Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 13 juli 1970 betreffende de schadevergoeding ten gunste van sommige personeelsleden van provincies, gemeenten, agglomeraties en federaties van gemeenten, verenigingen van gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, diensten, instellingen en verenigingen voor maatschappelijk welzijn, diensten van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en openbare kassen van lening, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, de 26 novembre 2012

Artikel 1. Het opschrift van het koninklijk besluit van 13 juli 1970 betreffende de schadevergoeding ten gunste van sommige personeelsleden van provincies, gemeenten, agglomeraties en federaties van gemeenten, verenigingen van gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, diensten, instellingen en verenigingen voor maatschappelijk welzijn, diensten van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie en openbare kassen van lening, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 april 1993, wordt vervangen als volgt :

" Koninklijk besluit van 13 juli 1970 betreffende de schadevergoeding, ten gunste van sommige personeelsleden van overheidsdiensten of overheidsinstellingen van de lokale sector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk ".

Art. 2. Artikel 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 maart 1974, 19 april 1993 en 6 juli 1997, wordt vervangen als volgt :

" Artikel 1. De regeling ingesteld bij de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, wordt, wat betreft de schadevergoeding voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, toepasselijk verklaard op de leden van het vastbenoemd, stagedoend, het tijdelijk of het hulppersoneel en op de personeelsleden die bij een arbeidsovereenkomst in dienst zijn genomen, die behoren tot :

  1. de provincies, de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de openbare kassen van lening;

  2. de verenigingen van provincies, de verenigingen van gemeenten, de verenigingen van de openbare centra voor maatschapplijk welzijn, de autonome provinciebedrijven, de autonome gemeentebedrijven, de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen, de projectverenigingen, de dienstverlenende verenigingen, de opdrachthoudende verenigingen, die ten minste één personeelslid tellen dat aan een publiekrechtelijk statuut onderworpen is;

  3. intercommunale diensten en inrichtingen van maatschappelijk welzijn, die ten minste één personeelslid tellen dat aan een publiekrechtelijk statuut onderworpen is;

  4. de agglomeraties en federaties van gemeenten;

  5. de diensten van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie;

  6. de ziekenhuisverenigingen bedoeld in hoofdstuk XIIbis van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd bij de ordonnantie van 22 december 1995 van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, die ten minste één personeelslid tellen dat aan een publiekrechtelijk statuut onderworpen is;

  7. de Hogeschool Lucia de Brouckère, als ze ten minste één personeelslid telt dat aan een publiekrechtelijk statuut onderworpen is.

    Valt het personeel van een in het eerste lid, 2°, 3°, 6° of 7° vermelde instelling op een bepaalde datum niet meer onder de in dat lid bedoelde regeling, dan blijft die regeling op dat personeel toepasselijk voor de ongevallen die zich voor die datum hebben voorgedaan. ".

    Art. 3. Artikel 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 19 april 1993, wordt vervangen als volgt :

    " Dit besluit geldt evenwel niet voor het personeel dat een weddetoelage ten laste van de gemeenschappen geniet en verbonden is hetzij aan een onderwijsinrichting, hetzij aan een psycho-medisch-sociaal centrum of een dienst voor studie- en beroepsoriëntering of een pedagogische begeleidingsdienst of een centrum voor leerlingenbegeleiding. ".

    Art. 4. Aan artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 april 1974, 27 januari 1988 en 19 april 1988, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  8. 1° wordt als volgt vervangen :

    " 1° onder " de overheid " : de overheid die op het tijdstip van het ongeval het personeelslid in dienst had, namelijk : voor de provincies de bestendige deputatie van de provincieraad; voor gemeenten het college van burgemeester en schepenen; voor openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de raad van de openbare centra; voor openbare kassen van lening, het bestuur van de kas; voor de verenigingen van de provincies en voor de verenigingen van gemeenten de overheid die met het dagelijks beheer ervan belast is; voor autonome provinciebedrijven en voor autonome gemeentebedrijven, de overheid die met het beheer ervan belast is; voor provinciale ontwikkelingsmaatschappijen, voor projectverenigingen, voor...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT