20 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit houdende benoeming van de leden van de Raad voor Mededinging

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 1 juli 1999, inzonderheid op de artikelen 16 en 17;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 april 1999 bepalend de voorwaarden tot benoeming van de voorzitter, de ondervoorzitter en de andere leden die hun functie voltijds uitoefenen;

Gelet op de oproep aan de kandidaten gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 september 1999;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 december 1999;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting;

Gelet op het akkoord van de Minister van Justitie;

Overwegend dat 6 personen zich kandidaat hebben gesteld voor de functie van voorzitter of ondervoorzitter van de Raad voor Economische Mededinging;

Overwegend dat tussen deze kandidaturen de kandidatuur van de heer Gutt vermeld wordt;

Overwegend dat deze kandidaat Rechter is bij de Rechtbank van Koophandel te Namen, dat hij de kennis van de Nederlandse taal zou bewijzen en eveneens van de Engelse taal;

Dat hij eveneens houder is van een diploma van post - graduaat in internationale handel uitgereikt door de Handelsschool Solvay aan de U.L.B;

Dat hij een enorme ervaring voorlegt die het kader van de magistratuur overstijgt;

Dat hij namelijk gedurende meer dan 10 jaar advocaat is geweest, gespecialiseerd in economisch recht en dat hij eveneens ervaring heeft als docent van handelsrecht en zakenrecht in het hoger onderwijs, daarenboven is hij auteur van meerdere publicaties die een nauwe band tonen met het mededingingsrecht;

Dat hij derhalve beantwoordt aan de kwaliteiten, vereist om te worden aangeduid als voorzitter van de Raad voor Mededinging;

Overwegend dat het opportuun is voor de mandaten van voorzitter en ondervoorzitter van de Raad voor Mededinging deze alternerend toe te vertrouwen aan een kandidaat van de andere taalrol;

Overwegend dat slechts één enkele kandidaat van Nederlandstalige taalrol zijn kandidatuur heeft ingediend voor de functie van onder-voorzitter van de Raad voor Mededinging;

Overwegend dat het nuttig is een nieuwe oproep aan de kandidaten te doen ten einde meer kandidaturen te verzoeken;

Overwegend op grond van het artikel 17, § 1°, 2°, van de wet tot bescherming van economische mededinging, gecoördineerd op 1 juli 1999, dat de Raad voor Mededinging tevens moet bestaan uit 8 leden aangewezen door de magistraten van de gerechtelijke orde, de advocaten sinds meer dan 10 jaar ingeschreven of personen belast met het onderrichten van de rechtswetenschap in een Belgische universiteit of verblijvend in de Europese Unie; bovendien wordt bepaald dat ten minste 4 van de personen magistraten van de Gerechtelijke Orde...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT