een stelsel van registratie van testamenten, opgemaakt te Bazel op 16 mei 1972 en tot invoering van een centraal huwelijksovereenkomstenregister, gewijzigd bij de wet van 6 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. paragraaf 2 wordt vervangen door wat volgt :

    § 2. In het centraal huwelijksovereenkomstenregister worden opgenomen :

    1° de huwelijksovereenkomsten en de gewijzigde huwelijksovereenkomsten, met aanwijzing van het stelsel;

    2° de in artikel 1478 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde overeenkomsten;

    3° de vonnissen en arresten die een wijziging inhouden van het huwelijksvermogensstelsel of van de in artikel 1478 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde overeenkomsten. In voorkomend geval, stelt de rechtbank in het beschikkend gedeelte vast dat het vonnis of arrest onder de toepassing van deze bepaling valt.

    ;

  2. het artikel wordt aangevuld met een § 3, luidende :

    § 3. De griffier van het rechtscollege dat ze heeft uitgesproken, stelt het centraal huwelijksovereenkomstenregister in kennis van de in § 2, 3°, bedoelde vonnissen of arresten.

    De griffier van het rechtscollege dat het in het eerste lid bedoelde vonnis of arrest heeft uitgesproken, stelt het centraal huwelijksovereenkomstenregister in kennis van elk verzet, hoger beroep of voorziening tegen dit vonnis of arrest.

    De griffier van het rechtscollege dat ze heeft uitgesproken stelt het centraal huwelijksovereenkomstenregister in kennis van de rechterlijke beslissingen waarbij een in het eerste lid bedoeld vonnis of arrest wordt vernietigd of hervormd.

    Alle kennisgevingen en mededelingen waarvan sprake is in deze paragraaf geschieden op de wijze die de Koning bepaalt.

    .

    Art. 12. In dezelfde wet wordt een artikel 4/1 ingevoegd, luidende :

    Art. 4/1. Het centraal huwelijksovereenkomstenregister kan door eenieder worden geraadpleegd.

    .

    Art. 13. In artikel 6/1 van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 6 mei 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    1. tussen de woorden « inzake huwelijksovereenkomsten » en de woorden « door de Koninklijke » worden de woorden « , overeenkomsten bedoeld in artikel 1478 van het Burgerlijk Wetboek en vonnissen en arresten bedoeld in artikel 4, § 2, 3°, » ingevoegd;

    2. tussen de woorden « alle huwelijksovereenkomsten » en de woorden « en het tarief » worden de woorden « , de in artikel 1478 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde overeenkomsten en de in artikel 4, § 2, 3°, bedoelde vonnissen en arresten, » ingevoegd.

      Art. 14. In artikel 6/2, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 6 mei 2009, worden tussen de woorden « van huwelijksovereenkomsten » en de woorden « opheffen, aanvullen » de woorden « , overeenkomsten bedoeld in artikel 1478 van het Burgerlijk Wetboek en vonnissen en arresten bedoeld in artikel 4, § 2, 3°, » ingevoegd.

      HOOFDSTUK 3. - Werklastvermindering en informatisering inzake de burgerlijke stand

      Art. 15. In artikel 38 van het Burgerlijk Wetboek worden de woorden « en aan de getuigen » opgeheven.

      Art. 16. In artikel 39 van hetzelfde Wetboek worden de woorden « , door de verschijnende partijen en de getuigen » vervangen door de woorden « en door de verschijnende partijen ».

      Art. 17. In artikel 42 van hetzelfde Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht :

    3. de woorden « , zonder enig wit vak, » worden opgeheven;

    4. de laatste zin wordt vervangen door wat volgt : « Niets wordt er bij afkorting ingeschreven. Data worden in cijfers uitgedrukt. »;

    5. het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende :

      De Koning kan de voorwaarden bepalen waaraan de akten moeten voldoen.

      .

      Art. 18. In artikel 44 van hetzelfde Wetboek worden de woorden « , nadat de persoon die ze overgelegd heeft en de ambtenaar van de burgerlijke stand ze eerst geparafeerd hebben, » opgeheven.

      Art. 19. In boek I, titel II, hoofdstuk I, van hetzelfde Wetboek wordt een artikel 44/1 ingevoegd, luidende :

      Art. 44/1. De ambtenaren van de burgerlijke stand kunnen voor alle taken inzake het opstellen van akten van burgerlijke stand een speciale schriftelijke machtiging verlenen aan één of meer beambten van het gemeentebestuur.

      Vóór de handtekening van de beambten van het gemeentebestuur moet melding worden gemaakt van de ontvangen machtiging.

      .

      Art. 20. Artikel 52 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :

      Art. 52. Elke onrechtmatige verandering, elke valsheid in de akten van de burgerlijke stand, elke inschrijving elders dan in de daartoe bestemde registers, levert grond op tot toekenning van een schadevergoeding aan de partijen, onverminderd de in het Strafwetboek gestelde straffen.

      .

      Art. 21. Artikel 56, § 4, van hetzelfde Wetboek, vervangen bij de wet van 30 maart 1984, wordt vervangen door wat volgt :

      § 4. De ambtenaar van de burgerlijke stand vergewist zich van de geboorte aan de hand van een verklaring van een geneesheer of vroedvrouw.

      .

      Art. 22. In artikel 75, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 april 2010, worden de woorden « bloedverwanten of geen bloedverwanten, » opgeheven.

      Art. 23. In artikel 76 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 april 2010, wordt het 10° opgeheven.

      Art. 24. In artikel 77 van hetzelfde Wetboek, gewijzigd door het regentsbesluit van 26 juni 1947, worden de woorden « die dit echter niet mag afgeven dan nadat hij zich naar de overledene heeft begeven om zich van het overlijden te vergewissen » vervangen door de woorden « die dit echter niet mag afgeven dan nadat hij zich van het overlijden heeft vergewist aan de hand van een overlijdensattest ».

      Art. 25. Artikel 80 van hetzelfde Wetboek wordt vervangen door wat volgt :

      Art. 80. In geval van overlijden in ziekenhuizen, gevangenissen of in andere openbare inrichtingen zijn de oversten, bestuurders, beheerders en hoofden van die huizen gehouden daarvan binnen vierentwintig uren kennis te geven aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Deze maakt van het overlijden een akte op overeenkomstig de artikelen 78 en 79.

      .

      Art. 26. In artikel 80bis, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, ingevoegd bij de wet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT