Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding ten gunste van de personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, de 26 novembre 2012

Artikel 1. In artikel 5bis, § 3, van het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding ten gunste van de personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 7 juni 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. de paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :

    " § 3. De in § 2, 1°, bedoelde bedragen zijn de volgende :

    - 70,49 euro per percent blijvende ongeschiktheid, wanneer deze is vastgesteld op ten minste 10 percent en ten hoogste 35 percent;

    - 93,91 euro per percent blijvende ongeschiktheid, wanneer deze is vastgesteld op meer dan 35 percent en ten hoogste 65 percent;

    - 119,19 euro per percent blijvende ongeschiktheid, wanneer deze is vastgesteld op meer dan 65 percent;

    - 59,63 euro per percent blijvende ongeschiktheid, wanneer de in artikel 4, § 2, eerste lid, van de wet bedoelde bijkomende vergoeding wordt berekend met een maximum van 100 percent; het bedrag wordt opgetrokken tot 119,19 euro als die in artikel 4, § 2 bedoelde bijkomende vergoeding berekend wordt met een maximum van 50 percent overeenkomstig artikel 4, § 1, vijfde lid, van de wet, zoals het van toepassing was voor 25 november 1998. ".

  2. het tweede lid van de paragraaf 5 wordt vervangen als volgt :

    " De Administratieve Gezondheidsdienst behoudt of wijzigt het percentage van de blijvende ongeschiktheid. Hij stelt de bevoegde dienst onverwijld in kennis van zijn beslissing. Die beslissing wordt neergelegd in een ministerieel besluit en, bij een ter post aangetekende brief, ter kennis gebracht van het slachtoffer. ".

    Art. 2. In artikel 5ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 7 juni 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  3. de paragraaf 3 wordt als volgt vervangen :

    " § 3. Het bedrag voor de bijslag is gelijk aan :

    2.625,79 euro voor de overlevende echtgenoot;

    2.625,79 euro voor de in artikel 8, tweede lid, van de wet bedoelde overlevende echtgenoot; het bedrag mag evenwel niet hoger zijn dan het onderhoudsgeld;

    1.750,52 euro voor rechthebbenden die een rente zouden hebben genoten die gelijk is aan 20 percent van de basisbezoldiging;

    1.312,86 euro voor rechthebbenden die een rente zouden hebben genoten die gelijk is aan 15 percent van de basisbezoldiging;

    875,26 euro voor rechthebbenden die een rente zouden hebben genoten die gelijk is aan 10 percent van de basisbezoldiging.

    Deze bedragen worden gekoppeld aan...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT