Uittreksel uit arrest nr. 54/2008 van 13 maart 2008 Rolnummer 4229 In zake : het beroep tot vernietiging van hoofdstuk III (« invoering van een eenmalige bijdrage ten laste van de gassector ») van

Uittreksel uit arrest nr. 54/2008 van 13 maart 2008

Rolnummer 4229

In zake : het beroep tot vernietiging van hoofdstuk III (« invoering van een eenmalige bijdrage ten laste van de gassector ») van titel IX van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), ingesteld door de NV « Distrigas ».

Het Grondwettelijk Hof,

samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechters P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en T. Merckx-Van Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt,

wijst na beraad het volgende arrest :

  1. Onderwerp van het beroep en rechtspleging

    Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 juni 2007 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 21 juni 2007, heeft de NV « Distrigas », met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Nijverheidsstraat 10, beroep tot vernietiging ingesteld van hoofdstuk III (« Invoering van een eenmalige bijdrage ten laste van de gassector ») van titel IX van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 december 2006, derde editie).

    (...)

  2. In rechte

    (...)

    Ten aanzien van de bestreden bepalingen

    B.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de artikelen 68 tot en met 71 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) (hierna : wet van 27 december 2006). Die artikelen staan gegroepeerd onder hoofdstuk III (Invoering van een eenmalige bijdrage ten laste van de gassector) van titel IX (Energie) van die wet en luiden :

    Art. 68. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder :

    1° gasonderneming : elke natuurlijke of rechtspersoon die gas produceert, levert, aankoopt of opslaat of meerdere van deze werkzaamheden uitoefent, behalve eindafnemers, zoals bedoeld in artikel 1, 23°, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen en behalve een vervoersonderneming, zoals bedoeld in artikel 1, 9°, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen;

    2° Eindafnemer : elke natuurlijke of rechtspersoon die gas koopt voor eigen gebruik, zoals bedoeld in artikel 1, 23°, van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige produkten en andere door middel van leidingen, zoals gewijzigd bij de wet van 1 juni 2005;

    3° Deelnemende gasonderneming : de onderneming, die, op basis van artikel 69, deelneemt aan de bijdrage;

    4° Individuele bijdrageplicht : het aandeel in de eenmalige bijdrage dat elke deelnemende gasonderneming dient te betalen.

    Art. 69. Een eenmalige bijdrage van in totaal 100 miljoen euro wordt ingevoerd ten laste van de deelnemende gasondernemingen, die in het jaar 2005 op de Belgische markt aan aardgasverkoop in TWh binnen het segment voortverkoop en distributie een marktaandeel hebben van minstens 30 %.

    Art. 70. De deelnemende gasondernemingen mogen hun individuele bijdrageplicht op generlei wijze doorrekenen of verhalen, rechtstreeks of onrechtstreeks, op andere ondernemingen of op de eindafnemer. De individuele bijdrageplicht is invorderbaar op datum van publicatie van deze wet. Ze wordt door de deelnemende gasonderneming gestort voor 1 januari 2007 op het rekeningnummer 679-2004021-01.

    Art. 71. Iedere overtreding van de artikelen 69 en 70 of van de besluiten genomen in uitvoering van deze artikelen, wordt opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft overeenkomstig de bepalingen van hoofdstukken II en III van de wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen.

    Onverminderd de andere bepalingen van de voornoemde wet, wordt het geheel of gedeeltelijk niet betalen van de individuele bijdrageplicht bestraft met een geldboete die minstens gelijk is aan het tienvoud van het ontdoken bedrag, zonder meer te mogen bedragen dan twintig procent van de omzet van de deelnemende gasonderneming tijdens het kalenderjaar 2005

    .

    Ten aanzien van de ontvankelijkheid

    B.2.1. De Ministerraad betwist het belang van de verzoekende partij op grond van de argumentatie dat een van haar belangrijkste aandeelhouders zich heeft geëngageerd om een bijdrage te leveren in de gaskorting.

    B.2.2. Aangezien de bestreden bepalingen met zich meebrengen dat de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT