5 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de rijst- en maïsstijfselfabrieken, glucose-, maïsmeel- en aardappelmeelfabrieken (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de rijst- en maïsstijfselfabrieken, glucose-, maïsmeel- en aardappelmeelfabrieken.

Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 december 2012.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

Mevr. M. DE CONINCK

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor de voedingsnijverheid

Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juli 2011

Loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de rijst- en maïsstijfselfabrieken, glucose-, maïsmeel- en aardappelmeelfabrieken (Overeenkomst geregistreerd op 6 oktober 2011 onder het nummer 106108/CO/118)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de rijst- en maïsstijfselfabrieken, glucose-, maïsmeel- en aardappelmeelfabrieken.

§ 2. Met « arbeiders » worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

HOOFDSTUK II. - Uurlonen

Art. 2. Op 1 januari 2011 gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die geen 6 maanden anciënniteit in de onderneming tellen, en dit ongeacht hun leeftijd :

38 urenweek (EUR)38 h/semaine (EUR)37 urenweek (EUR)37 h/semaine (EUR)Categorie ICatégorie I11,7011,96Categorie IICatégorie II11,9712,24Categorie IIICatégorie III12,2612,54Categorie IVCatégorie IV12,5512,83

Art. 3. Op 1 januari 2011 gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die 6 maanden anciënniteit in de onderneming tellen, en dit ongeacht hun leeftijd :

38 urenweek (EUR)38 h/semaine (EUR)37 urenweek (EUR)37 h/semaine (EUR)Categorie ICatégorie I12,0912,36Categorie IICatégorie II12,3812,67Categorie IIICatégorie III12,6812,96Categorie IVCatégorie IV12,9713,27

Art. 4. Op 1 april 2012, worden de minimumuurlonen...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT